Meteen naar de inhoud

Europese Batterijen Verordening

Europese Batterijen Verordening

Het ontwerp van een Europese verordening betreffende batterijen en afgedankte batterijen en tot intrekking van de Batterijen Richtlijn 2006/66/EG (door ons aangeduid als de Europese Batterijen Verordening) is reeds in december 2020 door de EU-Commissie gepubliceerd. Het voorstel voor een Europese Batterijen Verordening is door de Europese Commissie uitgebracht als onderdeel van de Europese Green Deal. Tijdens de inzage en reactiefase van het ontwerp nemen de kritische stemmen over het ontwerp toe. De kritiek is o.a. daarop gericht dat het ontwerp van de Europese Batterijen Verordening zich richt op de gehele levenscyclus van verschillende typen batterijen en niet, zoals de Batterijen Richtlijnen, primair op de afvalfase van batterijen. Door deze nieuwe aanpak van de Europese Commissie zijn veel technische, structurele en inhoudelijke vragen ontstaan.

Onze advocaten productregelgeving | CE-markering ondersteunen regelmatig marktdeelnemers in de markt van batterijen en lichten het ontwerp van de Europese Batterijen Verordening in deze bijdrage nader toe. Onze advocaten in Amsterdam zullen daarbij ook kort ingaan op enkele van de meest relevante innovaties en bestaande controverses.

Doel van de Europese Batterijen Verordening

Doel van de Europese Batterijen Verordening is volgens de Europese Commissie geharmoniseerde producteisen voor batterijen te realiseren, een goed functionerende markt voor secundaire grondstoffen op te zetten en negatieve milieueffecten in de productie, gebruiks- en einde-levensfasen van batterijen te reduceren. Om dit te bereiken beoogt de Europese Commissie barrières voor het functioneren van een Europese recycling markt te adresseren, verschillen in nationale implementatie van de Batterijen Richtlijn te verhelpen en een geharmoniseerd en stabiel regelgevend kader voor batterijen in te stellen.

Inhoudelijk ziet het ontwerp van de Batterijen Verordening o.a. op het hergebruiken van batterijen, inzameling en recycling, regels voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV), reductie van de koolstofvoetafdruk van batterijen, minimale prestatie en degelijkheidseisen (waaronder levensduur), het toepassen van recyclaat, verwijderbaarheid en vervangbaarheid van batterijen, veiligheidseisen, informatieverstrekking over milieu en veiligheidsaspecten, maatschappelijk verantwoorde inkoop door overheidsinstanties, en gepaste zorgvuldigheid in de waardeketen, waaronder bij winning van grondstoffen.

Stand van de wetgevingsprocedure van de Batterijen Verordening

De stand van de wetgevingsprocedure van de Batterijen Verordening is dat waarschijnlijk in februari 2022 een eerste lezing in het EU-Parlement zal plaatsvinden. Een inwerkingtreding van de Batterijen Verordening op 1 januari 2022 zoals oorspronkelijk gepland wordt daarom niet gehaald. Bovendien hebben de vier betrokken commissies van het EU-Parlement in hun respectieve adviezen in totaal meer dan 700 amendementen ingediend, die in ieder geval in het verdere wetgevingsproces in het EU-Parlement in aanmerking zullen moeten worden genomen. Deze wijzigingsverzoeken bevatten in veel gevallen aanzienlijke afwijkingen en uitbreidingen ten opzichte van het oorspronkelijke ontwerp van de Europese Commissie (de documenten zijn beschikbaar via de volgende links: TRAN, ITRE, IMCO (1) en IMCO (2), ENVI).

Nieuwe batterijcategorie(ën) in Batterijen Verordening 

In het kader van de innovatie in de markt zijn nieuwe batterijcategorie(ën) in de Batterijen Verordening opgenomen. Vanwege de reeds sterke en voor de toekomst beoogde enorme groei van de markt voor elektromobiliteit, in combinatie met de huidige kenmerken van de batterijen die worden gebruikt om elektrische voertuigen aan te drijven, heeft de Europese Commissie besloten met deze ontwikkeling rekening te houden en een nieuwe categorie “tractiebatterijen” in te voeren naast de bekende batterijcategorieën (draagbare, industriële en autobatterijen). Volgens de definitie in Art. 2 nr. 12 van het Commissieontwerp, is een “batterij voor een elektrisch voertuig” een batterij die specifiek is ontworpen voor de aandrijving van hybride en elektrische voertuigen voor het wegvervoer. Daarom zouden deze batterijen niet langer worden ingedeeld als industriële batterijen, zoals dat vandaag onder de Batterijen Richtlijn het geval is.

