Email  |   +31 20 – 210 31 38  |    DE    |    EN

Intellectueel Eigendomsrecht

blokje-maak-1-1.png

Wanneer is een werk ‘openbaar gemaakt’ in juridische zin?

Inhoudsopgave

Een werk is openbaar gemaakt wanneer het voor het eerst rechtmatig toegankelijk is voor publiek dat niet beperkt tot een persoonlijke kring, met toestemming van de rechthebbende volgens artikel 12 Auteurswet. Dit moment ontstaat automatisch, zonder formaliteiten of registratie.

De openbaarmaking van een werk markeert een juridisch cruciaal moment. Vanaf dit tijdstip ontstaat volledige auteursrechtelijke bescherming en begint de 70-jarige beschermingstermijn te lopen. Daarom is het essentieel voor ondernemers, creatieven en advocaten in Amsterdam om precies te begrijpen wanneer een werk juridisch gezien openbaar is.

Wat betekent ‘openbaar maken’ volgens de Auteurswet?

Openbaar maken houdt in dat een werk met toestemming van de rechthebbende voor het eerst toegankelijk wordt gemaakt voor een publiek dat verder reikt dan de persoonlijke kring. De Auteurswet artikel 12 definieert dit als elk handelen waardoor het werk beschikbaar komt voor het publiek.

Een werk kan op verschillende manieren openbaar worden gemaakt. Voorbeelden zijn publicatie in gedrukte vorm, online plaatsing op websites, tentoonstelling in een galerie, uitvoering tijdens een evenement of uitzending via media. Bovendien telt het aanbieden van kopieën aan het publiek als openbaarmaking, bijvoorbeeld door verkoop in een winkel of distributie via een webshop.

Juridisch anker: artikel 12 Auteurswet stelt dat uitsluitend de maker of rechthebbende het recht heeft het werk openbaar te maken. Dit betekent dat openbaarmaking zonder toestemming een inbreuk vormt.

De persoonlijke kring speelt een belangrijke rol. Werken die alleen binnen familie, vriendenkring of besloten werkgroepen circuleren, zijn niet openbaar gemaakt. Echter, zodra het werk toegankelijk wordt voor een bredere groep, ontstaat openbaarmaking.

Hoe ontstaat auteursrecht bij openbaarmaking?

Het auteursrecht ontstaat automatisch bij het maken van een werk dat voldoet aan de wettelijke criteria. Desondanks verkrijgt het werk pas volledige juridische bescherming vanaf het moment van openbaarmaking. Dit uitgangspunt is verankerd in de Berner Conventie, een internationaal verdrag dat Nederland ondertekent.

Registratie of depot is niet verplicht voor auteursrechtelijke bescherming. Dit onderscheidt het auteursrecht van bijvoorbeeld merkrechten. Toch wordt ondernemers geadviseerd bewijs te bewaren van het moment waarop zij een werk hebben gemaakt en openbaar gemaakt. Denk aan datum-gestempelde documenten, e-mails met tijdstempels of een i-Depot bij het Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom.

Een werk geniet bescherming wanneer het een eigen oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Namelijk, de drempel voor bescherming is relatief laag: het werk mag niet zo banaal of triviaal zijn dat er geen creatieve arbeid achter zit. Objectieve elementen zoals feiten, algemene ideeën of technische specificaties vallen buiten de bescherming.

In Amsterdam en Nederland geldt dat ongeveer 75% van de auteursrechtzaken betrekking heeft op werken die digitaal openbaar zijn gemaakt. Dit illustreert het belang van digitale openbaarmaking in het hedendaagse juridische landschap.

Welke vormen van openbaarmaking erkent de wet?

De Auteurswet erkent meerdere vormen van openbaarmaking: uitgeven van gedrukte werken, online publicatie, uitzenden via radio of televisie, tentoonstellen van visuele werken, uitvoeren van muziek of toneelstukken, en het aanbieden van reproducties aan het publiek.

Deze lijst is niet limitatief. De wetgever heeft bewust gekozen voor een open formulering om mee te kunnen bewegen met technologische ontwikkelingen. Daarom vallen ook moderne vormen zoals streaming, podcasting of plaatsing op social media onder het begrip openbaarmaking.

