De Wet bescherming bedrijfsgeheimen (Wbb) biedt sinds 2018 juridische bescherming tegen onrechtmatig verkrijgen, gebruiken of openbaar maken van vertrouwelijke knowhow en bedrijfsinformatie. Een bedrijfsgeheim ontstaat van rechtswege wanneer informatie geheim is, handelswaarde bezit en de houder redelijke maatregelen neemt om deze vertrouwelijk te houden.
De bescherming van bedrijfsgeheimen vormt een essentieel onderdeel van Nederlands handelsrecht. Anders dan bij octrooien hoeft u geen registratie aan te vragen – bescherming ontstaat automatisch zodra aan drie wettelijke voorwaarden is voldaan. Dit maakt de Wbb bijzonder relevant voor ondernemers die hun concurrentiepositie willen behouden zonder verplichte publicatie van gevoelige informatie.
Wat kwalificeert als bedrijfsgeheim onder Nederlandse wetgeving?
Bedrijfsgeheimen omvatten technische kennis, handelsgegevens, werkprocessen, klantenbestanden, strategieën, formules en onderzoeksresultaten die niet algemeen bekend zijn en commerciële waarde bezitten door hun geheime karakter.
De reikwijdte van beschermde informatie is breed. Recepten voor producten, softwarecode, marktstrategieën, contractvoorwaarden en concepten kunnen allemaal als bedrijfsgeheim worden beschermd. Daarom is deze wetgeving relevant voor MKB-bedrijven, startups en dienstverlenende organisaties die sterk afhankelijk zijn van specifieke knowhow.
Alledaagse informatie of algemene ervaring die werknemers tijdens hun werkzaamheden opdoen, valt echter niet onder de definitie van bedrijfsgeheimen. Bovendien moet de informatie een duidelijk onderscheidend karakter hebben ten opzichte van publiekelijk beschikbare kennis in uw sector.
Drie cumulatieve voorwaarden voor juridische bescherming
Het Burgerlijk Wetboek stelt drie strikte vereisten waaraan informatie moet voldoen voor bescherming onder de Wbb. Alle voorwaarden moeten tegelijkertijd worden vervuld – het ontbreken van één element betekent dat geen beroep kan worden gedaan op wettelijke bescherming.
Eerste voorwaarde: geheimhouding van informatie
De informatie mag niet algemeen bekend zijn of gemakkelijk toegankelijk voor personen die zich professioneel met dergelijke informatie bezighouden. Dit betekent dat concurrenten, branchegenoten of andere deskundigen de informatie niet zonder inspanning kunnen verkrijgen. Publicaties in vakliteratuur, openbare databases of algemeen beschikbare bronnen maken informatie per definitie ongeschikt voor bescherming.
Tweede voorwaarde: aantoonbare handelswaarde
De vertrouwelijke informatie moet commerciële waarde bezitten juist omdat zij geheim is. Denk hierbij aan recepten waarbij openbaarmaking zou leiden tot verlies van marktpositie, of aan klantgegevens die bij bekendmaking de concurrentiepositie schaden. Zowel feitelijke als potentiële handelswaarde telt mee – toekomstige commerciële exploitatie is voldoende.
Derde voorwaarde: adequate beveiligingsmaatregelen
U moet als houder redelijke, behoorlijke en aanvaardbare maatregelen treffen om geheimhouding te waarborgen. De wetgever hanteert een praktische norm: de maatregelen moeten gepast zijn gezien de omstandigheden van uw specifieke situatie. Een multinational moet strengere beveiliging implementeren dan een eenmanszaak.
Welke beveiligingsmaatregelen zijn juridisch voldoende?
Redelijke maatregelen omvatten geheimhoudingsclausules in arbeidscontracten en handelsovereenkomsten, fysieke beveiliging zoals afgesloten archieven, digitale bescherming via encryptie en toegangscontrole, plus organisatorische procedures waarbij alleen essentieel personeel toegang krijgt tot gevoelige informatie.
