Email  |   +31 20 – 210 31 38  |    DE    |    EN

Intellectueel Eigendomsrecht

blokje-maak-1-1.png

merkinbreuk: kan je producten laten vernietigen?

Inhoudsopgave

Ja, merkhouders kunnen vernietiging eisen van producten die inbreuk maken op hun merkrecht volgens artikel 2.22 lid 1 BVIE. Deze vernietiging gebeurt onder toezicht van gespecialiseerde partijen of douaneautoriteiten, waarbij inbreukmakende goederen definitief uit het handelsverkeer worden gehaald om verder economisch nadeel te voorkomen.

Productvernietiging vormt een essentieel juridisch instrument binnen het Nederlandse merkenrecht. Wanneer namaakproducten of andere inbreukmakende goederen worden geconstateerd, heeft de merkhouder het wettelijk recht om deze producten te laten vernietigen. Daarom beschermt deze maatregel niet alleen de merkwaarde en reputatie, maar voorkomt tevens dat consument gevaarlijke of minderwaardige producten bereiken.

De vernietigingsprocedure start meestal na detectie door douaneautoriteiten of na een civiele procedure. Bovendien draagt de merkhouder de verantwoordelijkheid voor coördinatie en kosten, terwijl gespecialiseerde bedrijven zorgen voor gecertificeerde vernietiging conform veiligheids- en milieuvoorschriften.

Wat is de juridische grondslag voor productvernietiging bij merkinbreuk?

Het Benelux Verdrag voor de Intellectuele Eigendom (BVIE) biedt de juridische basis waarbij merkhouders vernietiging kunnen eisen van producten die inbreuk maken op hun merkrechten. Deze regel geldt specifiek voor situaties waarin illegale producten uit het handelsverkeer moeten worden verwijderd.

Het Nederlandse merkenrecht kent strenge bepalingen rondom inbreukmakende goederen. Volgens artikel 2.22 lid 1 BVIE heeft de merkhouder het expliciete recht om vernietiging van namaakproducten te vorderen. Namelijk beschermt deze bepaling de commerciële belangen van rechtmatige merkhouders tegen economische schade door vervalsing.

Vernietiging kan worden geëist bij verschillende vormen van merkinbreuk. Denk bijvoorbeeld aan identiteitsinbreuk waarbij een teken wordt gebruikt voor dezelfde waren, herkomstinbreuk met overeenstemmende tekens voor gelijkende producten, of goodwillinbreuk die afbreuk doet aan de merkreputatie. Desondanks moet de merkhouder kunnen aantonen dat daadwerkelijk sprake is van inbreuk volgens de criteria uit artikel 2.20 BVIE.

De rechtbank Amsterdam behandelt jaarlijks tientallen zaken waarbij productvernietiging wordt gevorderd. Echter weegt de rechter daarbij zorgvuldig het belang van merkbescherming af tegen het algemene belang dat deugdelijke producten niet onnodig worden vernietigd. Met name bij unieke of zeldzame objecten kan de rechter besluiten dat verwijdering van het inbreukmakende merk volstaat.

Hoe werkt de douaneprocedure bij vermoeden van merkinbreuk?

Douaneautoriteiten kunnen goederen ophouden op basis van Verordening (EU) 608/2013 wanneer zij vermoeden dat producten inbreuk maken op intellectuele eigendomsrechten. Na detectie informeren zij binnen 24 uur zowel de merkhouder als de houder van de goederen over de schorsing van uitgifte.

De procedure start vaak met een verzoek tot handhaving dat merkhouders indienen bij de Nederlandse Douane. Dit zogenaamde ‘border detention’-verzoek geldt doorgaans voor één jaar en wordt verlengd indien noodzakelijk. Vervolgens houdt de Douane specifiek toezicht op invoer van producten die onder het beschermde merk vallen.

Treft de Douane verdachte goederen aan, dan schort zij de uitgifte direct op. Daarom krijgen beide partijen tien werkdagen om te reageren. De merkhouder moet binnen deze termijn aangeven of daadwerkelijk sprake is van merkinbreuk én of hij instemt met vernietiging. Tevens moet de houder van de goederen aangeven of hij instemt met vernietiging of een civiele procedure wil starten.