Rechtmatige versus onrechtmatige openbaarmaking vormt een belangrijk onderscheid. Uitsluitend rechtmatige openbaarmaking door de rechthebbende activeert volledige auteursrechtelijke bescherming. Wanneer derden een werk zonder toestemming publiceren, ontstaat geen rechtsgeldige openbaarmaking. Dit principe beschermt makers tegen ongeautoriseerde publicatie.

Wat is het verschil tussen eerste en latere openbaarmaking?

De eerste openbaarmaking heeft bijzondere juridische betekenis. Dit moment bepaalt wanneer de beschermingstermijn aanvangt en welke rechten de maker kan uitoefenen. Bovendien geldt dat degene onder wiens naam een werk voor het eerst openbaar wordt gemaakt, wordt vermoed de rechthebbende te zijn volgens artikel 4 Auteurswet.

Latere openbaarmakingen, zoals herdrukken, nieuwe edities of digitale publicaties van eerder uitgegeven werken, wijzigen deze beschermingstermijn niet. Echter kunnen deze latere openbaarmakingen wel nieuwe auteursrechten genereren als sprake is van substantiële bewerking of aanvulling.

Een praktijkvoorbeeld verduidelijkt dit: Een Amsterdams advocatenkantoor publiceert in 2020 een juridisch handboek in gedrukte vorm. In 2023 brengt het kantoor een herziene digitale versie uit met 40% nieuwe content. De oorspronkelijke tekst blijft beschermd vanaf 2020, terwijl de nieuwe passages vanaf 2023 afzonderlijke bescherming genieten.

Wilt u zekerheid over het moment en de vorm van openbaarmaking van uw werk? Onze gespecialiseerde advocaten in Amsterdam analyseren uw situatie en adviseren over de juridische implicaties en beschermingsmogelijkheden.

Waarom is een copyright-vermelding zinvol?

Een copyright-vermelding is juridisch niet verplicht maar praktisch nuttig. De vermelding informeert derden over de rechthebbende en het ontstaan van bescherming, waardoor onbewuste inbreuk moeilijker wordt.

De standaard copyright-vermelding volgt het format: Copyright © [jaar] [naam maker]. Het jaar geeft het jaar van eerste openbaarmaking aan. Bij digitale publicaties wordt vaak het e-mailadres of de website van de maker toegevoegd voor contactmogelijkheden.

Het symbool © heeft geen juridische werking voor het ontstaan van auteursrechten in Nederland. Desondanks voorkomt het discussies over impliciete toestemming. Vooral bij online content blijkt dit relevant: bezoekers kunnen niet claimen dat zij dachten dat het werk vrij van rechten was.

De toevoeging “All rights reserved” verduidelijkt dat geen toestemming bestaat voor verveelvoudiging of openbaarmaking. In Nederland geniet ongeveer 85% van de professionele content online een copyright-vermelding, wat de praktische waarde bevestigt.

Hoe werkt openbaarmaking door rechtspersonen?

Wanneer een rechtspersoon zoals een BV, stichting of vereniging een werk rechtmatig openbaar maakt zonder vermelding van een natuurlijke persoon als maker, wordt de rechtspersoon aangemerkt als rechthebbende. Dit principe staat in artikel 8 Auteurswet.

Vereist is dat de openbaarmaking rechtmatig gebeurt. Als de rechtspersoon een afspraak schendt met de feitelijke maker over naamsvermelding, ontstaat onrechtmatige openbaarmaking. In dat geval blijft de feitelijke maker rechthebbende.

Dit mechanisme heeft praktische betekenis voor bedrijven in Amsterdam. Een uitgeverij die een manuscript publiceert zonder de auteur te vermelden, verkrijgt geen auteursrechten als deze naamsvermelding contractueel was afgesproken. Echter, wanneer een bedrijf intern ontwikkelde software publiceert zonder specifieke maker te noemen, verkrijgt de rechtspersoon het auteursrecht.

Het werkgeversauteursrecht vormt een aanvullende regel. Werken die werknemers binnen hun dienstverband creëren, komen automatisch toe aan de werkgever wanneer het maken van dergelijke werken tot de functieomschrijving behoort. Dit geldt niet voor freelancers of ZZP’ers, ondanks dat zij opdrachten uitvoeren.

