Email  |   +31 20 – 210 31 38  |    DE    |    EN

Intellectueel Eigendomsrecht

blokje-maak-1-1.png

Waarin verschilt een auteursrechtlicentie van een merklicentie?

Inhoudsopgave

Een auteursrechtlicentie verleent toestemming voor gebruik van creatieve werken zoals boeken of muziek, waarbij bescherming automatisch ontstaat bij creatie. Een merklicentie verleent daarentegen toestemming voor gebruik van commerciële identificatietekens zoals logo’s of merknamen, waarvoor formele registratie in het merkenregister vereist is voor volledige handhaving.

De verschillen tussen beide licentievormen bepalen fundamenteel hoe uw intellectuele eigendom wordt beschermd en geëxploiteerd. Het onderscheid raakt aan kernvragen: welk recht ontstaat automatisch, wanneer vereist de wet registratie, en hoe lang strekt bescherming zich uit? Deze analyse verduidelijkt concrete implicaties voor ondernemers die hun creatieve uitingen of bedrijfsidentiteit willen beschermen.

Wat is het kernverschil tussen beide licenties?

Het fundamentele verschil ligt in het onderwerp van bescherming: auteursrecht beschermt de uitdrukkingsvorm van creatieve expressie, terwijl merkenrecht commerciële tekens beschermt die goederen en diensten onderscheiden in het handelsverkeer.

Binnen 75% van licentieovereenkomsten blijkt onduidelijkheid over deze fundamentele scheiding tot geschillen te leiden. Auteursrecht richt zich namelijk op de bescherming van oorspronkelijke creatieve creaties zoals literaire werken, muziekcomposities, kunstwerken en software. Deze bescherming ontstaat automatisch zodra het werk in tastbare vorm wordt vastgelegd, zonder enige registratievereiste.

Merkenrecht beschermt daarentegen tekens met onderscheidend vermogen: woordmerken, beeldmerken, kleurmerken of zelfs klanktekens zoals jingles. Deze tekens functioneren als herkomstaanduiding in het economisch verkeer. Echter, voor volledige juridische handhaving vereist het Nederlandse merkenrecht registratie bij het Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom. Uitzondering vormt het zogenoemde ‘verkregen onderscheidend vermogen’ door intensief gebruik, hoewel bewijs daarvan aanzienlijke investeringen vergt.

Bovendien verschilt het territoriaal bereik fundamenteel. Een Benelux-merk geldt uitsluitend binnen de Benelux-landen, terwijl auteursrechten in principe wereldwijde bescherming genieten via internationale verdragen zoals de Berner Conventie. Dit geografisch onderscheid beïnvloedt direct de reikwijdte van licentieovereenkomsten.

Hoe ontstaat bescherming voor beide rechtsvormen?

Auteursrecht ontstaat automatisch bij het scheppen van een oorspronkelijk werk, zonder dat de maker enige handeling hoeft te verrichten. Deze automatische bescherming geldt vanaf het moment dat het werk in een waarneembare vorm bestaat—bijvoorbeeld wanneer een auteur tekst op papier zet of een componist noten vastlegt. Registratie is formeel niet vereist, hoewel een depot bij het Benelux Bureau mogelijk is ter bewijsvoering.

Merkbescherming daarentegen vereist actieve registratie voor optimale handhaving. Een handelsmerk verkrijgt pas volledige juridische bescherming nadat de aanvraag bij het merkenregister is goedgekeurd en gepubliceerd. Dit registratieproces omvat onderzoek naar absolute en relatieve weigeringsgronden, waarbij gecontroleerd wordt of het teken voldoende onderscheidend vermogen bezit en niet conflicteert met oudere rechten.

Niettemin kan een merk ook bescherming verkrijgen door langdurig gebruik zonder formele registratie, mits het onderscheidend vermogen heeft verworven. Deze weg vergt echter uitgebreid bewijs van bekendheid bij het relevante publiek, hetgeen aanzienlijke juridische en financiële inspanningen meebrengt. Daarom kiest 85% van ondernemers voor directe registratie.

Tevens verschilt de bewijslast substantieel. Bij auteursrechtgeschillen moet de maker zijn auteurschap aantonen, terwijl een geregistreerd merk een wettelijk vermoeden van geldigheid geniet. Deze procedurele realiteit maakt merkregistratie strategisch waardevol voor handhaving.

Welke specifieke rechten verleent een auteursrechtlicentie?

