Meteen naar de inhoud

Contractuele opzeggings­regeling in duurovereenkomst strijdig met redelijkheid en billijkheid?

Als partijen de intentie hebben om voor langere periode met elkaar zaken te doen dan wordt er een zogenaamde duurovereenkomst gesloten. Hierbij kan o.a. worden gedacht aan een distributie- agentuur- of franchiseovereenkomst. Deze duurovereenkomsten kunnen worden aangegaan voor bepaalde of onbepaalde tijd. Of (en tegen welke termijn) een duurovereenkomst kan worden opgezegd, hangt af van de specifieke omstandigheden van het geval. Hierop kan contractuele opzeggingsregeling van toepassing zijn, dan wel kan de jurisprudentie of de wet invulling geven aan de opzegtermijn. Recent heeft de rechtbank Oost-Brabant een vonnis gewezen over de contractuele opzeggingsregeling en de mogelijke strijd daarvan met de redelijkheid en billijkheid. Onze advocaat contractenrecht Remko Roosjen en advocaat Faranaz Ishak gaan in op deze zaak.   

Wat is een duurovereenkomst?

Alvorens de uitspraak van de rechtbank inhoudelijk te bespreken is het van belang om te weten wat een duurovereenkomst is. Een duurovereenkomst is een overeenkomst waarbij één of meer partijen worden verplicht tot het verrichten van achtereenvolgende of doorlopende prestaties. Niet voor alle duurovereenkomst bestaat een wettelijke opzeggingsregeling. Ten aanzien van duurovereenkomsten waarvoor geen wettelijke opzeggingsregeling van toepassing zijn (zoals bij distributieovereenkomsten), kunnen partijen in beginsel zelf een contractuele opzeggingsregeling overeenkomen.  Doen zij dit niet, dan wordt ofwel teruggevallen op de geldende jurisprudentie voor de opzegging van duurovereenkomsten, ofwel wordt de volledige duur van de overeenkomst gerespecteerd.

Geschil over onregelmatige opzegging van een duurovereenkomst

In de zaak van de rechtbank Oost-Brabant gaat het enerzijds o.a. om Get Moving die een transportbedrijf exploiteert dat is gericht op pakketbezorging aan huis en anderzijds DPD die een expeditiebedrijf voert. Get Moving is naast de transportdiensten die zij verricht voor GLS en PostNL in 2008 in opdracht van DPD pakketten gaan vervoeren. Daartoe zijn partijen meerdere raamovereenkomsten overeengekomen waarbij de meest recente dateert van 1 januari 2013. Daarin is opgenomen dat beide partijen de overeenkomst schriftelijk kunnen opzeggen tegen het einde van de maand met een opzegtermijn van één maand.

Door de jaren heen is het pakketvolume toegenomen en is Get Moving steeds meer routes gaan rijden voor DPD. Partijen onderhandelden regelmatig over de tarieven die door DPD aan Get Moving werden betaald. Dit leidde er regelmatig toe dat DPD de tarieven verhoogde en nabetalingen deed aan Get Moving. Vanaf 2016 heeft Get Moving jaarlijks meerdere touren opgezegd van DPD. Daartoe heeft DPD op 28 november 2018 telefonisch aan Get Moving medegedeeld dat de samenwerking werd opgezegd. Per e-mail van diezelfde datum heeft DPD de opzegging met inachtneming van de opzegtermijn van één maand bevestigd tegen 1 januari 2019.

Opzegging van een duurovereenkomst met één maand opzegtermijn

Aan de orde is de vraag of DPD de raamovereenkomst gesloten met Get Moving ongeclausuleerd mocht opzeggen met toepassing van de contractueel overeengekomen opzegtermijn van één maand. Tussen partijen is niet in geschil dat de raamovereenkomsten kwalificeren als duurovereenkomsten gesloten voor onbepaalde tijd en dat die overeenkomsten door opzegging van DPD per 1 januari 2019 zijn geëindigd.

De Hoge Raad heeft in haar arrest van 2 februari 2018 een overzicht gegeven van de actuele stand van zaken betreffende opzegging van duurovereenkomsten voor onbepaalde duur. Kortgezegd komt het erop neer dat zonder wettelijke of contractuele opzeggingsregeling een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd in beginsel opzegbaar is. De redelijkheid en billijkheid kunnen in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst alsmede de omstandigheden van het geval een zwaarwegende grond verlangen. Ook als wet of overeenkomst wel voorzien in een opzeggingsregeling, en zij daartoe ruimte laten, kan art. 6:248 lid 1 BW meebrengen dat aan de opzegging toch nadere eisen gesteld worden. Voorts kan een beroep op de opzegregeling onaanvaardbaar zijn ex art. 6:248 lid 2 BW. Ten slotte kan een overeenkomst naar de partijbedoeling niet opzegbaar zijn. Ook dan kan een beroep worden gedaan op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid en onvoorziene omstandigheden.

Redelijkheid en billijkheid bij opzegging duurovereenkomst

Get Moving doet een beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid waar zij stelt dat DPD geen beroep toekomt op de in de in de raamovereenkomsten opgenomen opzeggingsbepaling van één maand zonder dat daarbij een langere opzegtermijn wordt gehanteerd of financiële vergoeding wordt betaald door DPD.

Is de opzegging maatschappelijk onaanvaardbaar?