Praktische implementatie vereist een combinatie van juridische, fysieke en digitale maatregelen. Contractuele afspraken alleen zijn onvoldoende – ook feitelijke beveiliging is noodzakelijk. Bijvoorbeeld, een geheimhoudingsclausule zonder wachtwoordbeveiliging op relevante bestanden biedt ontoereikende bescherming.
Contractuele beschermingsmaatregelen
Non-disclosure agreements (NDA’s) vormen de juridische basis voor bescherming bij samenwerking met externe partijen. Deze geheimhoudingsovereenkomsten specificeren welke informatie vertrouwelijk is, hoe lang geheimhouding geldt en welke sancties verbonden zijn aan schending. Sluit een NDA af vóórdat u bedrijfsgevoelige informatie deelt tijdens onderhandelingen of samenwerkingsverbanden.
In arbeidsovereenkomsten en arbeidsreglementen moet u expliciete geheimhoudingsbepalingen opnemen. Dit geldt zowel voor nieuwe contracten als voor reeds lopende dienstverbanden. Concurrentiebedingen en relatiebedingen versterken de bescherming aanvullend, hoewel deze aan strikte wettelijke eisen moeten voldoen om rechtsgeldig te zijn.
Fysieke en organisatorische beveiliging
Beperk de toegankelijkheid van bedrijfsterreinen via bewaking, toegangscontrole en registratiesystemen voor bezoekers. Bewaar gevoelige documenten in afgesloten archieven of kluizen waarvan alleen geautoriseerd personeel sleutels bezit. Tevens is het verstandig om werkprotocollen op te stellen waarin staat beschreven hoe medewerkers met vertrouwelijke informatie moeten omgaan.
Organisatorische maatregelen houden in dat uitsluitend sleutelfiguren toegang krijgen tot bedrijfsgeheimen. Implementeer een ‘need-to-know’ principe: werknemers krijgen alleen inzage in informatie die noodzakelijk is voor hun functie. Registreer welke medewerkers toegang hebben tot specifieke geheimen en bied trainingen aan over het belang van geheimhouding.
Digitale beveiligingstechnieken
Moderne bedrijfsvoering vereist robuuste digitale beveiliging. Encryptie van bestanden en e-mailcommunicatie beschermt tegen onbevoegde toegang. Tweestapsverificatie voorkomt dat hackers toegang krijgen tot accounts, zelfs wanneer wachtwoorden worden buitgemaakt. Een gedegen access control systeem regelt welke gebruikers welke bestanden mogen inzien of bewerken.
Het i-DEPOT van het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BOIP) biedt een aanvullende beveiligingsoptie. Deze digitale kluis legt het bestaan van uw bedrijfsgeheim vast op een bepaalde datum, wat relevant kan zijn bij geschillen over wie als eerste bepaalde knowhow bezat. Hoewel registratie niet verplicht is voor bescherming, versterkt een i-DEPOT uw bewijspositie.
Wanneer is sprake van onrechtmatig verkrijgen van bedrijfsgeheimen?
Onrechtmatige verkrijging omvat onbevoegde toegang tot documenten of systemen, toe-eigening of kopiëren zonder toestemming, economische spionage en schending van vertrouwelijkheidsverplichtingen uit arbeidsovereenkomsten of NDA’s.
De Wbb bestempelt specifieke handelingen als onrechtmatig. Dit biedt duidelijkheid waar voorheen alleen een beroep op de algemene aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad mogelijk was. Handelingen die voorheen in een juridisch schemergebied lagen, zijn nu expliciet verboden.
Direct en indirect onrechtmatig gebruik van bedrijfsgegevens
Rechtstreeks onrechtmatig gebruik ontstaat wanneer iemand een bedrijfsgeheim toepast terwijl hij wist of had moeten weten dat het onrechtmatig is verkregen. Bijvoorbeeld, een werknemer die vertrouwelijke klantgegevens meeneemt naar een concurrent handelt onrechtmatig. Ook het produceren van goederen met gestolen productieprocessen valt hieronder.
