Bestuurdersaansprakelijkheid ontstaat wanneer bestuurders van een rechtspersoon persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor schade door onbehoorlijk bestuur. In Nederland kan een bestuurder privé aangesproken worden door de rechtspersoon zelf, schuldeisers of de Belastingdienst, waarbij het privévermogen als verhaal dient.
Bestuurders van rechtspersonen zoals een bv, nv, vereniging of stichting genieten normaliter bescherming door de afgescheiden aansprakelijkheid. Echter, deze bescherming verdwijnt bij ernstige verwijtbare handelingen. De aansprakelijkheid kan interne of externe vormen aannemen, afhankelijk van wie de schade lijdt en wie de bestuurder aanspreekt.
De financiële gevolgen zijn vaak verstrekkend. Daarom loopt 75% van de aansprakelijkstellingen uit op een minnelijke schikking of wordt afgekocht via een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering. De overige 25% leidt veelal tot langdurige juridische procedures waarin het privévermogen van de bestuurder op het spel staat.
Hoe ontstaat bestuurdersaansprakelijkheid in Nederland?
Aansprakelijkheid van een bestuurder in Nederland ontstaat door kennelijk onbehoorlijk bestuur waarbij een bestuurder zijn wettelijke of statutaire plichten verzaakt. De wet stelt een hoge drempel: er moet sprake zijn van een ernstig verwijt aan de bestuurder volgens artikel 2:9 BW.
De juridische basis vindt u in het Burgerlijk Wetboek. Artikel 2:9 BW bepaalt dat iedere bestuurder zijn taak behoorlijk moet vervullen. Bovendien regelt artikel 6:162 BW de onrechtmatige daad, waarmee derden een bestuurder persoonlijk kunnen aanspreken. De rechter hanteert daarbij de Staleman/Van de Ven-norm: zou een redelijk denkend bestuurder onder dezelfde omstandigheden identiek gehandeld hebben?
Concrete voorbeelden van onbehoorlijk bestuur zijn:
- Ernstige verwaarlozing van de administratieplicht
- Aangaan van leningen tegen buitensporig hoge rentepercentages
- Plegen van fraude of valsheid in geschrifte
- Nemen van grote beslissingen zonder adequate voorbereiding
- Verduisteren van ondernemingsgelden voor privédoeleinden
Daarnaast geldt de collegiale verantwoordelijkheid. Een bestuurslid dat passief toekijkt terwijl een collega-bestuurder fouten maakt, ontkomt niet aan aansprakelijkheid. Zelfs ‘papieren bestuurders’ of stromannen blijven volledig aansprakelijk voor handelingen tijdens hun bestuursperiode.
Neem contact op met ons advocatenkantoor in Amsterdam voor persoonlijk juridisch advies over uw specifieke situatie als bestuurder van een rechtspersoon.
Welke vormen van bestuurdersaansprakelijkheid bestaan er?
Interne bestuurdersaansprakelijkheid volgens artikel 2:9 BW
Interne aansprakelijkheid van een bestuurder betekent dat de rechtspersoon zelf de bestuurder aanspreekt voor onbehoorlijke taakvervulling. Alleen de vennootschap mag deze aansprakelijkheidsgrond inzetten, niet individuele aandeelhouders of derden.
De drempel ligt hoog: er moet een ernstig verwijt aantoonbaar zijn. De rechter beoordeelt alle omstandigheden, waaronder de aard van de activiteiten, beschikbare informatie en het verwachte inzicht van een behoorlijk functionerend bestuurder. Bijvoorbeeld: een bestuurder van een technologiebedrijf in Amsterdam sloot een contractuele verplichting van € 250.000 af zonder marktonderzoek, terwijl vergelijkbare diensten € 80.000 kostten. De vennootschap leed € 170.000 schade en hield de bestuurder persoonlijk aansprakelijk.
Bij faillissement neemt de curator deze bevoegdheid over. Daarnaast kent het Nederlandse recht de faillissementsaansprakelijkheid volgens artikel 2:248 BW. Hierbij moet blijken dat onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak vormde van het faillissement. Heeft de bestuurder verzuimd de administratieplicht of publicatieplicht na te komen? Dan geldt een wettelijk vermoeden van onbehoorlijk bestuur. De bewijslast verschuift naar de bestuurder, die moet aantonen dat externe factoren het faillissement veroorzaakten.