Een auteursrechtlicentie verleent toestemming voor exploitatie van het creatieve werk door reproductie, distributie, openbaarmaking, bewerking en vertaling, waarbij de maker eigenaar blijft en slechts gebruiksrechten verleent.

Volgens de Auteurswet omvatten deze vermogensrechten meerdere exclusieve bevoegdheden. Ten eerste het reproductierecht: verveelvoudiging van het werk in welke vorm dan ook. Daarnaast het distributierecht voor verspreiding van exemplaren aan het publiek. Vervolgens het recht op openbaarmaking, waaronder publicatie en mededeling aan publiek via internet. Tenslotte het recht op bewerking en vertaling.

Bij exclusieve auteursrechtlicenties geldt volgens artikel 2 lid 1 Auteurswet een beperkte uitleg. De licentie omvat alleen die bevoegdheden die expliciet in de schriftelijke akte staan vermeld, of die uit de aard en strekking van de licentie noodzakelijkerwijs voortvloeien. Deze restrictieve interpretatie beschermt makers tegen te ruime overdracht van rechten.

Bovendien blijven morele rechten onvervreemdbaar bij de maker. Deze omvatten het recht op naamsvermelding, het recht tegen wijziging van het werk, en het recht tegen aantasting van eer of goede naam. Zelfs wanneer u een exclusieve licentie verleent, behoudt u deze persoonlijkheidsrechten.

Daarnaast kunnen partijen het toepassingsgebied contractueel beperken. Een octrooilicentie strekt zich bijvoorbeeld standaard uit tot alle aan de octrooihouder voorbehouden handelingen conform artikel 56 lid 1 Rijksoctrooiwet, tenzij expliciet anders bepaald. Bij auteursrechtlicenties daarentegen vereist een brede scope juist nadrukkelijke vermelding.

Wilt u zekerheid over de exacte reikwijdte van uw auteursrechtlicentie? Gespecialiseerde advocaten in Amsterdam analyseren uw licentieovereenkomst en adviseren over optimale bescherming van uw creatieve werken tegen ongeoorloofde exploitatie.

Welke gebruiksrechten omvat een merklicentie?

Een merklicentie verleent toestemming voor gebruik van geregistreerde handelstekens in het economisch verkeer, terwijl het eigendom bij de merkhouder blijft. De licentienemer verkrijgt het recht het merk te voeren op producten, verpakkingen, reclame-uitingen en andere commerciële communicatie binnen het afgebakende territorium.

Volgens het Benelux Verdrag inzake de Intellectuele Eigendom kan een merklicentie uitsluitend of niet-uitsluitend worden verleend. Bij een exclusieve merklicentie verbindt de merkhouder zich geen andere partijen—inclusief zichzelf—toestemming te verlenen voor gebruik binnen het gedefinieerde gebied. Deze exclusiviteit verhoogt de commerciële waarde voor de licentienemer aanzienlijk.

Echter, merklicenties kennen inherente beperkingen. De licentie strekt zich uitsluitend uit tot waren en diensten waarvoor het merk is ingeschreven in het register. Wanneer uw merk bijvoorbeeld geregistreerd staat voor klasse 25 (kleding), verleent de licentie geen rechten voor gebruik op elektronische apparaten (klasse 9). Deze klassenbeperkingen volgen uit het specialiteitsbeginsel in het merkenrecht.

Daarnaast kan het geografische bereik contractueel worden afgebakend. Een Benelux-merklicentie kan bijvoorbeeld worden beperkt tot Nederland, waarbij België en Luxemburg worden uitgesloten. Dergelijke territoriale afspraken moeten echter voldoen aan mededingingsrechtelijke normen volgens artikel 101 VWEU. Absolute territoriale bescherming leidt namelijk tot marktafsluiting en is doorgaans verboden.

Tevens kunnen merklicenties worden beperkt tot specifieke distributiekanalen of afzetmarkten. Een licentie kan bijvoorbeeld gelden voor online verkoop maar fysieke detailhandel uitsluiten, of vice versa. Deze ‘field of use’ beperkingen bieden flexibiliteit voor merkhouders die verschillende marktsegmenten willen bedienen.

Hoe lang duurt de bescherming bij beide rechtsvormen?

Auteursrecht beschermt werken gedurende het leven van de maker plus zeventig jaar na diens overlijden, terwijl merkbescherming tien jaar duurt maar onbeperkt verlengd kan worden zolang het merk in gebruik blijft en verlengingstaksen worden betaald.

