Inhoudsopgave
De exhibitieplicht, vastgelegd in artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, geeft iemand het recht om bij de rechter inzage of een afschrift te vorderen van stukken die een ander in zijn bezit heeft. De rechter beslist over de wijze waarop inzage of afschrift moet worden verschaft. Die bevoegdheid is niet onbegrensd; zo moet er zo concreet mogelijk melding worden gemaakt om welke stukken dit gaat, waarmee een ‘fishing expeditie’ (zoals in Amerika) kan worden voorkomen. Deze zogeheten vordering tot inzage noemen we ook wel de exhibitieplicht. In deze bijdrage zal onze advocaat contractenrecht en procesrecht inzoomen op de voorwaarden die aan een dergelijk verzoek tot inzage, of afgifte van bescheiden, zijn verbonden.
De vordering tot inzage kan van grote invloed zijn. Bijvoorbeeld bij een agentuurovereenkomst kan een handelsagent er een belang bij hebben om inzicht te krijgen hoeveel producten de principaal heeft verkocht. In een andere situatie kan een partij er belang bij hebben of een handelspartner onrechtmatig heeft geconcurreerd, intellectueel eigendomsrechten heeft geschonden of anderszins informatie heeft achtergehouden. Kortom, er is een wezenlijk aantal omstandigheden te bedenken waarom een partij behoefte heeft aan een verzoek tot inzage en waarom een rechter dus een exhibitieplicht kan opleggen.
Wat zegt artikel 843a Rv over de exhibitieplicht?
De exhibitieplicht in artikel 853a Rv geeft een grondslag om informatie of stukken te verkrijgen waarover een wederpartij of derde beschikt met het doel om eigen standpunten te ondersteunen.
De wettekst van artikel 843a Rv luidt als volgt:
1.Hij die daarbij rechtmatig belang heeft, kan op zijn kosten inzage, afschrift of uittreksel vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorgangers partij zijn, van degene die deze bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft. Onder bescheiden worden mede verstaan: op een gegevensdrager aangebrachte gegevens.
2.De rechter bepaalt zo nodig de wijze waarop inzage, afschrift of uittreksel zal worden verschaft.
3.Hij die uit hoofde van zijn ambt, beroep of betrekking tot geheimhouding verplicht is, is niet gehouden aan deze vordering te voldoen, indien de bescheiden uitsluitend uit dien hoofde te zijner beschikking staan of onder zijn berusting zijn.
4.Degene die de bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft, is niet gehouden aan deze vordering te voldoen, indien daarvoor gewichtige redenen zijn, alsmede indien redelijkerwijs aangenomen kan worden dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd.
De wettekst valt uiteen in een aantal vereisten die allen vervuld moeten worden om een vordering tot inzage te laten slagen. Er dient sprake te zijn van rechtmatig belang bij inzage, er moet sprake zijn van bepaalde bescheiden en er dient sprake te zijn van bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin de aanvrager partij is.
Vordering tot inzage
Een vordering tot inzage kan in veel zaken tot een succesvolle(re) uitkomst leiden en kan ook bijdragen aan een betere keuze om wel of niet een procedure te vervolgen of op te starten. Let er wel goed op dat de voorwaarden voor een inzage zijn beperkt. Dat heeft vooral te maken met de positie van de andere kant; de wederpartij behoeft immers niet alles te laten zien, zodat een verzoeker kan gaan ‘cherry picken’. Een goede onderbouwing waarom u juist deze stukken nodig heeft bij uw vordering tot inzage is essentieel om dit verzoek, c.q. deze vordering toegewezen te krijgen. Hierna zullen we de criteria nog een keer doorlopen.
Rechtmatig belang
Van rechtmatig belang is sprake wanneer de opgevraagde stukken relevant zijn voor de rechtspositie van de aanvrager. Voor het aantonen van dit belang dienen voldoende concrete feiten en omstandigheden te worden gesteld zodat het belang blijkt. Er wordt hierbij ook beoordeeld of een partij door het verkrijgen van inzage een onredelijk voordeel geniet, of dat de wederpartij een onredelijk nadeel lijdt door de vordering tot inzage.
Bepaalde bescheiden
Het begrip bescheiden wordt ruim opgevat. Dit kunnen zowel gegevens op papier zijn, maar ook foto’s, video’s, geluidsopnamen en andere elektronische bewijsstukken. Het bepaaldheidsbegrip is in dezen erg belangrijk. De partij die om inzage vraagt dient duidelijk te maken om welke bescheiden het gaat en waarom zij van belang zijn tot het verkrijgen van een beeld in de procedure. Dit vereiste biedt ook steun bij het voorkomen van een fishing expedition, waar hieronder nog op zal worden ingegaan.
Rechtsbetrekking
Vanzelfsprekend kan de exhibitieplicht niet te allen tijde tegen eenieder worden ingeroepen. Er dient een juridische gebondenheid te bestaan tussen partijen, de zogeheten rechtsbetrekking. Deze kan voortvloeien uit alle verbintenissen uit de wet, maar ook uit verbintenissen uit overeenkomst. Het woord aangaande dient ruim te worden opgevat, waardoor niet enkel de twee rechtstreekse partijen bij een overeenkomst, maar bijvoorbeeld ook de leverancier of afnemers hieronder kunnen worden geschaard. Zo kan dus ook bij een andere partij dan de (mogelijke) gedaagde een vordering tot inzage worden gedaan, zolang zij maar op enige wijze partij zijn bij de bestaande rechtsbetrekking.