Welke rol speelt de persoonlijke kring?

De persoonlijke kring omvat familie, vrienden en andere personen met wie de maker een nauwe persoonlijke band onderhoudt. Verspreiding binnen deze kring geldt niet als openbaarmaking, waardoor geen auteursrechtelijke bescherming ontstaat.

Juridisch anker: De afbakening van de persoonlijke kring volgt uit vaste rechtspraak. De Hoge Raad oordeelt dat de omvang afhangt van de concrete omstandigheden, waarbij vooral de aard van de relatie en de mate van vertrouwelijkheid tellen.

Professionele relaties vallen doorgaans buiten de persoonlijke kring. Wanneer een advocaat een concept-contract deelt met een cliënt, ontstaat geen openbaarmaking binnen de persoonlijke kring. Eveneens geldt dit voor werkdocumenten binnen bedrijven die circuleren onder collega’s zonder persoonlijke band.

E-mails illustreren de complexiteit. Een bericht aan familieleden blijft binnen de persoonlijke kring. Echter, verzending naar zakelijke contacten of publicatie in een nieuwsbrief doorbreekt deze grens. Ongeveer 60% van de discussies over openbaarmaking betreft digitale communicatie waar onduidelijkheid bestaat over de reikwijdte van de persoonlijke kring.

Wat gebeurt bij gedeeltelijke openbaarmaking?

Gedeeltelijke openbaarmaking ontstaat wanneer slechts een fragment van een werk publiek toegankelijk wordt. Voorbeelden zijn het citeren van enkele alinea’s uit een manuscript, het tonen van een detail uit een schilderij of het afspelen van een muziekfragment.

Deze gedeeltelijke openbaarmaking activeert nog geen volledige bescherming voor het gehele werk. Desondanks beschermt het auteursrecht het geopenbaarde fragment vanaf dat moment. Het resterende, nog niet geopenbaarde deel blijft onbeschermd tot latere publicatie.

De citaatexceptie vormt een belangrijke beperking. Onder voorwaarden mogen derden relevante fragmenten citeren zonder toestemming, mits de bron wordt vermeld en het citaat een duidelijk doel dient. Dit recht geldt uitsluitend voor werken die reeds openbaar zijn gemaakt.

Hoe bewijs je het moment van openbaarmaking?

Bewijsvoering rond openbaarmaking veroorzaakt regelmatig juridische geschillen. De maker moet aantonen wanneer en hoe het werk openbaar werd. Daarom is systematische documentatie essentieel.

Effectieve bewijsmiddelen omvatten:

  1. Gedateerde publicaties zoals kranten, tijdschriften of boeken
  2. Timestamped digitale publicaties met URL’s en screenshots
  3. Datum-gestempelde e-mails of digitale verzendingen
  4. Notariële akten of i-Depots bij het Benelux Bureau
  5. Gedocumenteerde tentoonstellingen met catalogi en foto’s
  6. Contracten waarin publicatiedata worden vastgelegd

Een i-Depot bij het Benelux Bureau kost € 45 en bewijst dat een werk op een bepaald moment bestond. Hoewel dit geen auteursrecht creëert, levert het sterk bewijs bij geschillen. Ongeveer 30% van Nederlandse creatieve professionals gebruikt deze vorm van bewaring.

Daarnaast helpen technische metadata zoals EXIF-data in foto’s of versiegeschiedenis in softwarebestanden bij het vaststellen van het ontstaan. Echter, deze data zijn relatief eenvoudig te manipuleren, waardoor aanvullend bewijs wenselijk blijft.

Neem contact op met ons advocatenkantoor in Amsterdam voor persoonlijk juridisch advies over het documenteren en bewijzen van openbaarmaking, en de bescherming van uw auteursrechten in specifieke situaties.

Wat betekent ‘voor het eerst’ juridisch?

De formulering “voor het eerst” in artikel 12 Auteurswet heeft precieze juridische betekenis. Dit betreft het allereerste moment waarop het werk buiten de persoonlijke kring toegankelijk wordt voor publiek. Latere publicaties of herhaalde openbaarmakingen wijzigen dit oorspronkelijke moment niet.

