Een gespecialiseerde advocaat kwekersrecht beschermt uw nieuwe plantenrassen tegen ongeoorloofd gebruik, voert inbreukprocedures via beslaglegging en kort geding, stelt licentieovereenkomsten op en registreert uw intellectuele eigendom bij de Raad voor Plantenrassen volgens de Zaaizaad- en Plantgoedwet 2005.
Kwekersrecht vormt de juridische basis voor bescherming van nieuwe plantenrassen in de tuinbouw, bollensector en sierteelt. De Raad voor Plantenrassen verleent bescherming voor maximaal 25 jaar bij reguliere rassen en 30 jaar voor bomen, wijnstokken en aardappelrassen. Veredelingsbedrijven investeren gemiddeld 7 tot 10 jaar in de ontwikkeling van één commercieel succesvol ras. Zonder juridische bescherming dreigt inbreuk door ongeautoriseerde vermeerdering, waardoor uw investering verloren gaat.
Advocaten gespecialiseerd in kwekersrecht adviseren over registratie bij Nederlandse autoriteiten en het Communautair Bureau voor Plantenrassen (CPVO) voor Europese bescherming. Daarnaast ondersteunen zij bij complexe licentiestructuren, royalty-afrekeningen en internationale geschillen in 74 UPOV-landen. Een gespecialiseerde advocaat combineert kennis van intellectueel eigendomsrecht met praktijkervaring in de agrarische sector.
Wat is kwekersrecht en wanneer geldt bescherming?
Kwekersrecht geeft de houder het exclusieve recht om plantmateriaal van een nieuw ras te produceren, vermeerderen en verhandelen gedurende 25 jaar, of 30 jaar bij specifieke gewassen zoals bomen en aardappelrassen.
Het ras moet voldoen aan vier cumulatieve voorwaarden volgens de Zaaizaad- en Plantgoedwet 2005. Ten eerste moet het ras nieuw zijn, wat inhoudt dat het nog niet commercieel is verhandeld. Namelijk mag verkoop in Nederland niet langer dan één jaar geleden hebben plaatsgevonden, en buiten Nederland niet langer dan vier jaar (voor bomen en wijnstokken zes jaar).
Daarnaast vereist bescherming onderscheidbaarheid van bestaande rassen door minimaal één duidelijk waarneembaar kenmerk. Het ras moet uniform blijven, zodat alle planten dezelfde eigenschappen vertonen na vermeerdering. Tot slot garandeert bestendigheid dat relevante kenmerken behouden blijven over opeenvolgende generaties.
Een erkend onderzoeksinstituut voert het DUS-onderzoek uit (Distinct, Uniform, Stable) gedurende één tot drie teeltseizoenen. Pas na positieve beoordeling verleent de Raad voor Plantenrassen een officieel kwekersrechtcertificaat. Jaarlijks betaalt u een instandhoudingsvergoeding vanaf ongeveer € 250, afhankelijk van het gewas en beschermingstype.
Een bollenkweker uit de Bollenstreek ontwikkelde een nieuwe tulpenvariëteit met langere bloeitijd. Na aanvraag bij de Raad voor Plantenrassen duurde het DUS-onderzoek twee teeltseizoenen. Vervolgens ontving de kweker bescherming voor 25 jaar, met exclusieve vermeerderingsrechten en een jaarlijkse taks van € 300.
Hoe werkt in het kwekersrecht de registratie bij de Raad voor Plantenrassen?
De registratieprocedure begint met indiening van een aanvraag inclusief rasomschrijving en plantmateriaal bij de Raad voor Plantenrassen, gevolgd door een technisch DUS-onderzoek dat 1 tot 3 teeltseizoenen duurt voordat het kwekersrechtcertificaat wordt verleend.
U dient de aanvraag in met een gedetailleerde rasomschrijving, inclusief botanische naam, veredelingsmethode en onderscheidende kenmerken. Vervolgens bepaalt de Raad of een technische toets noodzakelijk is. Erkende onderzoeksinstellingen zoals Naktuinbouw voeren deze toets uit via teelt onder gestandaardiseerde omstandigheden.
Tijdens het onderzoek vergelijkt het instituut uw ras met referentierassen uit de collectie. Elk kenmerk krijgt een score volgens internationale UPOV-richtlijnen. Minimaal 60 kenmerken worden beoordeeld, variërend van bloemkleur tot plantlengte en bloeitijd. Bij geconstateerde gebreken ontvangt u een conceptrapport met mogelijkheid tot aanvulling.
