Wereldwijd wordt ongeveer 90% van de goederenhandel via de zeescheepvaart getransporteerd. De zeescheepvaart geldt als een van de meest kostenefficiënte en betrouwbare manieren van goederentransport. Bedrijven in de maakindustrie maken hiervan veelvuldig gebruik. Door de mondiale dimensie en het vitale belang van de zeescheepvaart voor de Europese economie en welvaart kent het Europese en Nederlandse recht veiligheidseisen met betrekking tot de uitrusting van zeeschepen. De wettelijke verplichtingen bij de uitrusting van zeeschepen zijn in lijn met internationale regels voor maritieme veiligheid vastgelegd in de Europese Richtlijn 2014/90/EU (hierna: de Richtlijn).
Richtlijn 2014/90/EU
De Richtlijn is van toepassing op schepen die varen onder de vlag van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER). De mate van verantwoordelijkheid van een marktdeelnemer is afhankelijk van de rol die hij inneemt in de toeleverings- en distributieketen. Hierdoor zijn fabrikanten, gemachtigden, importeurs en distributeurs er gezamenlijk verantwoordelijk voor dat de uitrusting van zeeschepen voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onze advocaten productregelgeving en CE-markering lichten in deze bijdrage de wettelijke regels rondom de uitrusting van zeeschepen nader toe.
Advocaat over de uitrusting van zeeschepen
De specialisten productregelgeving en CE-markering van MAAK Advocaten in Amsterdam worden geregeld geconfronteerd met (grensoverschrijdende) juridische vraagstukken over de veiligheidseisen onder Richtlijn 2014/90/EU. Daarnaast ondersteunen onze advocaten maakbedrijven bij het uitonderhandelen en opstellen van contracten, aansprakelijkheids- of ondernemingsrechtelijk gerelateerde vraagstukken, kwesties op het gebied van het transportrecht of, indien nodig, in geschillen en procedures.
Essentiële veiligheidseisen voor de uitrusting van zeeschepen
In verschillende internationale verdragen met betrekking tot maritieme veiligheid (zoals COLREG, MARPOL en SOLAS) zijn veiligheidsvoorschriften vastgelegd die zien op het ontwerp, de constructie, de prestatie en de benodigde certificaten van de uitrusting van zeeschepen. Ook de Europese wet- en regelgeving kent essentiële veiligheidseisen voor de uitrusting van zeeschepen.
Om in overeenstemming te zijn met deze veiligheidseisen dient de uitrusting van zeeschepen te voldoen aan bepaalde technische specificaties en prestatie- en beproevingsnormen. Deze zijn ontwikkeld door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) en de internationale en Europese normalisatie-organisaties (zoals ISO, IEC, CEN, CENELEC, ITU en ETSI). Welke technische specificaties en prestatie- en beproevingsnormen in een specifieke situatie gelden, kunt u onder andere raadplegen bij het Nederlandse normalisatie-instituut (NEN).
Richtlijn 2014/90/EU heeft als doel om de veiligheid op zee te verbeteren, maritieme verontreiniging te voorkomen, voor een uniforme toepassing van de internationale verdragen binnen de EER te zorgen en het vrije verkeer van de uitrusting van zeeschepen te waarborgen (artikel 1 Richtlijn).
Om dit te realiseren is de Richtlijn onder meer van toepassing op reddingsmiddelen, middelen ter voorkoming van maritieme verontreiniging, brandbeveiligingsapparatuur, navigatieapparatuur, radiocommunicatieapparatuur, machines en elektrische installaties.
De Richtlijn is niet van toepassing op uitrusting die vóór de inwerkingtreding van de Richtlijn op een zeeschip is geïnstalleerd en uitrusting die niet in de internationale verdragen is vermeld. Ook geldt de Richtlijn niet voor uitrusting waarvoor geen technische specificaties en geharmoniseerde prestatie- en beproevingsnormen zijn ontwikkeld.
Onze advocaten CE-markering en productregelgeving adviseren u graag bij het bepalen welke wet- en regelgeving in uw specifieke situatie van toepassing is en aan welke vereisten moet worden voldaan.
