Meteen naar de inhoud

Veiligheidseisen voor kabelbaan­installaties voor personenvervoer

Veiligheidseisen voor kabelbaaninstallaties voor personenvervoer

Gelet op de risico’s van kabelbanen en de daarmee samenhangende (potentiële) aansprakelijkheid voor de partijen in de keten van toeleverancier, fabrikant en distributeur, is een goede analyse en toepassing van de veiligheidseisen voor kabelbaaninstallaties voor personenvervoer essentieel. Het  recente ongeluk met een kabelbaan in Noord-Italië toont het belang daarvan niet alleen aan bij het ontwerp en de productie, maar ook bij het onderhoud en het gebruik van kabelbanen.

Wat zijn de veiligheidseisen voor kabelbaaninstallaties voor personenvervoer?

De voorschriften voor het in de handel brengen van kabelbaaninstallaties voor personenvervoer binnen de Europese Economische Ruimte (EER) zijn vastgelegd in de Europese Verordening 2016/424/EU (hierna: de Verordening). Afhankelijk van de rol die uw maakbedrijf vervult in de toeleverings- en distributieketen – fabrikant, gemachtigde, importeur of distributeur – gelden verschillende (administratieve) verplichtingen. Alle marktdeelnemers moeten maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat kabelbaaninstallaties voor personenvervoer, ongeacht of deze worden geproduceerd door een in de EU gevestigde fabrikant of worden geïmporteerd uit een land van buiten de EU, voldoen aan de toepasselijke gezondheids- en veiligheidsvereisten, voordat deze op de interne markt van de EER worden aangeboden. Ook zijn zij er (samen) verantwoordelijk voor dat de vereiste documentatie beschikbaar is of wordt meegeleverd.

De specialisten productregelgeving & CE-markering van MAAK Advocaten adviseren uw onderneming graag bij vraagstukken over de juridische aspecten van en veiligheidseisen voor kabelbaaninstallaties voor personenvervoer en de bijbehorende contractuele vraagstukken en mogelijkheden. Ook kunnen onze advocaten uw maakbedrijf ondersteunen wanneer een commercieel geschil met een handelsrelatie in de toeleverings- en distributieketen of de inspectie in een EU lidstaat ontstaat.

VERORDENING 2016/424/EU: Doel en toepassing

Het doel van de Verordening is om de gezondheid en veiligheid van personen (passagiers, bedieningspersoneel en derden) te verzekeren en de veiligheid van eigendommen te beschermen. Om de veiligheid te waarborgen zijn in de Verordening voorschriften opgenomen die gelden bij het ontwerpen, bouwen / produceren, inbedrijfstellen en gedurende de exploitatie van kabelbaaninstallaties voor personenvervoer. Doel van de wet- en regelgeving is dat alleen veilige kabelbaaninstallaties in de handel worden gebracht en gebruikt. De voorschriften dienen daarbij te worden gevolgd en kabelbaaninstallaties dienen verder op de juiste wijze te worden onderhouden en gebruikt overeenkomstig het beoogde doel.

De Verordening is van toepassing op kabelbaaninstallaties inclusief de bijbehorende infrastructuur, de subsystemen en de veiligheidscomponenten. In de kern ziet de Verordening op kabelbaaninstallaties die op een vaste locatie worden aangelegd en die worden gebruikt voor het vervoer van personen in toeristische centra in de bergen, in stedelijk vervoer of bij sportvoorzieningen. Daarbij kunt u denken aan liftsystemen, bovengrondse kabelbaaninstallaties zoals gondelbanen en stoeltjesliften en sleepliften. De twee belangrijkste kenmerken zijn de voortbeweging door kabels en de functie van personenvervoer. In de Verordening kunt u meer informatie vinden over de gehanteerde definities en welk soort installaties van het toepassingsbereik zijn uitgesloten. Daarnaast is op de websites van de Nederlandse overheid en de Europese Commissie aanvullende informatie met verwijzingen over kabelbaaninstallaties voor personenvervoer opgenomen.

De uitvoeringsmaatregelen van de Verordening zijn in Nederland vastgelegd in de Wet kabelbaaninstallaties. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) is aangewezen als de bevoegde nationale autoriteit die markttoezicht houdt.