Na goedkeuring betaalt u de verleningskosten van ongeveer € 450, waarna het certificaat wordt uitgevaardigd. Uw ras wordt ingeschreven in het Nederlands Rassenregister, toegankelijk voor publieke raadpleging. Bovendien ontvangt u een officieel certificaat met uniek registratienummer en beschermingsperiode.
Welke rechten verleent een kwekersrechtcertificaat?
De houder verkrijgt het alleenrecht om plantmateriaal te vermeerderen, te verkopen, te exporteren en te importeren, en kan derden verbieden deze handelingen zonder toestemming uit te voeren gedurende de beschermingsduur.
Het exclusieve recht omvat alle commerciële activiteiten met betrekking tot teeltmateriaal, inclusief stekken, zaden, bollen en weefselkweken. Niemand mag zonder uw toestemming het ras kweken voor verkoopsdoeleinden. Evenmin is import of export van beschermd materiaal toegestaan zonder licentie.
Daarnaast beschermt het kwekersrecht ook tegen wezenlijk afgeleide rassen. Een wezenlijk afgeleid ras toont minimale genetische verschillen met het oorspronkelijke ras, maar behoudt de essentiële kenmerken. Dit voorkomt dat derden door kleine aanpassingen uw veredeling omzeilen.
Het recht strekt zich tevens uit tot oogstmateriaal wanneer dit verkregen is via ongeautoriseerde vermeerdering. Bijvoorbeeld snijbloemen of fruit afkomstig van illegaal gekweekte planten vallen onder uw exclusieve recht. Bovendien geldt bescherming voor sierproducten zoals potplanten en arrangementen wanneer deze uw beschermde ras bevatten.
U behoudt volledige controle over licentieverlening en royaltystructuren. Circa 40% van kwekersrechthouders kiest voor exclusieve licenties aan één vermeerderaar, terwijl 60% meerdere niet-exclusieve licenties verstrekt om marktbereik te maximaliseren.
Hoe verleent u licenties onder kwekersrecht?
Een licentieovereenkomst geeft een derde toestemming om het beschermde ras te vermeerderen of verhandelen tegen betaling van royalties, waarbij de houder voorwaarden bepaalt over exclusiviteit, territorium en gebruiksduur.
De licentieovereenkomst specificieert of de licentie exclusief of niet-exclusief is. Bij een exclusieve licentie verleent u slechts aan één partij gebruiksrechten binnen het overeengekomen gebied. Niet-exclusieve licenties staan toe dat meerdere partijen het ras gelijktijdig exploiteren, vaak met geografische beperkingen.
Royaltystructuren variëren aanzienlijk per gewas en marktpositie. Gemiddeld bedragen royalties 5% tot 15% van de verkoopprijs per eenheid plantmateriaal. Sommige overeenkomsten hanteren vaste bedragen per plant, bijvoorbeeld € 0,15 per bolletje of € 0,75 per potplant. Daarnaast kent u minimale afnameverplichtingen toe om commercieel succes te waarborgen.
Tevens regelt het contract rapportageverplichtingen en controlemechanismen. Licentienemers dienen kwartaalrapportages te verstrekken over vermeerderingsaantallen en omzet. U behoudt het recht op audits bij de licentienemer om correcte royalty-afrekening te verifiëren.
Inschrijving van de licentie in het rassenregister is vrijwillig maar aanbevolen. Artikel 77 Zaaizaad- en Plantgoedwet 2005 bepaalt dat een ingeschreven licentiehouder zelfstandig tegen inbreuk kan optreden, tenzij de overeenkomst anders bepaalt. Voor Communautaire kwekersrechten registreert u licenties bij het CPVO volgens artikel 101 Verordening 2100/94.
Een rozenkweker uit Nederland verleende een exclusieve licentie aan een Chinese vermeerderaar voor de Aziatische markt. De overeenkomst specificeerde royalties van 8% op de verkoopprijs, minimale afname van 500.000 planten per jaar en kwartaalrapportages. Na inschrijving bij het CPVO kon de licentienemer zelfstandig handhaven tegen Chinese inbreukmakers.