Wettelijke verplichtingen voor fabrikanten, gemachtigden, importeurs en distributeurs van de uitrusting van zeeschepen
Daarnaast gelden verschillende wettelijke verplichtingen voor fabrikanten, gemachtigden en importeurs en distributeurs van de uitrusting van zeeschepen. Deze bestaan onder andere uit:
- het opstellen, ter beschikking hebben en bewaren van de vereiste technische documentatie;
- het uitvoeren van de toepasselijke conformiteitsbeoordelingsprocedure door een notified body (artikel 15 en Bijlage II Richtlijn);
- het opstellen, ter beschikking hebben en bewaren van de EU-conformiteitsverklaring (artikel 16 Richtlijn);
- het aanbrengen van de stuurwielmarkering, het zogenaamde scheepsroer of Ship’s Wheel (artikel 9 t/m 11 en Bijlage I Richtlijn);
- het verschaffen van veiligheidsinstructies en -informatie;
- het aanbrengen van het productidentificatienummer en contactgegevens van de fabrikant en/of importeur en
- het nemen van corrigerende maatregelen wanneer de uitrusting van zeeschepen een risico vormt of non-conform is.
Partijen in de Supply Chain van toeleverancier, fabrikant, importeur en distributeur moeten er daarnaast rekening mee houden dat op de uitrusting van zeeschepen ook (gedeeltelijk) andere EU-wetgeving van toepassing kan zijn zoals:
- de Machinerichtlijn (Richtlijn 2006/42/EG);
- de EMC-richtlijn (Richtlijn 2014/30/EU);
- de Verordening betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen (Verordening 2016/425/EU);
- de Richtlijn betreffende drukapparatuur (Richtlijn 2014/68/EU) en
- de Richtlijn betreffende drukvaten van eenvoudige vorm (Richtlijn 2014/29/EU).
Markttoezicht bij de uitrusting van zeeschepen
Vlaggenstaten van de EER zijn ervoor verantwoordelijk dat de uitrusting van zeeschepen die onder hun vlag varen voldoet aan de internationale verdragen en de Richtlijn en dienen daarvoor een systeem van marktoezicht bij de uitrusting van zeeschepen op te zetten. In dit kader dienen deze lidstaten ook zorg te dragen voor de uitgifte, goedkeuring of vernieuwing van de benodigde certificaten.
In Europa houdt het Europees Agentschap voor Maritieme Veiligheid (EMSA) markttoezicht op de naleving van de Richtlijn. In Nederland is de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) aangewezen als bevoegde markttoezichtautoriteit bij de uitrusting van zeeschepen.
Daarnaast is voor bedrijven die op deze markt actief zijn ook de nadere regelgeving ter uitvoering van de Richtlijn relevant die is neergelegd in de Wet scheepsuitrusting 2016, de Regeling scheepsuitrusting 2016, de Regeling veiligheid zeeschepen en het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen.
Onze advocaten CE-markering en productregelgeving ondersteunen u graag bij een geschil met de bevoegde toezichthouder, waarbij de voorkeur uiteraard uitgaat naar het voorkomen van een dergelijk geschil indien dat mogelijk is.
Contact opnemen met een advocaat voor de uitrusting van zeeschepen
De advocaten van MAAK Advocaten in Amsterdam hebben ruime ervaring in het ondersteunen van bedrijven in de maakindustrie bij uiteenlopende productregelgeving & CE-markering gerelateerde vraagstukken. Wilt u juridisch advies inwinnen over de toepasselijkheid van Richtlijn 2014/90/EU, de essentiële veiligheidseisen die op uw producten van toepassing zijn of de verplichtingen die voor uw onderneming als fabrikant, gemachtigde, importeur of distributeur gelden? Of heeft u behoefte aan ondersteuning bij een handelsgeschil met een andere marktdeelnemer of een discussie met de EMSA of ILT? Neem dan contact op met Martin Krüger of Max Schwillens, advocaat bij de uitrusting van zeeschepen, of met een van onze andere advocaten productregelgeving & CE-markering in Amsterdam.
T: +31 (0)20 – 210 31 38
E: mail@maakadvocaten.nl
Contactpersoon: Martin Krüger en Max Schwillens | Advocaten productregelgeving & CE-markering