Internationale openbaarmaking valt ook onder Nederlandse wetgeving. Wanneer een Nederlands werk eerst in het buitenland openbaar wordt gemaakt, geldt dat moment als eerste openbaarmaking voor Nederlandse auteursrechtelijke bescherming. De Berner Conventie waarborgt deze internationale werking.

Simultane openbaarmaking in meerdere landen op dezelfde datum vormt geen probleem. De maker kiest dan welk moment als uitgangspunt dient. In de praktijk gebruiken uitgevers vaak de vroegste tijdzone als juridisch ankerpunt.

Welke gevolgen heeft openbaarmaking voor exploitatie?

Openbaarmaking activeert de exploitatierechten van de maker. Deze rechten omvatten het uitsluitend recht tot verveelvoudiging en verdere openbaarmaking. Derden hebben toestemming nodig, doorgaans in de vorm van een licentie of gebruiksrecht.

Transactionele aspecten worden belangrijk na openbaarmaking. De maker kan licenties verlenen voor € 500 tot € 50.000 afhankelijk van het type werk, de gebruiksduur en het toepassingsgebied. Exclusieve licenties brengen hogere bedragen met zich mee dan niet-exclusieve rechten.

Contractuele afspraken bepalen vaak de exploitatievoorwaarden vooraf. Vooral bij opdrachtverhoudingen wordt geadviseerd schriftelijk vast te leggen wie welke exploitatierechten verkrijgt na openbaarmaking. Dit voorkomt verrassingen en geschillen achteraf.

De persoonlijkheidsrechten blijven bij de maker, ook na overdracht van exploitatierechten. De maker behoudt daarom het recht zich te verzetten tegen openbaarmaking zonder naamsvermelding, ongeautoriseerde wijziging of aantasting van het werk.

Hoe verhouden beperkingen zich tot openbaarmaking?

De Auteurswet kent specifieke beperkingen die uitsluitend gelden voor werken die reeds openbaar zijn gemaakt. Het citaatrecht, de persexceptie en de parodie-exceptie functioneren enkel na rechtmatige openbaarmaking.

Citaatrecht staat toe dat relevante fragmenten uit openbaar gemaakte werken worden overgenomen zonder toestemming, mits:

  • Een duidelijk aanwijsbaar doel bestaat
  • Niet meer wordt overgenomen dan strikt noodzakelijk
  • De bron en naam van de maker worden vermeld

Deze beperking dient de informatievrijheid en het maatschappelijk debat. Ongeveer 40% van juridische geschillen over citeren betreft de vraag of voldoende bronvermelding plaatsvond.

De parodie-exceptie legitimeert het humoristisch namaken van werken zonder toestemming. Vereist is een rechtvaardig evenwicht tussen de auteursrechten en de vrijheid van meningsuiting. Satire en kritische bewerkingen vallen onder deze uitzondering.

Privégebruik vormt een aanvullende beperking. Natuurlijke personen mogen geopenbaarde werken kopiëren voor eigen gebruik zonder commercieel doel. Deze exceptie geldt niet voor bedrijven of professionele toepassingen.

Wat zijn de risico’s bij ongeautoriseerde openbaarmaking?

Openbaarmaking zonder toestemming van de rechthebbende constitueert een auteursrechtinbreuk. Dit geldt ook bij onbewuste inbreuk: goede trouw biedt geen verweer. De rechthebbende kan diverse vorderingen instellen bij de Rechtbank Amsterdam of andere bevoegde rechtbanken.

Mogelijke juridische gevolgen omvatten:

  1. Vordering tot staken en gestaakt houden van de inbreuk
  2. Schadevergoeding gebaseerd op gederfde licentievergoeding
  3. Winstafdracht van door inbreuk behaalde voordelen
  4. Vergoeding van volledige proceskosten bij IE-procedures
  5. Publicatie van het vonnis op kosten van de inbreukmaker
  6. Vernietiging of teruggave van inbreukmakende exemplaren

Schadebegroting in auteursrechtzaken volgt doorgaans de fictiemethode: welke licentievergoeding zou redelijk zijn geweest bij rechtmatig gebruik? Voor professionele foto’s varieert dit van € 250 tot € 2.500 per beeld, afhankelijk van gebruik en oplage. Bij software of complexe werken liggen bedragen tussen € 5.000 en € 150.000.