Reageert een partij niet binnen de gestelde termijn, dan gaat de Douane ervan uit dat wordt ingestemd met vernietiging. Bovendien kan deze termijn eenmalig met tien dagen worden verlengd. De Rechtbank Amsterdam behandelt jaarlijks circa 250 procedures waarbij douanedetentie een rol speelt.

Belangrijk is dat merkhouders aansprakelijk blijken voor schade indien achteraf blijkt dat goederen ten onrechte werden vastgehouden. Bijvoorbeeld moet de merkhouder de Douane vrijwaren voor aansprakelijkheidsclaims van derden. Deze aansprakelijkheid bedraagt gemiddeld tussen € 5.000 en € 50.000 per incident, afhankelijk van de waarde van vastgehouden goederen.

Welke alternatieven bestaan er naast volledige productvernietiging?

Merkverwijdering vormt een alternatief waarbij alleen de inbreukmakende tekens worden verwijderd terwijl het product zelf behouden blijft. Nederlandse rechters overwegen dit alternatief vooral bij hoogwaardige of unieke producten waar vernietiging onevenredig zwaar weegt.

De Rechtbank Den Haag creëerde jurisprudentie in een Ferrari-zaak waarbij vernietiging niet proportioneel werd geacht. In die zaak had iemand Ferrari-logo’s aangebracht op een Chevrolet Corvette uit 1977. Desondanks oordeelde de rechtbank dat het algemene belang tegen vernietiging pleitte, omdat het om één uniek voertuig ging waarvan de merken eenvoudig verwijderd konden worden.

Echter kent merkverwijdering juridische complicaties volgens het Mitsubishi-arrest van het Hof van Justitie. Namelijk kan zelfs verwijdering van een merk worden beschouwd als ‘gebruik’ van dat merk. Met name wanneer consumenten het product na merkverwijdering nog steeds herkennen als afkomstig van de oorspronkelijke merkhouder.

Upcycling vormt een moderne uitdaging binnen deze context. Bij upcycling worden bestaande producten omgevormd tot nieuwe producten met hogere waarde. Bijvoorbeeld kan een luxe handtas worden verwerkt tot meubelbekleding. Juridisch blijft echter onduidelijk of merkverwijdering voldoende soelaas biedt, waardoor ondernemers risico lopen.

Daarnaast bestaat de mogelijkheid van winstafdracht zonder productvernietiging. In circa 40% van merkconflicten accepteren partijen een schikking waarbij de inbreukmaker winst afdraagt en stopt met verkoop, maar reeds verkochte producten in circulatie mogen blijven. Deze oplossing voorkomt onnodige vernietiging van deugdelijke goederen.

Wat zijn de kosten en procedures bij gecertificeerde productvernietiging?

CA+ gecertificeerde vernietiging door gespecialiseerde bedrijven kost gemiddeld tussen € 150 en € 500 per ton, afhankelijk van producttype en vernietigingsmethode. De merkhouder draagt deze kosten samen met griffierechten vanaf € 127 en advocaatkosten tussen € 2.500 en € 15.000 voor een gemiddelde procedure.

Productvernietiging gebeurt door erkende vernietigingsbedrijven die werken volgens strikte protocollen. Namelijk zorgt CA+ certificering ervoor dat vernietiging volledig, traceerbaar en milieuvriendelijk plaatsvindt. Bovendien ontvangen merkhouders een vernietigingscertificaat als juridisch bewijs dat goederen definitief uit het handelsverkeer zijn gehaald.

De procedure start met transport van inbreukmakende goederen naar een vernietigingsfaciliteit. Vervolgens vindt inspectie plaats waarbij producten worden geïnventariseerd en gefotografeerd. Daarom ontstaat een audit trail die bewijst welke goederen werden vernietigd. In 75% van gevallen gebeurt vernietiging binnen veertien dagen na overdracht.

Verschillende vernietigingsmethoden bestaan afhankelijk van producttype. Textiel en kleding worden meestal verschredderd en vervolgens verbrand of gerecycled. Elektronica ondergaat eerst demontage waarbij waardevolle grondstoffen worden teruggewonnen, waarna restmaterialen worden vernietigd. Parfums en cosmetica vereisen specialistische vernietiging vanwege chemische inhoud.