De nieuwe aanpak voor batterijen in zogenaamde lichte transportvoertuigen, zoals e-bikes en e-scooters, is daarentegen nog onduidelijk. De oorspronkelijke bedoeling van de Europese Commissie was om batterijen die in dergelijke toepassingen worden gebruikt, in te delen als draagbare batterijen (zie overweging 12), en dus af te stappen van de eerdere indeling als industriële batterijen. Het ENVI-advies voorziet daarentegen in de invoering van een volledig aparte batterijcategorie voor batterijen voor lichte transportvoertuigen, om ook rekening te houden met het aanzienlijke marktaandeel en de voorspelde toename daarvan (zie de amendementen 2 en 45).

Duurzaamheids- en veiligheidsvereisten

De duurzaamheids- en veiligheidsvereisten in hoofdstuk II van het ontwerp van de Batterijen Verordening vormen het regelgevend hart van de nieuwe verordening en introduceren, naast de al krachtens de Batterijen Richtlijn geldende stoffenbeperkingen, volledig nieuwe regelgevingsconcepten. In deze context omvatten zij:

  • CO2-voetafdruk over de gehele levenscyclus van een batterij, d.w.z. van de winning van grondstoffen tot de productie van de eigenlijke batterijcomponenten en het vervoer naar de eindgebruiker tot de inzameling, recycling en verwijdering van gebruikte batterijen (art. 7 in samenhang met bijlage II).
  • Gerecycleerde inhoud in nieuwe batterijen in termen van kobalt, lood, lithium en nikkel. Terwijl in een eerste fase alleen de vermelding van het werkelijke gerecycleerde gehalte vereist is, worden in twee volgende fasen steeds hogere minimale gerecycleerde gehaltes verplicht.
  • Prestatie- en duurzaamheidseisen.
  • Verwijderbaarheid en vervangbaarheid van draagbare batterijen; in dit verband moet worden opgemerkt dat dit in wezen een verplichting is die oorspronkelijk betrekking heeft op de fabrikant van elektrische en elektronische apparatuur, en die dus vreemd is aan het systeem in een zuivere batterijverordening.
  • Veiligheid van stationaire energieopslagsystemen.
  • Ook op dit gebied worden in de adviezen van de commissie uitgebreide (gedetailleerde) aanpassingen voorgesteld. Dit betreft met name de toepasselijkheid van de afzonderlijke verplichtingen op de verschillende batterijcategorieën en de respectieve aanvangsdata van de geldigheid van de afzonderlijke verplichtingen of de te specificeren overgangsperioden.
Etiketterings- en informatievoorschriften voor batterijen

De bepalingen van hoofdstuk III van het ontwerp over etiketterings- en informatievoorschriften zijn bedoeld om de bestaande etiketteringsvoorschriften uit te breiden met talrijke elementen. Volgens de desbetreffende bijlage VI bij het ontwerp moeten bijvoorbeeld gevaarlijke stoffen in de batterij (gedefinieerd in art. 2 nr. 41 via een verwijzing naar bepaalde gevarenklassen van Verordening (EG) nr. 1272/2008 [CLP]), de fabricagedatum en de datum van het in de handel brengen in de toekomst op de batterij worden vermeld.

Bovendien is er een nieuwigheid op het gebied van verplichte productetikettering – elke batterij moet in de toekomst worden gemarkeerd met een QR-code, die toegang moet geven tot alle etiketteringsinformatie en talrijke aanvullende informatie en verslagen die moeten worden verstrekt of opgesteld in het kader van de nakoming van andere verplichtingen uit hoofde van de Batterijen Verordening. Onze advocaten productregelgeving wijzen daarop dat de QR-code-etikettering, ook al is zij gekoppeld aan alle vereiste etiketteringselementen, in de huidige opzet de noodzaak van fysieke etiketteringselementen op de batterij (of, in uitzonderlijke gevallen, op de verpakking en/of de begeleidende documentatie) niet zal wegnemen. Er is hier dus sprake van een echte dubbele etikettering / markering. In dit verband moet de vraag worden gesteld of een 100% duplicatie van de in bijlage VI, delen A en B, opgesomde etiketteringselementen op de batterij en via de QR-code werkelijk een toegevoegde waarde biedt, dan wel of bepaalde elementen ook alleen via de QR-code kunnen worden afgedekt ten gunste van een duidelijke fysieke etikettering, of in ieder geval of de QR-code een noodoplossing kan zijn indien het niet mogelijk is de batterij met alle verplichte elementen te etiketteren.