Indirect gebruik leidt eveneens tot aansprakelijkheid. Een fabrikant die een eindproduct op de markt brengt waarin hij een halffabricaat verwerkt, is schadeplichtig wanneer hij wist of had moeten weten dat dit halffabricaat werd vervaardigd met onrechtmatig verkregen bedrijfsgeheimen. Deze regel voorkomt dat inbreumakers aansprakelijkheid ontlopen door gebruik te maken van tussenschakels.
Contractbreuk als onrechtmatige handeling
Het handelen in strijd met geheimhoudingsovereenkomsten of arbeidscontractbepalingen is expliciet onrechtmatig onder de Wbb. Dit geldt ook voor schending van andere verplichtingen tot beperking van gebruik (restricted use clausules). Contractbreuk vormt dus een zelfstandige grond om juridisch op te treden, los van de vraag of ook sprake is van onrechtmatige daad.
Werknemers die tijdens hun dienstverband toegang krijgen tot bedrijfsgeheimen blijven gebonden aan geheimhouding, ook na beëindiging van het dienstverband. Voormalige werknemers mogen hun opgedane kennis wel gebruiken voor nieuwe werkzaamheden, maar specifieke bedrijfsgeheimen van hun vorige werkgever niet.
Hoe pakt u inbreuk op bedrijfsgeheimen juridisch aan?
De rechtbank kan op uw vordering een verbod uitspreken op gebruik of openbaarmaking, productie van inbreukmakende goederen stoppen, beslag leggen, producten laten terugroepen of vernietigen, schadevergoeding toekennen en openbaarmaking van het vonnis gelasten.
Nederlandse ondernemers beschikken over effectieve rechtsmiddelen bij inbreuk op bedrijfsgeheimen. De Wbb biedt een uitgebreid instrumentarium om uw rechten te handhaven via de civiele rechter. Procedures kunnen worden gestart bij de rechtbank in het arrondissement waar de inbreukmaker is gevestigd of waar de inbreuk plaatsvindt.
Voorlopige voorzieningen en dwangsommen bij inbreuk bedrijfsgegevens
In spoedeisende situaties kunt u een kort geding starten bij de voorzieningenrechter. Deze kan binnen enkele weken een voorlopig verbod uitspreken op verder gebruik of openbaarmaking van uw bedrijfsgeheimen. Aan dit verbod wordt meestal een dwangsom verbonden: een geldbedrag dat de inbreukmaker moet betalen voor elke overtreding of voor elke dag dat hij niet voldoet aan het rechterlijk bevel.
Dwangsommen hebben een preventieve werking. Bedragen van € 5.000 tot € 50.000 per overtreding zijn gebruikelijk, met een maximumsom van bijvoorbeeld € 250.000. De rechter bepaalt de hoogte op basis van de ernst van de inbreuk en de financiële draagkracht van de inbreukmaker.
Beslag en bewijsbeslag op inbreukmakende producten
Via beslaglegging kunnen inbreukmakende producten worden geblokkeerd. Dit voorkomt verdere verspreiding en verkoop terwijl de bodemprocedure loopt. Bewijsbeslag biedt de mogelijkheid om documenten, administratie of productiemiddelen veilig te stellen die relevant zijn voor het bewijs van inbreuk.
De deurwaarder legt beslag onder toezicht van de rechter. Dit betekent dat producten bij de inbreukmaker blijven, maar niet mogen worden verkocht of verplaatst. In ernstige gevallen kan de rechter afgifte gelasten: de inbreukmakende producten moeten dan daadwerkelijk aan u worden overgedragen.
Terugroepacties en vernietiging
Wanneer inbreukmakende producten al in het handelsverkeer zijn gebracht, kunt u een recall vorderen. De inbreukmaker moet deze producten dan actief uit de markt terugroepen bij distributeurs en eindgebruikers. Deze maatregel wordt vooral toegepast wanneer verder gebruik ernstige schade veroorzaakt aan uw marktpositie.
Vernietiging van inbreukmakende producten vormt de meest vergaande maatregel. De rechter kan bevelen dat producten, documentatie en zelfs productiemiddelen die specifiek voor de inbreuk zijn gebruikt, worden vernietigd. Dit gebeurt op kosten van de inbreukmaker en onder toezicht van een deurwaarder.