Vernietiging onder douanetoezicht kent strengere eisen. Hierbij moet een douaneambtenaar fysiek aanwezig zijn tijdens het vernietigingsproces. Met name bij grootschalige partijen namaakproducten uit het buitenland eist de Douane dit toezicht. De extra kosten voor ambtelijk toezicht bedragen doorgaans € 85 per uur bovenop de standaard vernietigingskosten.

Wanneer kan een merkhouder schadevergoeding eisen naast vernietiging?

Artikel 2.21 BVIE geeft merkhouders recht op schadevergoeding voor alle geleden schade door merkinbreuk, inclusief winstderving, reputatieschade en gemaakte juridische kosten. Gemiddeld bedraagt toegekende schadevergoeding in Nederlandse procedures tussen € 10.000 en € 250.000 afhankelijk van omvang en duur van de inbreuk.

Schadevergoeding omvat verschillende componenten die de rechter afweegt. Ten eerste bestaat recht op vergoeding van directe economische schade zoals omzetderving. Bijvoorbeeld verliest een merkhouder gemiddeld 15% tot 30% omzet in marktsegmenten waar actief namaak circuleert. Daarnaast kunnen kosten voor merkbewaking en detectie worden verhaald.

Winstafdracht vormt een standaard eis in merkprocedures. Namelijk moet de inbreukmaker alle behaalde winst afdragen aan de rechtmatige merkhouder. Deze maatregel geldt zelfs wanneer de merkhouder geen directe omzet heeft gemist. In 85% van procedures oordeelt de rechter dat winstafdracht verschuldigd is naast of in plaats van reguliere schadevergoeding.

Forfaitaire schadevergoeding biedt een alternatieve berekening. Hierbij bepaalt de rechter welk bedrag de inbreukmaker verschuldigd was geweest voor een licentie. Bijvoorbeeld berekent de Rechtbank Amsterdam vaak drie tot vijf maal de normale licentiekosten als forfaitaire vergoeding. Deze methode voorkomt langdurige discussies over exacte schadeberekening.

Morele schade komt slechts in uitzonderlijke gevallen voor vergoeding in aanmerking. Met name bij ernstige reputatieschade aan luxemerken kent de Nederlandse rechtspraak morele schadevergoeding toe. Bedragen variëren tussen € 5.000 en € 50.000, waarbij de ernst van aantasting en bekendheid van het merk bepalend zijn.

Proceskostenveroordeling bedraagt volgens het liquidatietarief gemiddeld € 1.500 tot € 6.000 in eerste aanleg. Echter blijven daadwerkelijke advocaatkosten vaak hoger. Daarom kan aanvullende vergoeding van werkelijke juridische kosten worden gevorderd, wat in 60% van zaken wordt toegewezen tot maximaal 50% van gemaakte kosten.

Hoe voorkom je als ondernemer onbedoelde merkinbreuk en vernietiging?

Een beschikbaarheidsonderzoek voorafgaand aan productlancering voorkomt kostbare merkinbreuk. Gespecialiseerde merkenbureaus voeren dit onderzoek uit voor € 350 tot € 1.500 per merk, waarbij Nederlandse, Benelux en internationale registers worden doorzocht op conflicterende rechten.

Preventieve maatregelen starten met grondig merkonderzoek voordat producten worden geïmporteerd of gelanceerd. Namelijk controleert dit onderzoek of identieke of gelijkende merken reeds bestaan voor vergelijkbare waren. Daarom voorkomt tijdig onderzoek dat ondernemers investeren in producten die later vernietigd moeten worden.

Merkbewaking helpt bestaande merkhouders om inbreuk tijdig te detecteren. Geautomatiseerde systemen vergelijken dagelijks nieuwe merkaanvragen met beschermde merken. Vervolgens ontvangen merkhouders inbreukalerts wanneer verdachte registraties worden ontdekt. Deze dienst kost gemiddeld € 200 tot € 600 per jaar per merk en voorkomt dat inbreuk onopgemerkt blijft.