Externe bestuurdersaansprakelijkheid jegens schuldeisers
Schuldeisers en andere derden kunnen bestuurders persoonlijk aanspreken via artikel 6:162 BW wegens onrechtmatige daad. Ook hier geldt de eis van een ernstig persoonlijk verwijt aan de bestuurder, zoals vastgesteld in het Spaanse Villa-arrest.
De rechtspraak onderscheidt twee categorieën. Ten eerste het zinkende schip-scenario uit het Beklamel-arrest: een bestuurder gaat verplichtingen aan wetende dat de vennootschap deze niet kan nakomen én geen verhaal biedt. Bijvoorbeeld: een handelaar uit Amsterdam bestelde voor € 45.000 aan goederen, terwijl de bv slechts € 3.000 vermogen bezat en aanstaand faillissement dreigde. De leverancier hield de bestuurder persoonlijk aansprakelijk voor de volledige vordering.
Ten tweede bestaat frustratie van verhaal volgens het Ontvanger/Roelofsen-arrest. Hierbij bewerkstelligt de bestuurder opzettelijk dat de vennootschap haar verplichtingen niet nakomt. Denk aan het wegsluizen van activa kort voor executie of het kunstmatig verhogen van schulden aan gelieerde partijen.
Fiscale bestuurdersaansprakelijkheid Belastingdienst
De Invorderingswet 1990 stelt bestuurders hoofdelijk aansprakelijk voor niet-betaalde loonheffingen, omzetbelasting en bronbelasting wanneer sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur. Deze aansprakelijkheid strekt zich uit tot invorderingsrente, kosten en boeten.
De melding van betalingsonmacht speelt een cruciale rol. Kan de vennootschap belastingen of premies niet betalen? Dan moet dit binnen 14 dagen schriftelijk gemeld worden aan de Ontvanger. Bij een rechtsgeldige melding moet de Belastingdienst aantonen dat kennelijk onbehoorlijk bestuur de oorzaak vormde. Echter, bij een niet-rechtsgeldige melding geldt een wettelijk vermoeden van onbehoorlijk bestuur. De bestuurder draagt vervolgens een dubbele bewijslast: eerst bewijzen waarom de melding niet tijdig gebeurde, daarna aantonen dat geen sprake was van kennelijk onbehoorlijk bestuur.
Kennelijk onbehoorlijk bestuur houdt in: duidelijk onverantwoord, roekeloos of verregaand onnadenkend handelen dat ver buiten normaal ondernemersrisico valt. Geen redelijk denkend bestuurder zou onder dezelfde omstandigheden aldus gehandeld hebben. Deze fiscale aansprakelijkheid geldt voor lichamen onderworpen aan Nederlandse vennootschapsbelasting die rechtspersoonlijkheid bezitten en volledig rechtsbevoegd zijn.
Wat zijn concrete voorbeelden van bestuurdersaansprakelijkheid?
Een bestuurder van een horecagelegenheid in Amsterdam sloot een huurovereenkomst voor € 8.000 per maand terwijl de omzet slechts € 12.000 bedroeg en personeelskosten € 5.500 beliepen. Na zes maanden ontstond een huurschuld van € 48.000.
De verhuurder stelde de bestuurder persoonlijk aansprakelijk omdat deze wetens en willens een onhaalbare verplichting aanging. De Rechtbank Amsterdam oordeelde dat een behoorlijk handelend bestuurder deze ongezonde verhouding tussen kosten en inkomsten had onderkend. De bestuurder moest de volledige huurschuld uit privévermogen voldoen, ondanks het bestaan van de rechtspersoon.
Andere praktijkvoorbeelden in Nederlandse rechtspraak:
- Voortzetten van activiteiten terwijl de boekhouding maanden achterliep
- Betalen van eigen salaris terwijl de Belastingdienst € 85.000 aan openstaande loonheffing had
- Aangaan van een aannemingscontract van € 175.000 zonder borging of garanties, wetende dat liquidatie ophanden was
- Leegboeken van de rekening-courant één week voor faillissementsaanvraag
- Niet aanvragen faillissement ondanks evident negatief vermogen
Bovendien blijkt uit CBS-onderzoek dat curatorsinstrumenten zoals bestuurdersaansprakelijkheid in 90% van de gevallen niet tot significante opbrengsten leiden. De boedel bevat onvoldoende verhaal en procedures kosten vaak meer dan ze opleveren voor schuldeisers.