Schadevergoeding bij bewuste inbreuk
Basisschadevergoeding komt overeen met het bedrag aan royalty’s dat verschuldigd zou zijn geweest indien de inbreukmaker toestemming had gevraagd voor het gebruik van uw bedrijfsgeheim. Deze schadevergoeding geldt voor de periode waarin gebruik plaatsvond of had kunnen worden verboden.
Aanvullende schadevergoeding is mogelijk wanneer de inbreukmaker wist of had moeten weten dat hij onrechtmatig handelde. Deze vordering dekt alle geleden schade: omzetderving, imagoschade, investeringen in juridische procedures en andere aantoonbare verliezen. In de praktijk kunnen schadebedragen oplopen tot tonnen euro’s, afhankelijk van de commerciële waarde van het bedrijfsgeheim en de duur van de inbreuk.
Welke bescherming biedt de rechter tijdens procedures?
De rechter kan op verzoek bedrijfsgeheimen als vertrouwelijk aanmerken en bepalen dat alleen specifieke personen – zoals advocaten en één natuurlijke persoon per partij – toegang krijgen tot gevoelige processtukken, zodat bedrijfsgeheimen niet publiekelijk worden tijdens de rechtszaak.
Een fundamenteel probleem bij geschillen over bedrijfsgeheimen is dat u moet bewijzen welke informatie geheim is en hoe inbreuk is gepleegd. Dit vereist openbaarmaking in de procedure, terwijl juist die openbaarmaking het bedrijfsgeheim vernietigt. De wetgever heeft dit probleem erkend en procedurele waarborgen gecreëerd.
Beperkte toegang tot vertrouwelijke processtukken
Artikel 1019ib Rechtsvordering geeft de rechter de bevoegdheid om vertrouwelijke behandeling te gelasten. Alle deelnemers aan de procedure – partijen, advocaten, getuigen en deskundigen – mogen geen informatie gebruiken of openbaar maken die de rechter als vertrouwelijk heeft aangemerkt. Overtreding kan leiden tot een veroordeling wegens belediging van de rechtbank.
Daarnaast kan de rechter expliciet bepalen wie kennis mag nemen van de bedrijfsgeheimen. Minimaal één natuurlijk persoon per partij en de advocaten krijgen inzage, maar de rechter kan dit beperken tot alleen de advocaten wanneer de bescherming van het bedrijfsgeheim dit vereist. Deze beperking is controversieel omdat procespartijen mogelijk geen toegang krijgen tot alle relevante informatie.
Artikel 22a Rv: maximale vertrouwelijkheid
In procedures die niet specifiek over bedrijfsgeheimen gaan, maar waarbij wel bedrijfsgeheimen ter sprake komen, biedt artikel 22a Rechtsvordering vergaande bescherming. De rechter kan bepalen dat kennisneming van bepaalde stukken is voorbehouden aan advocaten of gemachtigden met speciale toestemming van de rechter.
Dit betekent dat zelfs de procespartij zelf geen toegang krijgt tot stukken waarin bedrijfsgeheimen staan. De advocaat mag deze informatie niet met zijn cliënt delen. Deze bepaling roept vragen op over het recht op een eerlijk proces en het vertrouwensbeginsel tussen advocaat en cliënt, maar is ingevoerd om de hoogste mate van bescherming te bieden.
Besloten behandeling van gevoelige zaken
Naast beperking van inzage kan de rechter besluiten tot behandeling van (delen van) de zaak achter gesloten deuren. Publiek en pers worden dan geweerd uit de rechtszaal. Vonissen worden geanonimiseerd gepubliceerd, waarbij bedrijfsnamen en specifieke details worden weggelaten die tot identificatie kunnen leiden.
Deze maatregelen verlagen de drempel voor bedrijven om juridische stappen te ondernemen. Zonder deze bescherming zouden houders van bedrijfsgeheimen terughoudend zijn om procedures te starten uit vrees dat hun geheimen publiekelijk worden.
Wat is het verschil met octrooibescherming?