Wilt u zekerheid over uw licentiestructuur en royalty-afrekeningen? Gespecialiseerde advocaten kwekersrecht in Nederland analyseren uw commerciële positie en stellen juridisch sluitende licentiecontracten op die uw belangen maximaal beschermen.
Wat zijn de stappen bij een inbreukprocedure op het kwekersrecht?
Bij vastgestelde inbreuk stuurt u een sommatiebrief waarin u de schending aankaart en onmiddellijke stopzetting eist, gevolgd door beslaglegging op het plantmateriaal en een civiele procedure tot schadevergoeding en definitief verbod.
De sommatiebrief vormt de eerste formele stap en bevat een duidelijke uiteenzetting van uw kwekersrecht, concrete beschrijving van de inbreuk en eis tot staking binnen 14 dagen. Tevens kondigt u aan welke juridische maatregelen volgen bij niet-naleving, inclusief beslaglegging en dagvaarding. Circa 35% van inbreuken wordt opgelost na een gemotiveerde sommatie.
Indien de inbreukmaker niet reageert, schakel u een deurwaarder in voor conservatoir beslag op het plantmateriaal. De deurwaarder legt beslag op voorraden, staande gewassen en verkooplocaties om verdere schade te voorkomen. Voor conservatoir beslag is verlof van de voorzieningenrechter vereist, waarbij u aantoont dat spoedeisend belang bestaat.
Vervolgens start u een kort geding procedure bij de Rechtbank. In kort geding vordert u een onmiddellijk verbod op verdere vermeerdering en verkoop, gevolgd door een dwangsom van bijvoorbeeld € 5.000 per dag bij overtreding. Bovendien eist u terugroeping van onrechtmatig verhandeld materiaal uit het handelskanaal.
De bodemprocedure volgt voor definitieve schadevergoeding. Schade omvat gederfde winst door gemiste licentie-inkomsten, reputatieschade en proceskosten. Rechtbanken hanteren vaak een forfaitaire schadevergoeding van 25% tot 50% van de behaalde omzet door de inbreukmaker. Bij opzettelijke inbreuk kan de rechter volledige winstafdracht bevelen.
Bewijsvoering is cruciaal in inbreukzaken. DNA-analyse van plantmateriaal toont genetische identiteit of wezenlijke afleiding aan met 99% zekerheid. Daarnaast verzamelt u inkoopfacturen, verkoopgegevens en marketingmateriaal van de inbreukmaker. Circa 75% van kwekersrecht inbreukzaken resulteert in een gunstig vonnis voor de houder bij adequate bewijsvoering.
Welke rol speelt internationaal kwekersrecht?
Internationaal kwekersrecht valt onder het UPOV-verdrag met 78 lidstaten, waarbij een Nederlands kwekersrecht niet automatisch geldt in andere landen en aparte registraties noodzakelijk zijn per jurisdictie of via het Communautair kwekersrecht voor EU-brede bescherming.
Het UPOV-verdrag (Union Internationale pour la Protection des Obtentions Végétales) harmoniseert beschermingsnormen wereldwijd sinds 1961. Nederland ratificeerde het verdrag in 1968. UPOV kent twee hoofdversies: het Verdrag van 1978 en 1991, waarbij de laatste strengere bescherming biedt en het kwekersvoorbehoud beperkt.
Voor Europese bescherming dient u een Communautair kwekersrecht aan bij het CPVO in Angers, Frankrijk. Dit unitary right geldt automatisch in alle 27 EU-lidstaten na één aanvraag. De procedure kost ongeveer € 900 basisvergoeding plus jaarlijkse taksen vanaf € 250. Ongeveer 3.000 Communautaire kwekersrechten worden jaarlijks verleend.
Daarbuiten vereist elk land aparte aanvraag volgens nationale procedures. Amerikaanse bescherming verloopt via Plant Patents of Plant Variety Protection Certificates met kosten vanaf $ 1.000. Chinese registratie bij het Ministry of Agriculture duurt gemiddeld 3 jaar met kosten rond € 5.000 inclusief lokale vertegenwoordiging.
Gespecialiseerde advocaten coördineren internationale registratiestrategieën in 45+ landen. Zij selecteren prioriteitslanden op basis van uw marktpotentieel, productielocaties en risico op inbreuk. Bovendien beheren zij lokale correspondentie, takstermijnen en vertegenwoordiging bij buitenlandse autoriteiten.