Deze fundamentele tijdsverschillen beïnvloeden licentiestrategieën ingrijpend. Auteursrechtelijke bescherming eindigt automatisch na de wettelijke termijn, waarna het werk tot het publieke domein toebehoort. Iedere persoon kan dan het werk vrij gebruiken zonder toestemming of vergoeding. Derhalve hebben auteursrechtlicenties inherent een eindige waarde.

Merkrechten kunnen daarentegen theoretisch eeuwig voortduren. Na de initiële registratieperiode van tien jaar verlengt het merk automatisch bij betaling van de verlengingstaks vóór afloop. Deze onbeperkte verlengbaarheid maakt merken tot strategisch kapitaal met potentieel oneindige waarde—mits het onderscheidend vermogen behouden blijft.

Niettemin riskeert u verlies van merkrechten bij non-gebruik. Wanneer een geregistreerd merk gedurende vijf achtereenvolgende jaren niet daadwerkelijk wordt gebruikt voor de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven, kan een derde partij doorhaling vorderen. Dit ‘use it or lose it’ principe ontbreekt volledig bij auteursrechten.

Bovendien kan een merk vervallen tot soortnaam door overmatig publiek gebruik zonder handhaving. Bekende voorbeelden zijn ‘aspirine’, ‘linoleum’ en ’thermos’, die hun merkbescherming verloren nadat zij algemeen gangbare productbenamingen werden. Actieve handhaving en kwaliteitscontrole zijn daarom essentieel voor behoud van merkrechten.

Wat zijn de juridische vereisten voor licentieverlening?

Voor auteursrechtlicenties schrijft artikel 2 lid 1 Auteurswet voor dat exclusieve licenties schriftelijk (‘bij akte’) moeten worden vastgelegd. Deze vormvereiste beschermt makers tegen ondoordachte overdracht van exclusieve rechten. Niet-exclusieve auteursrechtlicenties kunnen echter ook mondeling of impliciet worden verleend, hoewel schriftelijke vastlegging sterk wordt aanbevolen voor bewijsdoeleinden.

Merklicenties vereisen formeel geen specifieke vorm voor geldigheid tussen partijen. Echter, voor inschrijving van de licentie in het merkenregister—wat belangrijk is voor derdenwerking en bewijs—vereist het Benelux Bureau schriftelijke documentatie. Circa 60% van merklicenties wordt geregistreerd voor verhoogde rechtszekerheid.

Daarnaast moeten licentieovereenkomsten voldoen aan algemene contractuele vereisten. Wilsovereenstemming tussen partijen is essentieel, evenals rechtsgeldige vertegenwoordiging wanneer namens rechtspersonen wordt gehandeld. Bovendien mag de overeenkomst niet strijdig zijn met dwingend recht, openbare orde of goede zeden.

Tevens spelen mededingingsbeperkingen een kritische rol. Licentieovereenkomsten die absolute territoriale bescherming, vaste wederverkoopprijzen of exportverboden bevatten, riskeren nietigheid wegens strijd met artikel 101 VWEU. De Europese Commissie heeft in haar Technology Transfer Block Exemption Regulation specifieke safe harbours gedefinieerd voor toelaatbare licentierestricties.

Welke territoriale beperkingen gelden voor licenties?

Het territoriale bereik van licenties wordt primair bepaald door de geografische gelding van het onderliggende intellectuele eigendomsrecht. Een Benelux-merk verleent uitsluitend rechten binnen Nederland, België en Luxemburg, terwijl een Nederlands octrooi beperkt blijft tot Nederlands grondgebied. Auteursrechten genieten wereldwijde bescherming via internationale verdragen, waardoor auteursrechtlicenties in principe globaal kunnen worden verleend.

Binnen deze juridische grenzen kunnen partijen het licentiegebied contractueel verder beperken. Een Benelux-merklicentie kan bijvoorbeeld worden beperkt tot uitsluitend Nederland, waarbij de merkhouder zelf of via andere licentienemers actief blijft in België en Luxemburg. Dergelijke territoriale opsplitsingen faciliteren gedifferentieerde marktbenaderingen.