Octrooibescherming vereist registratie en volledige publicatie van de uitvinding, biedt een tijdelijk monopolie van maximaal 20 jaar en is alleen mogelijk voor technische vindingen, terwijl bedrijfsgeheimen onbeperkt beschermd blijven zolang zij geheim zijn en geen registratie vergen.
Ondernemers staan regelmatig voor de strategische keuze tussen octrooiering en geheimhouding. Beide beschermingsvormen hebben specifieke voor- en nadelen die zorgvuldige afweging vergen.
Wanneer kiezen voor een octrooi?
Octrooien zijn geschikt voor technische uitvindingen die nieuw, inventief en industrieel toepasbaar zijn. Het registreren bij Octrooicentrum Nederland creëert een exclusief recht: alleen u mag de uitvinding produceren, verkopen en toepassen. Anderen die zonder toestemming gebruik maken van uw geoctrooieerde uitvinding, maken inbreuk ongeacht of zij het bedrijfsgeheim op rechtmatige wijze hebben verkregen.
Echter, octrooiaanvragen worden gepubliceerd. Concurrent kunnen uw technologie bestuderen en mogelijk alternatieve oplossingen ontwikkelen die net buiten de beschermingsomvang vallen. Bovendien verloopt octrooidescherming na 20 jaar, waarna iedereen vrij is om uw uitvinding te gebruiken.
Voordelen van geheimhouding boven octrooiering
Bedrijfsgeheimen kennen geen tijdslimiet. Zolang informatie geheim blijft, duurt de bescherming voort. Het recept van Coca-Cola wordt al meer dan 100 jaar succesvol geheim gehouden – veel langer dan enig octrooi zou duren. Dit maakt geheimhouding aantrekkelijk voor formules, recepten en processen die duurzaam commercieel waardevol zijn.
Daarnaast zijn niet alle waardevolle bedrijfsinformatie octrooieerbaar. Klantendatabases, marktstrategieën, prijsstellingsmodellen en andere commerciële knowhow vallen buiten de reikwijdte van het octrooirecht maar kunnen wel als bedrijfsgeheim worden beschermd. Kosten voor registratie en handhaving van octrooien zijn aanzienlijk hoger dan maatregelen voor geheimhouding.
Hybride beschermingsstrategieën
In sommige gevallen is een combinatie optimaal. Bepaalde onderdelen van uw innovatie kunt u octrooieren, terwijl andere aspecten geheim blijven. Bijvoorbeeld, u octrooieert een basisuitvinding maar houdt specifieke productieprocessen en -parameters geheim. Dit maximaliseert bescherming en bemoeilijkt dat concurrenten uw product volledig kunnen kopiëren.
Heeft u vragen over de optimale beschermingsstrategie voor uw bedrijfsgeheimen? Gespecialiseerde advocaten in Amsterdam analyseren uw specifieke situatie en adviseren over contractuele, organisatorische en juridische maatregelen om uw concurrentiepositie te beschermen.
Praktijkvoorbeeld: inbreuk op productieproces
Een Nederlandse producent van industriële verven ontwikkelde een uniek mengsysteem dat 30% sneller werkt dan traditionele methoden. Het bedrijf besloot dit proces niet te octrooieren maar geheim te houden. Werknemers tekenden strikte geheimhoudingsverklaringen en alleen drie senior technici hadden toegang tot de volledige procesbeschrijving.
Een concurrent bracht plots een vergelijkbaar product op de markt met een opmerkelijk snelle productietijd. Onderzoek wees uit dat een voormalige werknemer, die zes maanden eerder was vertrokken, bij deze concurrent in dienst was getreden. Deze werknemer had procesbeschrijvingen gekopieerd en meegenomen op een USB-stick.
De verfproducent startte een kort geding op basis van de Wbb. De voorzieningenrechter constateerde dat aan alle drie voorwaarden voor bescherming was voldaan: het proces was niet algemeen bekend, had aantoonbare handelswaarde omdat het efficiëntiewinst opleverde, en het bedrijf had adequate maatregelen getroffen via contracten en toegangsbeperking. De rechter verbood de concurrent verder gebruik van het proces op straffe van een dwangsom van € 25.000 per overtreding, met een maximum van € 500.000.