Proportionaliteit en subsidiariteit
Houd u er ook rekening mee dat de redelijkheid een belangrijke rol speelt bij het wel of niet toewijzen van deze vordering. Wanneer er bijvoorbeeld minder bezwarende alternatieven zijn om de desbetreffende bescheiden te verkrijgen, of wanneer een minder verstrekkend middel ook tot de gewenste resultaten leidt, dan moet u daarvoor kiezen. Sterker, dit kan een grond zijn waarom u het niet toegewezen krijgt. Kortom, ook de proportionaliteit en subsidiariteit spelen een rol bij de exhibitieplicht.
Exhibitieplicht binnen en buiten een procedure
Zowel tijdens een procedure als voorafgaand aan een procedure kan de exhibitieplicht van pas komen en worden toegepast. Indien voorafgaand aan een procedure een partij twijfelt aan de positie bij het starten van een mogelijke procedure, en deze positie beter kan worden bepaald door inzage in bepaalde documenten kan een vordering tot inzage worden opgestart. Tijdens een procedure kan ook blijken dat over bepaalde onderdelen meer duidelijkheid dient te worden verschaft. Hiertoe kan vervolgens de vordering tot inzage worden toegepast.
De fishing expedition
Er is geen vaste definitie van het begrip fishing expedition, hoewel de term al wel duidelijkheid lijkt te scheppen. Uit de Memorie van Toelichting bij artikel 843a Rv heeft de wetgever duidelijk gemaakt dat de vordering tot inzage niet strekt om te vissen naar informatie waarop helemaal geen recht bestaat. Hiertoe heeft de wetgever dan ook de drie bovenstaande, cumulatieve vereisten ingevoerd voor een geslaagd beroep op 843a Rv.
Door de toepassing van deze cumulatieve eisen dient dan ook concreet zeer specifiek te worden gemaakt welke stukken worden gevraagd, wat het doel van het verzoek is en welk belang de verzoeker daarbij heeft.
Verzoek tot inzage in bescheiden
De vordering tot inzage in bescheiden wordt over het algemeen voornamelijk via dagvaarding ingesteld. Dit kan zowel in kort geding, of als incidentele vordering in de bodemprocedure. Het is echter ook mogelijk om een vordering in te stellen door middel van een verzoekschrift.
Verweer ten de inzage
Er zijn natuurlijk omstandigheden waarin het verzoek om inzage kan worden afgewezen. Allereerst de situatie waarin degene uit hoofde van zijn beroep tot geheimhouding is verplicht, denk aan artsen, advocaten of notarissen. Zij kunnen zich beroepen op het verschoningsrecht.
Daarnaast is op grond van artikel 843a lid 4 Rv niet verplicht tot inzage verschaffen degene die de bescheiden te zijner beschikking heeft of onder zijn berusting heeft, indien redelijkerwijs aangenomen kan worden dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd. Met andere woorden, over het algemeen wordt een vordering tot inzage afgewezen indien er ook andere manieren zijn om het bewijs te verkrijgen. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een getuigenverhoor. Dit is echter afhankelijk van de omstandigheden van het geval.
Advocatenkantoor gespecialiseerd in de exibitieplicht
MAAK Advocaten behartigt graag uw belangen en onze gespecialiseerde advocaten hebben de kennis en ervaring die u zoekt. Door cliënten worden we aanbevolen vanwege onze daadkrachtige, to-the-point en praktische oplossingen. Voor al uw vragen rondom de exhibitieplicht staan we u dan ook graag bij met advies en juridische ondersteuning. Onze ervaren advocaat commercial law, Remko Roosjen, staat u graag als eerste te woord en hij bespreekt met u de zaak en de uitdagingen die voorliggen.
Heeft u een andere juridische vraag of een ander, dan kunnen onze advocaten in Amsterdam u mogelijk ook ondersteunen, of aan een geschikte partner doorverwijzen. Uw belang staat bij ons te allen tijde voorop en we zoeken graag naar praktische oplossingen en snel resultaat. Neem contact op met onze specialist contractenrecht in Amsterdam en ontdek uw mogelijkheden.
+31 (0)20 – 210 31 38
remko.roosjen@maakadvocaten.nl
De juridische informatie in deze blog is uitsluitend bedoeld voor algemene informatieve doeleinden, en geen juridisch advies door een advocaat. Hoewel wij als Nederlands advocatenkantoor in Amsterdam streven naar nauwkeurigheid en actualiteit van de verstrekte juridische informatie, kunnen onze advocaten niet garanderen dat alle informatie volledig, juist of actueel is en accepteren wij geen aansprakelijkheid. Voor persoonlijk juridisch advies, raadpleeg altijd een bevoegde juridische professional, zoals onze advocaten.
Deel I: Bewijslast
Deel II: Het voorlopig getuigenverhoor
Deel III: Het voorlopig deskundigenbericht
Deel IV: Exhibitieplicht
Deel V: Bewijsbeslag