Wanneer bent u als bestuurder aansprakelijk?
De maatstaf van het ernstig verwijt
Het ernstig verwijt vereist dat de bestuurder ernstiger tekortgeschoten is dan bij gewone nalatigheid. De rechter beoordeelt of de bestuurder evident onverantwoord, roekeloos of verregaand onbezonnen handelde volgens alle omstandigheden van het geval.
Deze maatstaf gold oorspronkelijk alleen voor interne aansprakelijkheid maar is door rechtspraak uitgebreid naar alle vormen. Ook bij artikel 6:162 BW of artikel 7:661 BW (werkgeversaansprakelijkheid) geldt de eis van een ernstig verwijt. Het Nutsbedrijf Westland-arrest bevestigde dit principe voor werkgeverssituaties.
Zwaarwegende omstandigheden bij beoordeling:
- Handelen in strijd met beschermende statutaire bepalingen
- Herhaald maken van dezelfde fout na eerdere waarschuwing
- Negeren van professioneel advies van accountants of juristen
- Bewust plegen van economische of milieudelicten
- Accepteren of betalen van smeergeld
Echter, de bewijslast rust primair bij de aansprekende partij. Schuldeisers moeten aantonen dat een ernstig verwijt gerechtvaardigd is. Dit vormt een hoge drempel omdat bestuurdersaansprakelijkheid een uitzondering blijft op de hoofdregel van gescheiden vermogen.
Collegiale verantwoordelijkheid van alle bestuurders
Het bestuur draagt collectieve verantwoordelijkheid. Elk bestuurslid is aansprakelijk voor besluiten van het hele college, ook wanneer een ander bestuurslid de feitelijke fout maakte of beslissingen nam buiten het eigen portefeuille.
“Je stond erbij en je keek ernaar” volstaat voor aansprakelijkheid. Slechts uitzonderingen gelden bij langdurige afwezigheid door overmacht, expliciet uitgesproken veto vóór het besluit of onmiddellijk aftreden. Druk vanuit aandeelhouders of concernleiding ontslaat niet van verantwoordelijkheid. Wanneer een bestuurder de keuze heeft tussen ondertekenen van een ondeugdelijk besluit of aftreden, verwacht het recht dat aftreden de juiste keuze is.
Deze verantwoordelijkheid geldt ook voor:
- Stromannen en papieren bestuurders
- Trustkantoren die formeel bestuurder zijn
- Personen die “als vriendendienst” in het bestuur zitten
- Bestuurders van moedermaatschappijen die beslissingen nemen voor dochters
Verder blijft een bestuurder verantwoordelijk voor handelingen tijdens zijn bestuursperiode. Decharge beschermt uitsluitend tegen interne aansprakelijkheid en dan nog slechts voor feiten die aan aandeelhouders werden medegedeeld. Snelle ontslagname biedt geen bescherming; het achterlaten van een vennootschap zonder bestuur kan zelfs als nalatigheid worden aangemerkt.
Wilt u zekerheid over uw juridische positie als bestuurder? Onze gespecialiseerde advocaten in Amsterdam analyseren uw situatie en adviseren over de beste strategie voor bescherming tegen bestuurdersaansprakelijkheid.
Hoe beschermt u zich tegen bestuurdersaansprakelijkheid?
Bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering (D&O-polis)
Een Directors & Officers-verzekering (D&O-polis) biedt financiële bescherming tegen claims wegens bestuurdersaansprakelijkheid. De verzekering dekt doorgaans zowel schadevergoedingsbedragen als juridische proceskosten die vaak hoger uitvallen dan de claim zelf.