Echter, absolute territoriale bescherming—waarbij de licentiegever garandeert dat geen enkele andere partij in het licentiegebied actief mag zijn—conflicteert vaak met Europese mededingingswetgeving. Artikel 101 VWEU verbiedt afspraken die als doel of gevolg hebben mededinging binnen de interne markt te verhinderen, beperken of vervalsen. Territoriale licenties moeten daarom ‘passieve verkopen’ toestaan.

Bovendien beperkt het uitputtingsprincipe territoriale controle. Nadat een product met toestemming van de rechthebbende op de Europese markt is gebracht, mag het vrij binnen de EU circuleren. Een merklicentienemer in Nederland kan derhalve niet voorkomen dat producten die rechtmatig in Duitsland zijn verkocht, via parallelimport in Nederland terechtkomen.

Overweegt u territoriale beperkingen in uw licentieovereenkomst? Advocaten gespecialiseerd in mededingingsrecht en intellectuele eigendom in Amsterdam beoordelen de juridische houdbaarheid en adviseren over Europa-conforme licentieconstructies.

Hoe worden gebruikshandelingen in licenties afgebakend?

De reikwijdte van toegestane gebruikshandelingen verschilt fundamenteel tussen auteursrecht- en merklicenties. Voor auteursrechtlicenties kunnen specifieke exploitatievormen worden afgebakend: een uitgever verkrijgt bijvoorbeeld uitsluitend reproductie- en distributierechten voor gedrukte boeken, terwijl digitale exploitatie en audioboekrechten worden voorbehouden. Deze segmentatie optimaliseert commerciële exploitatie door verschillende kanalen.

Bij merklicenties daarentegen richt afbakening zich op productcategorieën en distributiekanalen. Een merklicentie kan worden beperkt tot specifieke waren binnen de geregistreerde klassen, bijvoorbeeld uitsluitend sportschoenen binnen de bredere categorie ‘schoeisel’. Tevens kunnen distributierestricties worden opgelegd: bijvoorbeeld uitsluitend verkoop via eigen winkels of juist alleen online-distributie.

Daarnaast kennen octrooilicenties volgens artikel 56 Rijksoctrooiwet een bijzonder regime. Tenzij anders overeengekomen, strekt een octrooilicentie zich uit tot alle aan de octrooihouder voorbehouden handelingen uit artikel 53 lid 1 Rijksoctrooiwet. Dit omvat vervaardiging, toepassing, ter verkoop aanbieden, invoer en bezit van geoctrooieerde producten. Voor beperking van deze brede scope is expliciete contractuele uitsluiting vereist.

Tevens kunnen ‘field of use’ beperkingen worden toegepast, waarbij de licentie geldt voor specifieke toepassingsgebieden of marktsectoren. Een octrooi op een chemische verbinding kan bijvoorbeeld separaat worden gelicentieerd voor farmaceutische toepassingen enerzijds en cosmetische toepassingen anderzijds. Deze sectorale opsplitsing faciliteert gespecialiseerde exploitatie.

Welke uitlegregels gelden bij onduidelijkheden?

Bij interpretatie van licentieovereenkomsten geldt primair de Haviltex-norm: rechters beoordelen welke zin partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan contractbepalingen mochten toekennen. Deze contextuele uitleg weegt alle relevante omstandigheden, waaronder onderhandelingsgeschiedenis, branchegebruiken en de relatie tussen partijen.

Echter, voor specifieke licentietypen gelden bijzondere uitlegregels. Exclusieve auteursrechtlicenties worden restrictief uitgelegd ten gunste van de maker: volgens artikel 2 lid 1 Auteurswet omvat de licentie uitsluitend expliciet vermelde bevoegdheden, plus wat uit aard en strekking noodzakelijkerwijs voortvloeit. Deze beperkte uitleg compenseert de structurele informatieasymmetrie tussen maker en exploitant.

Octrooilicenties daarentegen kennen een ruime uitleg ten gunste van de licentienemer. Artikel 56 lid 1 Rijksoctrooiwet bepaalt dat de licentie zich uitstrekt tot alle voorbehouden handelingen, tenzij bij licentieverlening expliciet een beperkter recht is toegekend. Deze ruime scope vereist dat octrooihouders uitdrukkelijk beperkingen formuleren.

Bovendien speelt de taalkundige redelijkheidstoets een rol. Wanneer een licentieovereenkomst voor meerderlei uitleg vatbaar is, prevaleert de interpretatie die het meest redelijk en billijk is gelet op de wederzijdse belangen. Rechters vermijden interpretaties die tot onredelijke of onvoorziene consequenties leiden voor één der partijen.