Naast de etiketteringsvoorschriften moet voor oplaadbare industriële batterijen en tractiebatterijen een batterijbeheersysteem verplicht worden gesteld, dat gegevens bevat over parameters om de verouderingstoestand van de batterij en de verwachte levensduur te bepalen en dat altijd toegankelijk moet zijn voor de koper van een batterij. Dit is uiteraard bedoeld om de secundaire markt voor gebruikte batterijen te versterken. Deze verplichting lijkt in conflict te komen met de verplichting om gerecycleerde materialen uit gebruikte batterijen te gebruiken. Voor fabrikanten van batterijen kan de verplichting zelfs niet uit te voeren zijn omdat de toegangsmogelijkheden in het algemeen afhankelijk zullen zijn van het ontwerp van de apparaten en voertuigen waarin de batterij zich bevindt. Onze advocaten productregelgeving | CE-markering zullen de ontwikkelingen hiervan uiteraard in de gaten houden.

Beoordeling van de conformiteit onder de Batterijen Verordening

Om het vertrouwen in de batterijmarkt te versterken, de producenten sterker te verplichten aan de eisen van de Batterijen Verordening te voldoen en de handhaving door de markttoezichtautoriteiten te vergemakkelijken, wordt in hoofdstuk IV van het ontwerp de verplichting ingevoerd om de conformiteit van batterijen te beoordelen. In samenhang met de specificaties in bijlage VIII voorzien de artikelen 15 en 17 in twee soorten conformiteitsbeoordelingsprocedures voor de beoordeling van de conformiteit onder de Batterijen Verordening, afhankelijk van de toepasselijke verplichtingen en de betrokken batterijen – hetzij een zuiver interne productiecontrole, hetzij een interne productiecontrole met verificatie onder toezicht door een aangemelde instantie. Ongeacht de specifieke procedure zal een EU-conformiteitsverklaring voor en een CE-markering van batterijen in de toekomst in ieder geval verplicht worden. In dit opzicht zal de batterijwetgeving uiteindelijk op één lijn worden gebracht met de andere wetgeving die een CE-markering voorschrijft.

Zorgvuldigheidsverplichtingen in de toeleveringsketen

Een belangrijk aspect van het ontwerp van de Batterijen Verordening is dat art. 39 in samenhang met bijlage X van het ontwerp voorziet in uitgebreide due diligence-verplichtingen in de toeleveringsketen waaraan moet worden voldaan door alle marktdeelnemers die bepaalde batterijen op de markt brengen (d.w.z. die deze voor het eerst op de EU-markt aanbieden). De zorgvuldigheidsverplichtingen in de toeleveringsketen hebben enerzijds betrekking op de relevante toeleveringsketens voor kobalt, natuurlijk grafiet, lithium, nikkel en bepaalde chemische verbindingen uit deze grondstoffen, en anderzijds op aspecten zoals mensenrechten, milieuoverwegingen, menselijke gezondheid en gezondheid en veiligheid op het werk. Hoewel de nieuwe vereisten zijn afgestemd op de bestaande Verordening (EU) 2017/821 tot vaststelling van de due diligence-verplichtingen in de toeleveringsketen voor importeurs in de Unie van tin, tantaal, wolfraam en ertsen en goud uit conflictgebieden en gebieden met een hoog risico (de zogenoemde verordening inzake conflictmineralen) en het eveneens bestaande voorstel voor een richtlijn betreffende de zorgvuldigheid en verantwoordingsplicht van bedrijven, bevatten zij op detailniveau aanzienlijke afwijkingen. Naar mening van onze advocaten CE-markering | productveiligheid zal dit de uitvoering niet vergemakkelijken in gevallen waarin binnen een onderneming verschillende toepassingsgebieden tegelijk worden opengesteld. Integendeel, het zal leiden tot een enorme toename van de kosten voor communicatie over de toeleveringsketen.

Heel belangrijk is dat het ontwerp daarin voorziet dat de naleving van de zorgvuldigheidsverplichtingen door een aangemelde instantie (Notified Body) moet worden geverifieerd, zodat de naleving van de desbetreffende eisen onvermijdelijk wordt. Ten tweede wordt in de adviezen van de parlementaire commissies overwegend zelfs voorgesteld om de naleving van de zorgvuldigheidsverplichtingen door de producent van de batterij tot een verhandelbaarheidsvereiste voor de batterij te maken (in de hele toeleveringsketen) en de marktdeelnemers verderop in de keten in dit verband een verificatieverplichting op te leggen.