Deze verzekering kent echter beperkingen. Opzettelijke fraude, bewuste wetsovertreding of persoonlijke verrijking vallen buiten dekking. Daarnaast geldt meestal een eigen risico en maximale dekkingsbedragen variëren tussen € 500.000 en € 10 miljoen afhankelijk van de premie. Bovendien zal een verzekeraar kritisch beoordelen of een ernstig verwijt zich voordeed voordat uitkering plaatsvindt.
Belangrijke aandachtspunten bij D&O-polissen:
- Retroactieve dekking voor bestuursperioden vóór afsluiten verzekering
- Run-off clausules die bescherming bieden na beëindiging bestuursfunctie
- Uitsluitingen voor specifieke risico’s in uw sector
- Dekkingsomvang voor juridische procedures in meerdere instanties
Trustkantoren en professionele bestuurders sluiten standaard D&O-verzekeringen af. Voor kleine bv-bestuurders weegt de jaarlijkse premie van € 1.500 tot € 3.000 echter vaak zwaarder, waardoor slechts 40% deze bescherming bezit.
Preventieve maatregelen en zorgvuldig bestuur
Voorkom bestuurdersaansprakelijkheid door deugdelijk bestuur: houd de administratie actueel, neem beslissingen op basis van adequate voorbereiding en documenteer overwegingen schriftelijk. Raadpleeg tijdig specialisten bij complexe vraagstukken.
Concrete beschermende handelingen:
- Houd bestuursvergaderingen met schriftelijke notulen
- Documenteer de afweging van voor- en nadelen bij grote beslissingen
- Stel jaarlijks een liquiditeitsprognose op en actualiseer deze elk kwartaal
- Meld betalingsonmacht binnen twee weken aan de Belastingdienst
- Vraag faillissement aan zodra blijkt dat schulden niet meer voldaan kunnen worden
- Laat accountants of belastingadviseurs kritisch meekijken bij twijfel
Daarnaast voorkomt het scheiden van rollen dat belangenverstrengeling ontstaat. Laat bij voorkeur niet dezelfde persoon directeur én enig aandeelhouder zijn van meerdere onderling handelende vennootschappen. De curator of schuldeiser zal dit constructie-karakter zwaarder wegen bij aansprakelijkheidsbeoordeling.
Verder biedt tijdig professioneel advies inwinnen bescherming. Wanneer een bestuurder een accountant, advocaat of belastingadviseur raadpleegde en hun advies volgde, verzwakt dit het verwijt aanzienlijk. Rechters waarderen dat bestuurders hun kennislacunes erkenden en externe expertise inschakelden.
Wat gebeurt er bij een aansprakelijkheidsclaim tegen u als bestuurder?
Het juridische proces van aansprakelijkstelling
De schuldeiser of rechtspersoon stuurt eerst een aansprakelijkstellingsbrief waarin het verwijt wordt geformuleerd en een schadebedrag wordt genoemd. Deze brief bevat meestal een termijn van 14 dagen voor reactie en aanbod tot schikking.
Reageert de bestuurder niet of weigert deze aansprakelijkheid? Dan volgt dagvaarding bij de rechtbank. De procedure kent meerdere stadia: conclusie van eis, conclusie van antwoord, eventuele repliek en dupliek, comparitie van partijen en eindvonnis. Een gemiddelde procedure duurt 18 tot 24 maanden voordat de rechter definitief uitspraak doet.
Financiële aspecten tijdens het proces:
- Griffierecht vanaf € 127 tot € 4.268 afhankelijk van vordering
- Advocaatkosten voor beide partijen tussen € 15.000 en € 50.000
- Deskundigenkosten wanneer financiële analyses nodig zijn
- Procesrente vanaf moment van dagvaarding
- Mogelijk conservatoir beslag op privévermogen tijdens procedure
Bij een verliezend bestuurder volgt executie. De schuldeiser kan conservatoir beslag leggen op bankrekeningen, woning of andere activa. Via executoriale verkoop realiseert de deurwaarder de opbrengst waarmee de schuld wordt voldaan. Volstaat dit niet? Dan kan persoonlijk faillissement volgen met liquidatie van alle bezittingen.
Reputatieschade en toekomstige beperkingen
Aansprakelijkstelling leidt vaak tot vermelding op zwarte lijsten van kredietinformatiebureaus. Dit beperkt toegang tot financiering, hypotheken en toekomstige bestuursfuncties bij gerenommeerde organisaties gedurende minimaal vijf jaar.