Hoe werkt bescherming van wezenlijk afgeleide rassen?
Een wezenlijk afgeleid ras ontstaat door kleine genetische modificaties aan een beschermd oorspronkelijk ras en vereist toestemming van de oorspronkelijke houder voor commerciële exploitatie volgens artikel 13 Zaaizaad- en Plantgoedwet 2005.
Wezenlijke afleiding treedt op wanneer een ras voornamelijk de genetische structuur van het oorspronkelijke ras behoudt, maar verschilt door een enkel gen of beperkt aantal genen. Bijvoorbeeld een spontane mutatie die een andere bloemkleur veroorzaakt, vormt een wezenlijk afgeleid ras. Tevens kwalificeert selectie van een natuurlijke variant binnen het beschermde ras als afleiding.
De juridische consequentie is dat commerciële exploitatie van het afgeleide ras toestemming vereist van de houder van het oorspronkelijke ras. Deze toestemming neemt vaak de vorm aan van een licentieovereenkomst met royaltybetalingen. Zonder toestemming pleegt de kweker van het afgeleide ras inbreuk, ook wanneer hij zelf kwekersrecht heeft verkregen op de variant.
Bewijsvoering van wezenlijke afleiding gebeurt via DNA-fingerprinting. Laboratoriumanalyse toont het genetische verwantschap tussen beide rassen aan. Bij meer dan 95% genetische overlap en behoud van essentiële kenmerken concluderen deskundigen doorgaans wezenlijke afleiding. Rechtbanken volgen deze technische analyses in circa 90% van de zaken.
Deze bescherming voorkomt dat derden via kleine aanpassingen uw jarenlange veredeling omzeilen. Stel, een concurrent neemt één kleurgen op in uw ras en claimt een nieuw ras te hebben ontwikkeld. Zonder bescherming tegen wezenlijke afleiding zou deze kleine wijziging uw kwekersrecht uithollen.
Wat zijn de kosten van kwekersrechtbescherming?
Nederlandse registratie kost € 700 tot € 1.200 aan aanvraagkosten plus € 250 tot € 600 jaarlijkse instandhoudingsvergoeding, terwijl Communautaire bescherming € 900 basiskosten en vanaf € 250 jaarlijkse taksen vereist.
De initiële aanvraagkosten bij de Raad voor Plantenrassen bedragen ongeveer € 700 voor reguliere gewassen. Voor bomen en aardappelrassen betaalt u circa € 900 vanwege de langere beschermingsduur. Deze kosten dekken administratieve verwerking en beoordeling van formaliteiten.
Het DUS-onderzoek brengt aanzienlijke kosten met zich mee, variërend van € 3.000 tot € 8.000 afhankelijk van gewasgroep en onderzoeksduur. Een tulpenras vereist doorgaans € 4.500 voor twee teeltseizoenen, terwijl een boomsoort tot € 8.000 kost voor drie seizoenen. Deze kosten betaalt u direct aan het onderzoeksinstituut.
Jaarlijkse instandhoudingsvergoedingen stijgen progressief gedurende de beschermingsduur. Het eerste jaar betaalt u ongeveer € 250, oplopend tot € 600 in jaar 20. Over 25 jaar bescherming betaalt u cumulatief circa € 10.000 aan taksen voor één ras. Bij stopzetting van betalingen vervalt uw recht automatisch.
Juridische bijstand voor aanvraagprocedures kost € 2.500 tot € 5.000, afhankelijk van complexiteit en internationalisatie. Advocaten verzorgen de rasomschrijving, correspondentie met autoriteiten en bezwaarprocedures. Circa 65% van aanvragers schakelt juridische hulp in om procedurefouten en vertragingen te voorkomen.
Een sierteeltbedrijf uit de Bollenstreek registreerde jaarlijks 5 nieuwe rassen. Totale kosten bedroegen € 35.000 per jaar voor aanvragen, DUS-onderzoeken en juridische begeleiding. Daarnaast betaalden zij € 8.000 jaarlijks voor instandhouding van 40 bestaande rechten.
Hoe voorkomt u geschillen over royaltybetalingen?
Duidelijke licentiecontracten met specifieke berekeningswijzen, rapportageverplichtingen en auditmogelijkheden voorkomen geschillen, waarbij gemiddeld 15% van licentierelaties conflicten ervaart over royalty-afrekeningen.