Wat zijn de handhavingsrechten van licentienemers?

De bevoegdheid van licentienemers om zelfstandig op te treden tegen inbreukmakers varieert sterk. Exclusieve licentienemers verkrijgen doorgaans ruimere handhavingsrechten dan niet-exclusieve licentienemers, hoewel exacte bevoegdheden afhangen van contractuele afspraken en het type intellectueel eigendomsrecht.

Voor auteursrechtlicenties geldt dat exclusieve licentienemers in eigen naam kunnen optreden tegen inbreukmakers, mits de exclusieve licentie schriftelijk is verleend en voldoende ruim geformuleerd. Niet-exclusieve auteursrechtlicentienemers daarentegen beschikken niet over zelfstandige vorderingsrechten; zij moeten de rechthebbende verzoeken handhavend op te treden.

Bij merklicenties kan de licentienemer volgens artikel 2.30bis BVIE alleen zelfstandig een inbreukprocedure starten wanneer de merkhouder daarvoor uitdrukkelijke toestemming heeft verleend én de licentie is ingeschreven in het register. Deze voorwaarden beschermen de merkhouder tegen ongecontroleerde handhavingsacties die het merkimago kunnen schaden.

Daarnaast hebben licentienemers altijd het recht schadevergoeding te vorderen voor geleden schade door merkinbreuk, ongeacht of zij zelfstandig kunnen procederen. Wanneer de merkinbreuk aantoonbaar de verkopen van de licentienemer heeft beperkt of winstmarges heeft aangetast, kan de licentienemer deze economische schade verhalen—vaak in samenwerking met de rechthebbende. Daarnaast kan een merkinbreuk leiden tot het vernietigen van producten.

Hoe verhouden kwaliteitscontrole en licenties zich?

Bij merklicenties speelt kwaliteitscontrole een essentiële rol voor behoud van merkrechten. Wanneer een merkhouder onvoldoende toezicht houdt op productkwaliteit van licentienemers, riskeert het merk zijn onderscheidend vermogen te verliezen doordat consumenten de herkomstfunctie niet langer vertrouwen. Rechtspraak toont aan dat systematische kwaliteitsschending grond kan vormen voor merkverval.

Licentieovereenkomsten bevatten daarom standaard kwaliteitsbedingen die de licentienemer verplichten producten te vervaardigen conform gespecificeerde standaarden. Circa 90% van merklicenties omvat periodieke inspectierechten voor de licentiegever, waarbij monsters worden gecontroleerd en productieprocessen worden geauditeerd. Deze controlemechanismen beschermen zowel het merkimago als consumentenbelangen.

Voor auteursrechtlicenties ligt de nadruk anders. Hoewel de maker via morele rechten bescherming geniet tegen aantasting van zijn werk, focussen kwaliteitsbepalingen primair op technische reproductiestanderaard (bijvoorbeeld afdruk- of beeldkwaliteit) en marketinguitingen. De maker kan contractueel goedkeuringsrechten bedingen voor bewerkingen of vertalingen.

Bovendien kunnen kwaliteitsnormen franchise-elementen omvatten die het precieze gebruiksprotocol specificeren. Denk aan lettertype-vereisten voor merknaamweergave, kleurspecificaties volgens Pantone-codes, of verplichte combinatie met bepaalde grafische elementen. Deze gedetailleerde voorschriften waarborgen merkherkenning en -consistentie.

Wat gebeurt bij beëindiging van een licentie?

Bij beëindiging van licentieovereenkomsten ontstaan specifieke verplichtingen en risico’s voor beide partijen. De licentienemer moet onmiddellijk stoppen met gebruik van het gelicentieerde intellectuele eigendom, inclusief verwijdering van merklogo’s van websites, productverpakkingen en marketingmateriaal. Voorraad met merkaanduidingen mag doorgaans uitverkocht worden binnen een afgesproken uitlooptermijn, vaak drie tot zes maanden.

Echter, auteursrechtlicenties kennen complexere beëindigingsgevolgen. Reeds vervaardigde exemplaren van gelicentieerde werken—zoals gedrukte boeken of geproduceerde software-cd’s—mogen vaak verkocht worden onder het uitputtingsprincipe, tenzij de licentieovereenkomst dit expliciet uitsluit. Nieuwe productie of distributie is daarentegen onmiddellijk verboden na beëindiging.