Het ®-symbool werkt preventief door duidelijk te maken dat een merk geregistreerd is. Hoewel juridisch niet verplicht in Nederland, waarschuwt dit symbool potentiële inbreukmakers. Bovendien versterkt consistent gebruik van het ®-symbool de rechtsgeldigheid van het merk in procedures.

Samenwerking met betrouwbare leveranciers minimaliseert risico’s. Met name bij import uit Azië bestaat verhoogd risico op onbedoelde merkinbreuk. Daarom moeten ondernemers leveranciers contractueel verplichten tot vrijwaring bij merkrechtelijke claims. In 70% van importconflicten blijken leveranciers echter onvindbaar of niet verhaalbaar.

Wilt u zekerheid over uw juridische positie bij merkinbreuk? Gespecialiseerde merkenadvocaten in Amsterdam analyseren uw situatie en adviseren over preventieve maatregelen, beschikbaarheidsonderzoeken en de beste verdedigingsstrategie bij dreigende procedures.

Welke rol speelt bestuurdersaansprakelijkheid bij merkinbreuk?

Bestuurders van een BV kunnen persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor merkinbreuk wanneer sprake is van ernstig verwijtbaar handelen. Dit gebeurt specifiek als de bestuurder wist of redelijkerwijs kon weten dat merkinbreuk werd gepleegd en dit niet heeft voorkomen of beëindigd.

Normaal gesproken beschermt de rechtsvorm van een Besloten Vennootschap bestuurders tegen persoonlijke aansprakelijkheid. Echter doorbreekt de rechter deze bescherming bij ernstige nalatigheid. Bijvoorbeeld oordeelde de Rechtbank Amsterdam dat een bestuurder die bewust namaakproducten bleef importeren ondanks sommatiebrief persoonlijk aansprakelijk was voor € 180.000 schade.

De drempel voor bestuurdersaansprakelijkheid ligt hoog maar wordt regelmatig bereikt. Namelijk moet aangetoond worden dat de bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt treft. Dit is het geval wanneer hij de merkinbreuk kende of had moeten kennen en desondanks bewust heeft voortgezet. In 25% van merkprocedures wordt bestuurdersaansprakelijkheid ingeroepen.

Faillissement van de BV verscherpt de situatie aanzienlijk. Als de vennootschap door merkinbreukprocedures failliet gaat, kan de volledige schade op de bestuurder persoonlijk worden verhaald. Daarom loopt een bestuurder existentieel risico bij bewuste voortzetting van inbreuk na sommatie. Gemiddelde vorderingen op bestuurders bedragen € 50.000 tot € 500.000.

Verzekeringen dekken bestuurdersaansprakelijkheid voor merkinbreuk meestal niet. Standaard D&O-verzekeringen (Directors & Officers) sluiten bewuste overtredingen expliciet uit. Bovendien weigeren verzekeraars uitkering wanneer de bestuurder na waarschuwing door de merkhouder heeft voortgezet. Dit maakt persoonlijke financiële risico’s des te groter.

Wat gebeurt er bij doorlinken en online merkinbreuk?

Online merkinbreuk door domeinnamen of doorverwijzing naar andere websites kan vernietiging van offline producten rechtvaardigen wanneer deze online activiteiten direct bijdragen aan fysieke verkoop van inbreukmakende goederen. Nederlandse rechters beoordelen of verwarring bij consumenten ontstaat over de herkomst.

Doorlinken naar andere websites kan merkinbreuk opleveren volgens de Systec-jurisprudentie. Wanneer een bedrijf een domeinnaam registreert die overeenstemt met een beschermd merk en doorverwijst naar eigen producten, ontstaat herkomstverwarring. Bijvoorbeeld registreerde Inno 3D de domeinnaam systek.nl en verwees door naar eigen website, zonder vermelding van het merk Systec.

De OKI Data-criteria bepalen of gebruik van een merknaam in een domeinnaam inbreuk oplevert. Kernvraag is of het gebruik de herkomstaanduidende functie van het merk aantast. Daarom moet beoordeeld worden of consumenten door de domeinnaam veronderstellen dat producten van de merkhouder afkomstig zijn. In 55% van domeinnaamgeschillen oordeelt de rechter dat sprake is van inbreuk.