Het contract specificeert exact hoe royalties worden berekend: per eenheid plantmateriaal, als percentage van omzet of via forfaitaire bedragen. Bijvoorbeeld: “€ 0,12 per verkocht bolletje, af-kwekerij” of “7% van de consumentenverkoopprijs exclusief BTW”. Vermijd vage formuleringen zoals “redelijke vergoeding” die interpretatie vereisen.
Rapportageverplichtingen bepalen wanneer en hoe de licentienemer productie- en verkoopcijfers verstrekt. Kwartaalrapportages binnen 30 dagen na afloop van het kwartaal vormen de standaard. Het contract specificeert welke gegevens verplicht zijn: aantal geproduceerde planten, verkochte aantallen, exportbestemmingen en bruto-omzet.
Auditrechten geven u of een onafhankelijke accountant toegang tot de administratie van de licentienemer. Standaard contracten staan één audit per jaar toe op uw kosten, of meerdere audits op kosten van de licentienemer bij geconstateerde afwijkingen boven 5%. Circa 20% van licentiegevers voert jaarlijks audits uit.
Bij geconstateerde onderbetaling eist u nabetaling vermeerderd met wettelijke rente en eventueel contractuele boetes. Contracten kennen vaak verhogingen van 20% tot 50% bij opzettelijke onderapportage. Daarnaast kan ernstige schending grond vormen voor ontbinding van de licentie.
Geschillenbeslechting via arbitrage of bindend advies voorkomt langdurige procedures. Nederlandse licenties verwijzen vaak naar arbitrage volgens het Nederlands Arbitrage Instituut (NAI) of mediation via erkende instituten. Arbitrage duurt gemiddeld 6 maanden versus 18 maanden voor civiele procedures.
Neem contact op met gespecialiseerde advocaten kwekersrecht in Nederland voor juridisch advies over licentiestructuren, royalty-geschillen en contractoptimalisatie die uw commerciële belangen waarborgen.
Welke uitzonderingen kent het kwekersrecht?
Het kwekersrecht kent het kwekersvoorbehoud waarbij andere kwekers uw beschermde ras mogen gebruiken voor verdere veredeling, en het boerenprivilege dat boeren toestaat geoogst materiaal te hergebruiken op eigen bedrijf.
Het kwekersvoorbehoud (artikel 13 lid 2 Zaaizaad- en Plantgoedwet) staat toe dat andere veredelaars uw beschermde ras gebruiken als uitgangsmateriaal voor nieuwe rassen. Deze uitzondering bevordert genetische diversiteit en voortgaande innovatie. Echter, wanneer het nieuwe ras wezenlijk is afgeleid, blijft uw toestemming vereist voor commercialisering.
Het boerenprivilege (artikel 15 Zaaizaad- en Plantgoedwet) geeft landbouwers het recht om geoogst teeltmateriaal opnieuw te gebruiken op eigen bedrijf. Deze uitzondering geldt voor 21 specifieke landbouwgewassen zoals granen, aardappelen en voedergewassen. Commerciële verkoop van dit hergebruikte materiaal is nadrukkelijk verboden.
Daarnaast bestaat een uitzondering voor particulier en niet-commercieel gebruik. Hobbytuinders mogen beschermde rassen kweken voor eigen tuin zonder toestemming of royaltybetalingen. Zodra verkoop of ruil plaatsvindt, vervalt deze uitzondering en treedt uw exclusieve recht in werking.
Experimenteel gebruik voor onderzoek en ontwikkeling vormt eveneens een uitzondering. Onderzoeksinstellingen en universiteiten mogen beschermde rassen gebruiken voor wetenschappelijke doeleinden zonder commerciële exploitatie. Bij commercialisering van onderzoeksresultaten is alsnog toestemming vereist.
Hoe handhaaft u kwekersrecht bij grensoverschrijdende inbreuk?
Bij grensoverschrijdende inbreuk schakelt u douaneautoriteiten in voor grensblokkades volgens Verordening 608/2013, terwijl gerechtelijke procedures plaatsvinden in het land waar de inbreuk zich voordoet volgens toepasselijk internationaal privaatrecht.