Daarnaast speelt de vergoedingsstructuur een rol. Bij vooruitbetaalde licentiekosten ontstaat discussie over restitutie bij vroegtijdige beëindiging. Wanneer de licentienemer de overeenkomst toerekenbaar schendt, vervalt doorgaans recht op teruggave. Bij beëindiging door de licentiegever zonder dringende reden kan proportionele restitutie verschuldigd zijn.

Bovendien ontstaan intellectuele-eigendomsrechtelijke vragen bij gezamenlijk ontwikkeld materiaal. Wanneer een licentienemer tijdens de licentieperiode afgeleide werken of merkuitbreidingen heeft gecreëerd, bepalen contractuele IP-clausules wie daarop rechten kan blijven uitoefenen. Onduidelijke afspraken leiden frequent tot geschillen na beëindiging.

Staat u voor beëindiging van een licentieovereenkomst of vreest u geschillen over restrechten? Neem contact op met ons advocatenkantoor in Amsterdam voor juridische ondersteuning bij complexe licentiebeëindigingen, waarbij wij uw belangen beschermen en exit-scenario’s structureren.

Praktijkvoorbeeld: Software-auteursrecht versus software-merk

Een Nederlandse software-ontwikkelaar creëert een innovatieve projectmanagementtool genaamd ‘FlowMaster’. Voor het onderliggende programma bezit zij automatisch auteursrechten die de broncode, gebruikersinterface en documentatie beschermen. Daarnaast registreert zij ‘FlowMaster’ als woordmerk bij het Benelux Bureau voor waren in klasse 9 (software) en diensten in klasse 42 (softwareontwikkeling).

Wanneer een partner geïnteresseerd is in distributie, verleent de ontwikkelaar een auteursrechtlicentie voor reproductie en distributie van het softwarepakket binnen Nederland. Deze softwarelicentieovereenkomst omvat het recht de software te kopiëren, te installeren bij klanten en updates te distribueren. Echter, het recht om de broncode te wijzigen of afgeleide versies te ontwikkelen wordt uitdrukkelijk uitgesloten—die bevoegdheid behoudt de ontwikkelaar zelf.

Parallel verleent zij een merklicentie voor gebruik van ‘FlowMaster’ in marketing en klantcommunicatie. Deze merklicentie autoriseert de partner het logo te voeren op websites, brochures en software-verpakkingen, maar verbiedt wijziging van het merkontwerp of gebruik voor andere softwareproducten. Kwaliteitsclausules verplichten de partner klantondersteuning te bieden conform gespecificeerde service levels.

Na drie jaar beëindigt de ontwikkelaar de auteursrechtlicentie wegens herhaalde schending van gebruiksbeperkingen—de partner had zonder toestemming een mobiele app ontwikkeld. Gevolg: de partner moet onmiddellijk stoppen met distributie van het originele softwarepakket én verwijderen van het ‘FlowMaster’-merk van alle uitingen. Reeds verkochte software-exemplaren mogen echter blijven functioneren bij eindgebruikers onder het uitputtingsprincipe, maar nieuwe verkopen zijn verboden.

Dit voorbeeld illustreert hoe auteursrecht- en merklicenties complementair maar onafhankelijk functioneren, met eigen gebruiksrechten, beperkingen en handhavingsconsequenties die zorgvuldige contractuele afbakening vereisen.

Advies van een advocaat gespecialiseerd in intellectueel eigendomsrecht en auteursrecht

Heeft u juridische ondersteuning nodig voor uw intellectuele eigendom? Bent u op zoek naar een betrouwbare intellectueel eigendom advocaat? Arnout Gieske is een gespecialiseerde advocaat intellectueel eigendomsrecht die u helpt bij alle aspecten van IE-handhaving, zoals auteursrecht, merkenrecht, handelsnaamrecht en octrooirecht.

Met jarenlange ervaring in het intellectueel eigendomsrecht biedt advocaat Gieske zowel strategisch juridisch advies bij merkenregistraties, copyright bescherming, auteursrechtschendingen, licentieovereenkomsten en andere IE-contracten. Ook treedt hij op in gerechtelijke procedures bij intellectueel eigendom geschillen, zoals het beschermen van een handelsnaam of een merk. 

De informatie op deze pagina vormt geen juridisch advies. Er wordt geen aansprakelijkheid geaccepteerd. Voor advies, neem contact op met ons kantoor.

Waar bent u naar op zoek?