Het beroep op de redelijkheid en billijkheid kan alleen slagen als de wijze waarop DPD gebruik heeft gemaakt van de opzeggingsregeling in de raamovereenkomsten – gelet op de omstandigheden van het geval – onaanvaardbaar is.

De rechtbank stelt voorop dat zowel Get Moving als DPD, ondernemingen drijven en dat de tussen hen geldende overeenkomsten uitdrukkelijk voorzagen in de mogelijkheid tot opzegging ervan tegen het einde van de maand met een opzegtermijn van één maand. Hieruit volgt dat DPD de raamovereenkomsten zou kunnen opzeggen. Dit behoorde dan ook tot de normale bedrijfsrisico’s waarmee Get Moving rekening had te houden. Dat de samenwerking nadat de raamovereenkomsten zijn gesloten, is geïntensiveerd doet daar niets aan af. Het stond Get Moving vrij daarover nadere afspraken te maken met DPD. Dit heeft zij echter nagelaten. De rechtbank merkt hierbij op dat het Get Moving geweest die in 2016 en 2017 gebruik heeft gemaakt van haar mogelijkheid om retouren van DPD op te zeggen.

Daarnaast neemt de rechtbank wel aan dat Get Moving afhankelijk was van de omzet die zij behaalde uit de samenwerking met DPD, maar is niet gebleken dat enige afhankelijkheid is ontstaan door toedoen van DPD. Tussen partijen is immers geen exclusiviteit overeengekomen, nu Get Moving ook werkzaamheden verrichtte voor GLS en PostNL. Get Moving heeft er zelf voor gekozen veel pakketten voor DPD te bezorgen. Daarbij komt dat door DPD nooit een omzetgarantie is afgegeven aan Get Moving. Voorzover Get Moving afhankelijk was van DPD behoort dat tot de normale bedrijfsrisico’s van Get Moving.

Dat Get Moving niet hoefde te verwachten dat DPD de overeenkomsten zou opzeggen doet hier volgens de rechtbank niets aan af. Weliswaar heeft Get Moving c.s. gesteld dat de enige reden van de opzegging door DPD de terugkerende onenigheid en de – soms stevige – onderhandelingen over de tarieven is, maar DPD heeft zulks gemotiveerd betwist onder andere door te verwijzen naar de inhoud van het door haar verstuurde e-mailbericht van 30 november 2018. In het licht daarvan had het op de weg van Get Moving gelegen nader te onderbouwen waarom voor haar de opzegging niet voorzienbaar was en door welke feiten en omstandigheden DPD bij haar het gerechtvaardigd vertrouwen zou zijn gewekt dat de samenwerking zou worden voorgezet. Dat partijen al geruime tijd met elkaar samenwerkten en onderling nog altijd tot overeenstemming waren gekomen over de hoogte van de tarieven is daartoe onvoldoende. Door de rechtbank kan niet worden aangenomen dat de wijze waarop DPD gebruik heeft gemaakt van de opzeggingsbepaling in de raamovereenkomst, gelet op de omstandigheden van het geval, onaanvaardbaar is. Aan de beoordeling of de opzegging in strijd is met artikel 6:248 lid 1 BW komt de rechtbank dan niet toe.

Tot slot oordeelt de rechtbank dat – nu de opzegtermijn van één maand niet verlengd had behoeven te worden door DPD – de opzegging naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid nog altijd niet onaanvaardbaar is. Dat het voor Get Moving niet mogelijk was om in de drukke feestmaand december vervangende opdrachten te vinden is onvoldoende onderbouwd te meer, omdat Get Moving zelf heeft aangegeven dat er toen voldoende werk in haar branche voor handen was. Ook de stelling dat DPD gelet op artikel 28 (geschillenregeling) van de raamovereenkomsten gehouden was tot een redelijke en billijke oplossing te komen met Get Moving inzake een gerezen geschil tijdens de uitvoering of beëindiging van de overeenkomsten waaraan DPD volgens Get Moving geen medewerking heeft willen geven, baat haar niet. Een dergelijk beding houdt immers geen resultaatsverplichting in. De vorderingen van o.a. Get Moving zijn dan ook afgewezen door de rechtbank.

Advocaat gespecialiseerd in duurovereenkomsten

Mocht u van plan zijn om een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd op te zeggen of wordt u geconfronteerd met de opzegging hiervan door uw contractspartij, dan kunnen onze advocaten gespecialiseerd in duurovereenkomsten u ondersteunen, adviseren en zo nodig, bijstaan in een procedure voor de civiele rechter.    

Contactpersoon: Remko Roosjen
Telefoon: +31 (0) 20 210 31 38
E-Mail: mail@maakadvocaten.nl

Remko Roosjen

Remko Roosjen

Als partner van MAAK en advocaat commercial law geeft Remko leiding aan aan het team Commerciële Geschillen en Contractenrecht. Remko is een gespecialiseerde advocaat contractenrecht en heeft een ruime ervaring in het voeren van procedures, waaronder voor de civiele rechter, in arbitrage en mediation. Remko is verbonden aan de specialisatievereniging voor Distributie, Franchise en Agentuur en doceert regelmatig over het snijvlak van commerciële contracten en productregelgeving. Lees meer over Remko op zijn persoonlijk profiel of op LinkedIn .