Batterijpaspoort

Onze advocaten CE-markering | productveiligheid wijzen afsluitend ook op de verplichting uit art. 65 van het ontwerp om vanaf 01 januari 2026 aan industriële en tractiebatterijen een batterij-specifiek elektronisch dossier (het zogenaamde batterijpaspoort) toe te wijzen. Dit moet online toegankelijk zijn en door middel van een op de batterij gedrukte of gegraveerde identificatiecode. Het batterijpaspoort moet uitgebreide informatie bevatten van de naam van de batterijproducent en de samenstelling van de batterij tot informatie over de koolstofvoetafdruk, de verwachte levensduur en bepaalde informatie over de werking.

Prognose

Aangezien de wetgevingsprocedure voor de Europese Batterijen Verordening nu al een jaar aan de gang is zonder wezenlijke vooruitgang te boeken en de commissies die zich in het EU-Parlement met deze kwestie bezighouden een bijna ongelooflijk aantal amendementen hebben ingediend, verwachten onze advocaten CE-markering | productveiligheid in hun prognose dat het wetgevingsproces niet op korte termijn zal worden afgerond. Deze veronderstelling wordt gesteund door het feit dat talrijke EU-lidstaten al te kennen hebben gegeven dat zij aanzienlijke bezwaren hebben tegen een groot deel van de voorgenomen nieuwe verplichtingen.

Volgens onze advocaten CE-markering | productveiligheid is het ondanks deze vertraging en het lage tempo belangrijk dat de ontwikkelingen rond het ontwerp van de Europese Batterijen Verordening nauw worden gevolgd, omdat tal van innovatie- en investeringsbeslissingen die in de nabije toekomst zullen (moeten) worden genomen, zo ver in de toekomst zullen reiken dat zij ook bestand zullen moeten zijn tegen de eisen van de nieuwe batterijverordening, in welke vorm en met welke inhoud dan ook. Voor marktdeelnemers in deze markt is het daarom ook aan te raden om elke gelegenheid aan te grijpen om het lopende wetgevingsproces te beïnvloeden en daarbij de aandacht te vestigen op praktische inconsistenties, onmogelijkheden en obstakels voor bijv. innovatie.

Advocaten gespecialiseerd in regelgeving voor batterijen

De specialisten van ons advocatenkantoor in Amsterdam worden geregeld benaderd voor advies over (grensoverschrijdende) juridische vraagstukken met betrekking tot de wettelijke verplichtingen bij het verhandelen en produceren van batterijen. Onze advocaten voor regelgeving voor batterijen ondersteunen marktdeelnemers bij het uitonderhandelen en opstellen van contracten met handelsrelaties in de toeleverings- en distributieketen en compliance vraagstukken. Onze advocaten vertegenwoordigen ook bedrijven in discussies met concurrenten. Ook staat MAAK Advocaten ondernemingen bij in aansprakelijkheids- of ondernemingsrechtelijk gerelateerde vraagstukken, kwesties op het gebied van het transportrecht of afval en verwerking en, indien nodig, in discussies met nationale markttoezicht autoriteiten of in geschillen en procedures.

Juridisch advies over de Batterijen Verordening

Wilt u juridisch advies inwinnen over het ontwerp van de Europese Batterijen Verordening, de essentiële veiligheidseisen die op batterijen van toepassing zijn of de verplichtingen die voor uw onderneming als fabrikant, gemachtigde, importeur of distributeur gelden? Of heeft u behoefte aan ondersteuning bij een geschil met een andere marktdeelnemer of een discussie met de toezichthouder? Neem dan contact op met Martin Krüger of Sander van Someren Gréve, advocaten voor batterijen, of met een van onze andere advocaten productregelgeving & CE-markering in Amsterdam. 

Contactpersonen: Martin Krüger en Sander van Someren Gréve | Advocaten productveiligheid & CE-markering

+31 (0)20 – 210 31 38
martin.kruger@maakadvocaten.nl

Martin Krüger

Martin Krüger

Martin Krüger is als advocaat / partner verbonden aan MAAK Advocaten. Martin focust zich op handelsrecht en productregelgeving (CE-markering). Voor bedrijven stelt Martin overeenkomsten op, adviseert hij over toepasselijke regelgeving en procedeert hij bij geschillen voor de civiele rechter.