Grensmaatregelen vormen een effectief instrument tegen import van inbreukmakend plantmateriaal. U dient een verzoek in bij de douane om zendingen met verdacht materiaal tegen te houden. De douane controleert inkomende partijen op beschermde rassen en bewaart deze gedurende 10 werkdagen. Binnen deze termijn start u een inbreukprocedure bij de rechter.
Voor verzoeken aan Nederlandse douane betaalt u een vergoeding van ongeveer € 800 geldig voor één jaar. Het verzoek specificeert uw kwekersrecht, beschrijving van het beschermde ras en landen/bedrijven die verdacht worden van inbreuk. Circa 200 grensblokkades voor kwekersrechtinbreuk worden jaarlijks toegepast in Nederland.
Gerechtelijke procedures voert u in het land waar de inbreuk plaatsvindt. Bij export van Nederlands beschermd materiaal naar Duitsland, dagvaardt u bij een Duitse rechter volgens Duits procesrecht. Voor Communautaire kwekersrechten kent artikel 101 Verordening 2100/94 rechtsmacht toe aan gespecialiseerde rechtbanken, in Nederland de Rechtbank Den Haag.
Echter, bewijsvoering over landsgrenzen heen is complex. U verzamelt bewijs via lokale deurwaarders of gerechtelijke deskundigen volgens de regels van het land waar het bewijs zich bevindt. DNA-analyses door internationaal erkende laboratoria verhogen de bewijskracht. Advocaten coördineren deze internationale bewijsgaring en vertegenwoordiging.
Een Nederlandse bollenexporteur constateerde illegale vermeerdering van zijn beschermde tulpenras in Polen. Via de Nederlandse douane blokkeerde hij een partij van 50.000 bollen bestemd voor export naar Rusland. Gelijktijdig startte hij een procedure bij de Poolse rechtbank, resulterend in een verbod en € 35.000 schadevergoeding na 14 maanden.
Wat is het verschil tussen kwekersrecht en octrooirecht?
Kwekersrecht beschermt nieuwe plantenrassen via de Zaaizaad- en Plantgoedwet, terwijl octrooirecht technische uitvindingen waaronder genetische modificaties beschermt via de Rijksoctrooiwet, waarbij beide rechten gelijktijdig kunnen gelden voor biotechnologische innovaties.
Kwekersrecht vereist dat het ras onderscheidbaar, uniform en bestendig is, maar kent een lagere innovatiedrempel dan octrooien. Traditionele veredeling via kruising en selectie kwalificeert voor kwekersrecht. Octrooirecht daarentegen vereist dat de uitvinding nieuw, inventief en industrieel toepasbaar is volgens artikel 2 Rijksoctrooiwet.
Het kwekersvoorbehoud staat andere kwekers toe uw ras te gebruiken voor verdere veredeling. Octrooirecht kent geen vergelijkbare uitzondering; elk gebruik vereist toestemming. Dit verschil weerspiegelt de balans tussen bescherming en stimulering van voortgaande innovatie in plantenveredeling.
Genetische modificatie via moderne biotechnologie zoals CRISPR kan zowel octrooi als kwekersrecht genieten. Het genetische construct of de modificatiemethode valt onder octrooirecht, terwijl het resulterende plantenras via kwekersrecht wordt beschermd. Ongeveer 15% van nieuwe plantenrassen heeft dubbele bescherming.
Octrooiaanvragen kosten aanzienlijk meer dan kwekersrecht. Nederlandse octrooiregistratie kost € 3.000 tot € 8.000, met jaarlijkse taksen oplopend tot € 1.800. Internationale octrooi-aanvragen via PCT procedures kosten € 15.000 tot € 30.000. Deze hogere kosten rechtvaardigen zich bij baanbrekende biotechnologische innovaties.
Hoe beëindigt u een licentieovereenkomst rechtmatig?
Beëindiging gebeurt via ontbinding bij contractuele wanprestatie na ingebrekestelling, opzegging conform contractuele opzegtermijnen bij een licentioepvereenkomst, of wederzijdse opheffing, waarbij resterende royalties en voorraadafwikkeling geregeld worden.
Ontbinding wegens wanprestatie vereist dat de licentienemer een toerekenbare tekortkoming pleegt en deze niet herstelt na schriftelijke ingebrekestelling. Typische tekortkomingen zijn structurele onderbetaling van royalties, schending van exclusiviteitsbepalingen of ongeautoriseerde doorlicenties. De ingebrekestelling specificeert de tekortkoming en stelt een redelijke hersteltermijn van minimaal 14 dagen.