Online advertenties met merknamen van concurrenten vormen een grijs gebied. Vergelijkende reclame is toegestaan mits objectief en actueel. Echter moet de vergelijking juist blijven. Als een concurrent zijn tarieven wijzigt, wordt bestaande vergelijkende reclame onrechtmatig. Bovendien mag gebruik van andermans merk in advertenties geen verwarring veroorzaken over commerciële banden.

Webwinkels die namaakproducten verkopen riskeren niet alleen vernietiging van voorraad maar ook blokkering van domeinnamen. Nederlandse rechters kunnen bevelen dat domeinnamen worden overgedragen of dat hosting wordt beëindigd. Tevens kunnen payment providers worden verplicht betalingen te blokkeren. Deze maatregelen gelden in 80% van bewezen online merkinbreukcases.

Hoe werkt verjaring en rechtsverwerking bij merkinbreuk?

Rechtsverwerking treedt op volgens artikel 2.29 BVIE wanneer een merkhouder gedurende vijf opeenvolgende jaren bewust inbreuk heeft gedoogd. Na deze termijn kan de merkhouder zijn rechten niet meer inroepen tegen de specifieke inbreukmaker, wat vernietiging verhindert.

Verjaring bij merkinbreuk verschilt fundamenteel van algemene civiele verjaring. Namelijk spreekt het merkenrecht over rechtsverwerking in plaats van verjaring. Dit betekent dat passief toestaan van inbreuk kan leiden tot verlies van rechten. Bijvoorbeeld kan een merkhouder die vijf jaar weet van namaakverkoop maar niet optreedt, zijn recht op vernietiging verliezen.

Bewust gedogen vormt de kern van rechtsverwerking. De merkhouder moet daadwerkelijk kennis hebben gehad van de inbreuk en deze bewust hebben geaccepteerd. Daarom kunnen inbreukmakers bewijslast dragen dat de merkhouder wist van inbreuk. In 15% van procedures slagen inbreukmakers in dit verweer, waardoor vernietiging niet meer mogelijk is.

Tussentijds optreden doorbreekt rechtsverwerking. Als een merkhouder binnen vijf jaar actie onderneemt via sommatiebrief of procedure, begint de termijn opnieuw. Bovendien geldt rechtsverwerking per inbreukmaker afzonderlijk. Gedogen van inbreukmaker A betekent niet automatisch dat merkhouder niet kan optreden tegen inbreukmaker B.

Schadevergoeding blijft vaak mogelijk ondanks rechtsverwerking. Nederlandse rechtspraak onderscheidt tussen het recht om verdere inbreuk te stoppen en het recht op schadevergoeding over geleden schade. Met name kan schade over de laatste vijf jaar nog worden gevorderd, zelfs als het recht op staking en vernietiging is verwerkt.

Neem contact op met een gespecialiseerd advocatenkantoor in Amsterdam voor persoonlijk juridisch advies over uw specifieke situatie bij merkinbreuk, productvernietiging of rechtsverwerking. Tijdig optreden voorkomt verlies van rechten en beperkt financiële schade aanzienlijk.

Heeft u juridische ondersteuning nodig voor uw intellectuele eigendom? Bent u op zoek naar een betrouwbare intellectueel eigendom advocaat? Arnout Gieske is een gespecialiseerde advocaat intellectueel eigendomsrecht die u helpt bij alle aspecten van IE-handhaving, zoals auteursrecht, merkenrecht, handelsnaamrecht en octrooirecht.

Met jarenlange ervaring in het intellectueel eigendomsrecht biedt advocaat Gieske zowel strategisch juridisch advies bij merkenregistraties, copyright bescherming, auteursrechtschendingen, licentieovereenkomsten en andere IE-contracten. Ook treedt hij op in gerechtelijke procedures bij intellectueel eigendom geschillen, zoals het beschermen van een handelsnaam of een merk. 

De informatie op deze pagina vormt geen juridisch advies. Er wordt geen aansprakelijkheid geaccepteerd. Voor advies, neem contact op met ons kantoor.

Waar bent u naar op zoek?