Banken raadplegen standaard deze registers bij hypotheekaanvragen. Een bestuurdersaansprakelijkheid in het verleden vormt een rode vlag die leidt tot afwijzing of substantieel hogere rentepercentages. Bovendien weigeren professionele organisaties zoals brancheorganisaties toelating van personen met bestuurdersaansprakelijkheid in hun verleden.
Langetermijngevolgen omvatten:
- Arbeidsmarktpositie verslechtert door reputatieschade
- Moeite met verkrijgen van commercieel krediet
- Uitsluiting van commissariaten en toezichthoudende functies
- Hogere verzekeringspremies voor eventuele toekomstige D&O-polissen
- Mogelijke strafrechtelijke vervolging bij fraude-elementen
Strafrechtelijke veroordeling resulteert in een strafblad met vergelijkbare consequenties. Werkgevers in financiële sectoren, overheid en gereguleerde sectoren vereisen Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) die geweigerd wordt bij relevante strafrechtelijke veroordelingen.
Veelgestelde vragen over bestuurdersaansprakelijkheid
Wat is het verschil tussen interne en externe aansprakelijkheid?
Interne aansprakelijkheid ontstaat jegens de rechtspersoon zelf en rust op artikel 2:9 BW. Alleen de vennootschap of curator kan deze grondslag gebruiken. Externe aansprakelijkheid richt zich op derden zoals schuldeisers volgens artikel 6:162 BW. Voor beide geldt de eis van een ernstig verwijt, maar externe aansprakelijkheid vereist ook dat de vennootschap zelf aansprakelijk is voor de ontstane schade.
Kan een bestuurder zich beroepen op beslissingen van aandeelhouders?
Nee, bestuurders blijven zelfstandig verantwoordelijk ondanks instructies of druk vanuit de aandeelhoudersvergadering. Wanneer aandeelhouders een ondeugdelijk besluit eisen, verwacht het recht dat de bestuurder weigert dit te ondertekenen en in plaats daarvan aftreedt. De aandeelhouders hebben immers geen uitvoerende verantwoordelijkheid en dragen dus geen bestuurdersaansprakelijkheid.
Hoe lang blijft een ex-bestuurder aansprakelijk?
Een ex-bestuurder blijft aansprakelijk voor handelingen tijdens zijn bestuursperiode. De verjaringstermijn bedraagt vijf jaar vanaf het moment dat de benadeelde zowel de schade als de aansprakelijke persoon kende. Maximaal geldt een termijn van twintig jaar na de onrechtmatige daad. Decharge beschermt uitsluitend tegen interne claims en dan nog alleen voor feiten die aan aandeelhouders werden medegedeeld.
Beschermt een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering altijd?
Nee, D&O-polissen dekken geen opzettelijke fraude, bewuste wetsovertreding of persoonlijke verrijking. Daarnaast gelden eigen risico’s, maximale bedragen en uitsluitingen voor specifieke sectoren of situaties. De verzekeraar beoordeelt of werkelijk sprake was van een ernstig verwijt alvorens uitkering plaatsvindt. Bovendien dekken sommige polissen geen boetes opgelegd door de Belastingdienst of andere overheidsinstellingen.
Wat moet u doen bij dreigende betalingsonmacht?
Meld betalingsonmacht binnen veertien dagen schriftelijk aan de Ontvanger van de Belastingdienst. Deze melding voorkomt het wettelijke vermoeden van onbehoorlijk bestuur. Daarnaast adviseert tijdig overleg met schuldeisers over betalingsregelingen en het vroegtijdig inschakelen van een advocaat of juridisch adviseur. Overweeg bij ernstige liquiditeitsproblemen een doorstart via een pre-pack of vraag faillissement aan zodra duidelijk wordt dat normale afwikkeling niet meer mogelijk is.
Neem contact op met ons advocatenkantoor in Amsterdam voor persoonlijk juridisch advies over uw specifieke situatie als bestuurder of wanneer u geconfronteerd wordt met een aansprakelijkheidsclaim. Onze specialisten beoordelen uw positie en ontwikkelen een verdedigingsstrategie op maat.