Na vergeefse ingebrekestelling dagvaardt u tot ontbinding en schadevergoeding. De rechter ontbindt de overeenkomst wanneer de tekortkoming de ontbinding rechtvaardigt volgens artikel 6:265 Burgerlijk Wetboek. Circa 30% van licentiegeschillen resulteert in gerechtelijke ontbinding.
Reguliere opzegging verloopt volgens contractuele bepalingen. Licenties bevatten doorgaans opzegtermijnen van 6 tot 12 maanden tegen het einde van een kalenderjaar. Sommige contracten kennen een minimale looptijd van 3 tot 5 jaar waarin opzegging is uitgesloten. Na afloop van deze vaste periode ontstaat een doorlopend contract met reguliere opzegging.
Wederzijdse opheffing biedt flexibiliteit wanneer beide partijen instemmen met beëindiging. Een vaststellingsovereenkomst regelt afwikkeling van openstaande royalties, behandeling van resterende voorraad en geheimhoudingsverplichtingen na beëindiging. Licentienemer verkoopt doorgaans resterende voorraad binnen 3 tot 6 maanden tegen gangbare royalties.
Een rozenkweker beëindigde een licentie na herhaalde onderbetaling door de licentienemer. Na twee ingebrekestellingen en een dwangsom van € 10.000, vorderde de kweker ontbinding. De Rechtbank ontbond de overeenkomst en veroordeelde de licentienemer tot nabetaling van € 45.000 aan gemiste royalties plus proceskosten.
Welke rol spelen merken en rasnamen in kwekersrecht?
De rasbenaming identificeert het plantenras officieel en moet onderscheidend en beschikbaar zijn, terwijl commerciële merken zoals Fleuroselect-merken de marketing ondersteunen zonder juridische verbondenheid met het kwekersrecht.
Artikel 63 Zaaizaad- en Plantgoedwet verplicht elke kwekersrechtaanvraag een rasbenaming te bevatten. Deze benaming moet voldoen aan strenge eisen: onderscheidend van bestaande rasnamen, geen misleidende eigenschappen suggereren en niet conflicteren met oudere merkrechten. De Raad voor Plantenrassen beoordeelt voorgestelde benamingen op beschikbaarheid.
Rasnamen blijven ook na expiratie van het kwekersrecht de officiële aanduiding. Elke handelaar of kweker moet deze naam gebruiken bij verkoop of verspreiding. Dit voorkomt verwarring en waarborgt transparantie. Bijvoorbeeld de rasbenaming ‘Apeldoorn’ voor een specifiek tulpenras blijft gebruikt ongeacht commerciële merken.
Commerciële merken daarentegen functioneren als marketinginstrumenten. Een kweker registreert bijvoorbeeld het merk “Golden Harvest®” voor een ras met rasbenaming ‘GH-2024’. Het merk onderscheidt het product in de markt en kan onafhankelijk worden gelicentieerd. Circa 45% van succesvolle rassen heeft zowel rasbenaming als commercieel merk.
Merkregistratie bij het Benelux Bureau voor Intellectuele Eigendom (BOIP) kost € 240 voor online aanvraag. Internationale registratie via het Madrid Protocol kost ongeveer € 900 basisvergoeding plus variabele kosten per land. Merkenrecht beschermt gedurende 10 jaar met oneindige verlengingsmogelijkheden à € 360 per keer.
Conflicten ontstaan wanneer een rasbenaming identiek is aan een ouder geregistreerd merk. De merkhouder kan bezwaar indienen tegen registratie van de rasbenaming. Juridische procedures bepalen dan of het merk de rasbenaming blokkeert of dat het algemeen belang bij identificatie prevaleert. Gespecialiseerde advocaten adviseren over deze complexe samenloop.
Contact opnemen met een advocaat gespecialiseerd in kwekersrecht
Kwekersrecht is een ruim begrip en u kan met diverse uitdagingen te maken hebben. Dat kan gaan over het vastleggen van kwekersrechten, maar ook discussies met concurrenten of instanties. Bij dit intellectueel eigendomsrecht is externe expertise van specialisten in kwekersrecht vaak gewenst.