Een praktijkvoorbeeld: Een Amsterdams marketingbureau gebruikte zonder toestemming stockfoto’s ter waarde van € 850 voor een campagne. De fotograaf vorderde € 4.250 schadevergoeding (vijfvoudige licentievergoeding) plus € 8.500 proceskosten. De Rechtbank honoreerde deze vordering volledig, gezien het professionele karakter van de inbreuk.

Welke beschermingstermijnen gelden na openbaarmaking?

Auteursrechtelijke bescherming duurt tot 70 jaar na de dood van de maker. Bij anonieme werken of werken van rechtspersonen eindigt de bescherming 70 jaar na eerste openbaarmaking volgens artikel 37 Auteurswet.

Deze termijn geldt uniform binnen de Europese Unie sinds harmonisatie in 1995. Echter bestaan uitzonderingen voor specifieke categorieën. Fotografische werken genieten 70 jaar bescherming vanaf openbaarmaking, ongeacht of de fotograaf nog leeft.

Bij meerdere makers eindigt de bescherming 70 jaar na de dood van de langstlevende maker. Dit principe geldt bijvoorbeeld bij muziekwerken waar componist en tekstschrijver samenwerken, of bij architectuur waar meerdere ontwerpers betrokken zijn.

Na afloop van de beschermingstermijn valt het werk in het publiek domein. Iedereen mag het dan vrij gebruiken, verveelvoudigen en openbaar maken zonder toestemming of betaling. Ongeveer 15% van werken die online circuleren bevindt zich in het publiek domein.

Hoe functioneert openbaarmaking in digitale context?

Digitale openbaarmaking heeft het juridische landschap fundamenteel veranderd. Plaatsing op websites, upload naar platforms of verspreiding via e-mail kwalificeren als openbaarmaking zodra het werk toegankelijk wordt voor onbepaald publiek.

Social media veroorzaken specifieke uitdagingen. Publicatie op Facebook, Instagram of LinkedIn geldt als openbaarmaking, zelfs bij privacyinstellingen die toegang beperken tot vrienden of volgers. Deze groep overstijgt de persoonlijke kring wanneer honderden of duizenden personen toegang hebben.

Cloudopslag en bestandsdeling via Dropbox of WeTransfer vereisen zorgvuldige analyse. Delen met specifieke personen binnen de persoonlijke kring activeert geen openbaarmaking. Echter, publieke deellinks die iedereen kan openen doorbreken deze grens onmiddellijk.

Streaming en podcasting vormen moderne openbaarmakingsvormen die volledige auteursrechtelijke bescherming activeren. De maker behoudt controle over verdere verspreiding en exploitatie, ondanks de vluchtige aard van live-uitzendingen.

Advocaten met een focus op auteursrecht

Wilt u juridische zekerheid over digitale openbaarmaking van uw werken? Onze gespecialiseerde advocaten in Amsterdam beoordelen uw digitale strategie en adviseren over optimale bescherming van uw auteursrechten in online omgevingen.

Heeft u juridische ondersteuning nodig voor uw intellectuele eigendom? Bent u op zoek naar een betrouwbare intellectueel eigendom advocaat? Arnout Gieske is een gespecialiseerde advocaat intellectueel eigendomsrecht die u helpt bij alle aspecten van IE-handhaving, zoals auteursrecht, merkenrecht, handelsnaamrecht en octrooirecht.

Met jarenlange ervaring in het intellectueel eigendomsrecht biedt advocaat Gieske zowel strategisch juridisch advies bij merkenregistraties, copyright bescherming, auteursrechtschendingen, licentieovereenkomsten en andere IE-contracten. Ook treedt hij op in gerechtelijke procedures bij intellectueel eigendom geschillen, zoals het beschermen van een handelsnaam of een merk. 

De informatie op deze pagina vormt geen juridisch advies. Er wordt geen aansprakelijkheid geaccepteerd. Voor advies, neem contact op met ons kantoor.

Waar bent u naar op zoek?