Essentiële eisen onder Verordening 2016/424/EU

In bijlage II van de Verordening zijn de essentiële eisen onder Verordening 2016/424/EU opgenomen die gelden voor de kabelbaaninstallaties, de bijbehorende infrastructuur, de subsystemen en de veiligheidscomponenten. Hieronder vallen uiteenlopende hoofdthema’s zoals algemene veiligheidsvoorschriften en voorzieningen, infrastructuureisen, eisen aan de kabels, aandrijvingen, remmen en mechanische en elektrische installaties, eisen aan de voertuigen en sleepinrichtingen, voorzieningen voor de passagiers en het bedieningspersoneel en bedrijfstechnische voorwaarden.

Wanneer subsystemen en veiligheidscomponenten voldoen aan de voor deze producten geldende en toepasselijke geharmoniseerde normen, wordt verondersteld dat deze conform de in bijlage II opgenomen essentiële eisen zijn. Dit is het zogenaamde vermoeden van conformiteit en zorgt voor een vereenvoudiging van het conformiteitsonderzoek. In Nederland kunt u de tekst van geharmoniseerde normen verkrijgen bij het Nederlandse normalisatie-instituut (NEN).

verplichtingen voor fabrikanten, gemachtigden, importeurs en distributeurs bij kabelbanen

In de Verordening zijn per hoedanigheid van de marktpartij verplichtingen opgenomen voor fabrikanten (artikel 11), gemachtigden (artikel 12), importeurs (artikel 13) en distributeurs (artikel 14) van kabelbaaninstallaties voor personenvervoer. Deze bestaan onder andere uit:

  • het uitvoeren van de conformiteitsbeoordelingsprocedures (door een notified body);
  • het opstellen en bewaren van de technische documentatie;
  • het verschaffen van instructies en informatie;
  • het aanbrengen van het identificatienummer van het product en de contactgegevens van de fabrikant (en/of importeur);
  • het aanbrengen van de CE-markering;
  • het opstellen en bewaren van de EU-conformiteitsverklaring (door een notified body) en
  • het nemen van corrigerende maatregelen bij non-conformiteit.

Wees u ervan bewust dat op kabelbaaninstallaties voor personenvervoer ook (deels) andere EU-wetgeving van toepassing kan zijn. Hierbij kunt u denken aan de vereisten met betrekking tot het aanbrengen van de CE-markering die zijn neergelegd in Richtlijn 2006/42/EG betreffende machines.

Advocaten voor kabelbaaninstallaties voor personenvervoer

MAAK Advocaten beschikt over een ervaren team van advocaten in Amsterdam met een sterke focus op de spelers in de maakindustrie. Wilt u juridisch advies inwinnen over het toepassingsbereik van de Verordening 2016/424/EU, de essentiële eisen die op uw producten van toepassing zijn of de wettelijke verplichtingen die voor uw maakbedrijf gelden? Of heeft u behoefte aan ondersteuning bij het uitvoeren van de conformiteitsbeoordelingsprocedure (door een notified body / aangemelde instantie), het opstellen van de technische documentatie, het aanbrengen van de CE-markering, het opstellen van de EU-conformiteitsverklaring of andere vraagstukken over productregelgeving & CE-markering of de bijbehorende contracten? Neem dan contact op met onze advocaat aansprakelijkheidsrecht Martin Krüger of advocaat overeenkomstenrecht Max Schwillens, advocaten voor kabelbaaninstallaties voor personenvervoer, of met een van onze andere advocaten productregelgeving & CE-markering in Amsterdam.  

T:  +31 (0)20 – 210 31 38
E: mail@maakadvocaten.nl
Contactpersonen: Martin Krüger en Max Schwillens | beiden advocaat productregelgeving & CE-markering

Martin Krüger

Martin Krüger

Martin Krüger is als advocaat / partner verbonden aan MAAK Advocaten. Martin focust zich op handelsrecht en productregelgeving (CE-markering). Voor bedrijven stelt Martin overeenkomsten op, adviseert hij over toepasselijke regelgeving en procedeert hij bij geschillen voor de civiele rechter.