In de bodemprocedure vorderde de verfproducent schadevergoeding. De rechtbank berekende de schade op basis van gederfde omzet en bepaalde dat de inbreukmaker wist dat hij onrechtmatig handelde. Totale schadevergoeding bedroeg € 185.000, plus proceskosten van € 35.000. De voormalige werknemer werd persoonlijk aansprakelijk gesteld voor overtreding van zijn geheimhoudingsverklaring.
Europese harmonisatie van bedrijfsgeheimenbescherming
De Nederlandse Wbb implementeert Richtlijn 2016/943/EU van het Europees Parlement. Hierdoor gelden in alle EU-lidstaten vergelijkbare spelregels voor bescherming van bedrijfsgeheimen. Deze harmonisatie biedt rechtszekerheid bij grensoverschrijdende handel en samenwerking binnen de Europese Unie.
Minimumstandaard door hele Unie
Alle lidstaten moesten uiterlijk 9 juni 2018 de richtlijn implementeren. Dit creëert een minimumniveau van bescherming waarop ondernemers kunnen rekenen, ongeacht in welk EU-land zij opereren. Definities van bedrijfsgeheimen, onrechtmatige handelingen en beschikbare rechtsmiddelen zijn grotendeels uniform.
Voor Nederlandse bedrijven die internationaal opereren betekent dit dat zij zich kunnen beroepen op vergelijkbare bescherming in andere EU-landen. Omgekeerd kunnen buitenlandse bedrijven in Nederland aanspraak maken op dezelfde rechten als Nederlandse ondernemingen.
Grensoverschrijdende handhaving
Wanneer inbreuk op bedrijfsgeheimen in meerdere EU-landen plaatsvindt, biedt de geharmoniseerde wetgeving mogelijkheden voor efficiënte handhaving. U kunt procedures starten in het land waar de inbreukmaker is gevestigd of waar de inbreuk plaatsvindt. Verkregen vonnissen zijn gemakkelijker uitvoerbaar in andere lidstaten door de vergelijkbare juridische kaders.
Uw bedrijfsgeheimen effectief beschermen: actiepunten
Adequate bescherming van bedrijfsgeheimen vereist proactief handelen. Wacht niet tot inbreuk heeft plaatsgevonden – preventie is effectiever en goedkoper dan achteraf procederen. Implementeer de volgende maatregelen om uw rechtspositie te versterken:
Inventariseer welke informatie in uw organisatie als bedrijfsgeheim kwalificeert. Maak een overzicht van knowhow, processen, formules en gegevens die commerciële waarde hebben door hun vertrouwelijke karakter. Deze inventarisatie vormt de basis voor gerichte beschermingsmaatregelen.
Stel geheimhoudingsovereenkomsten op voor alle relevante relaties. Dit betreft niet alleen werknemers maar ook zakenpartners, leveranciers, adviseurs en iedereen die toegang krijgt tot gevoelige informatie. Laat deze contracten opstellen of controleren door gespecialiseerde advocaten om juridische houdbaarheid te waarborgen.
Implementeer fysieke en digitale beveiliging passend bij de waarde van uw bedrijfsgeheimen. Grotere bedrijven met hoogwaardige knowhow moeten meer investeren dan kleine ondernemingen met beperkte geheimen. Zorg dat maatregelen documenteerbaar zijn – bij geschillen moet u kunnen aantonen dat u redelijke inspanningen heeft geleverd.
Train uw personeel regelmatig over het belang van geheimhouding en de praktische toepassing van beveiligingsprotocollen. Bewustwording voorkomt dat werknemers per ongeluk vertrouwelijke informatie delen. Maak duidelijk welke sancties verbonden zijn aan schending van geheimhouding.
Overweeg het gebruik van een i-DEPOT bij het BOIP voor belangrijke bedrijfsgeheimen. Hoewel registratie niet verplicht is, versterkt deze tijdstempel uw bewijspositie wanneer geschillen ontstaan over wie bepaalde knowhow als eerste bezat.

