Meteen naar de inhoud
Factuurfraude door vervalste facturen

Steeds vaker worden ondernemers geconfronteerd met factuurfraude door vervalste facturen. De vraag rijst dan of bevrijdend is betaald en voor wiens rekening de verkeerde betaling c.q. factuurfraude komt. In onze BLOG BEVRIJDENDE BETALING legden wij het geldende toetsingskader uit zoals toegepast door de rechtbank Midden-Nederland in de kwestie waarbij de mailbox van Brabantia was gehackt met als gevolg dat Bol.com betaalde aan oplichters. Echter, intussen heeft de Hoge Raad recent in het Hascor-arrest een nieuwe maatstaf bepaald in het kader van bevrijdend betalen en factuurfraude door vervalste facturen. Aan de hand van deze nieuwe maatstaf zal getoetst moeten worden of de bedrogen afnemer nogmaals moet betalen of dat de gehackte leverancier moet opdraaien voor de gevolgen van de vervalste factuur.   

FACTUURFRAUDE EN BEVRIJDENDE BETALING

Factuurfraude en bevrijdende betaling, hoe verhouden deze zich tot elkaar? Bevrijdend betalen is, kort gezegd, wanneer een schuldenaar een verschuldigd bedrag, bijvoorbeeld een factuur, voldoet aan zijn schuldeiser of een ander die gerechtigd is om deze betaling te ontvangen. In dat geval is bevrijdend betaald: de factuur is voldaan. Echter, indien er sprake is van factuurfraude door middel van vervalste facturen zal de afnemer aan de oplichters hebben betaald en dus niet aan de schuldeiser, en dus, in beginsel, niet bevrijdend hebben betaald.

Bij factuurfraude door vervalste facturen krijgt de afnemer van zaken of diensten een vervalste factuur uit naam van een bestaande zakelijke relatie. In veel van deze gevallen is de mailbox van de leverancier gehackt of is de originele factuur anderszins onderschept. De hackers veranderen het rekeningnummer naar een eigen rekeningnummer. Het gevolg is dat de afnemer betaalt wat hij moest betalen, maar aan de oplichter in plaats van aan de leverancier. De schuldeiser wil vanzelfsprekend nog betaald worden voor zijn geleverde zaken of diensten, maar de afnemer zal niet happig zijn om dubbel te betalen.

FACTUURFRAUDE IN HET HASCOR-ARREST

In de zaak die leidde tot hetHascor-arrest nam Hascor B.V. een lading ferrochroom af bij een dochteronderneming van en aangewezen door de vaste zakelijke relatie Yildirim Holding A.S., te weten Devante Minerals Trading LTD. De e-mailbox van Yildirim werd gehackt en een vervalste factuur op naam van Devante werd verzonden aan Hascor. Hascor betaalde, maar dus aan de hackers en niet aan Devante. Devante eist in rechte alsnog betaling van de factuur en Hascor voert verweer en stelt dat zij bevrijdend heeft betaald omdat zij op grond van de vervalste factuur ervan mocht uitgaan dat het daarin genoemde bankrekeningnummer de bankrekening van Devante betrof.

MAATSTAF ARTIKEL 6:34 BURGERLIJK WETBOEK BETALING AAN ONBEVOEGDE

In veel gelijksoortige zaken hebben rechtbanken en gerechtshoven de problematiek van het al dan niet bevrijdend betalen bij factuurfraude door vervalste facturen getoetst aan artikel 6:34 Burgerlijk Wetboek, en zo ook de rechtbank in de Brabantia versus Bol.com zaak. Als reeds uiteengezet in onze BLOG BEVRIJDENDE BETALING is onder de vigeur van artikel 6:34 BW bepalend voor de beantwoording van de vraag of bevrijdend is betaald of en in welke mate de afnemer moest twijfelen aan het verzoek van de leverancier tot betaling op een ander rekeningnummer en of nader onderzoek had moeten plaatsvinden.

Echter, de Hoge Raad overweegt in het Hascor-arrest dat artikel 6:34 BW niet van toepassing is op de onderhavige factuurfraude door vervalste facturen: “Art. 6:34 lid 1 BW ziet op het geval dat de schuldenaar op redelijke gronden heeft aangenomen dat de ontvanger van de betaling als schuldeiser tot de prestatie gerechtigd was of dat uit anderen hoofde aan hem moest worden betaald. Van dat geval moet worden onderscheiden het (…) geval waarin de schuldenaar de betaling heeft verricht op een bankrekening waarvan hij ten onrechte in de veronderstelling verkeerde dat de schuldeiser deze had aangewezen. Daarop heeft art. 6:34 BW dus geen betrekking.

Maar, welke maatstaf moet dan wel worden toegepast?

MAATSTAF ARO LEASE-ARREST INZAKE VERVALSTE HANDTEKENING

In het Hascor-arrest is bepaald dat de zaak diende te worden beoordeeld aan de hand van de maatstaf, gegeven in het Aro lease-arrest van de Hoge Raad van 7 februari 1992, luidende dat wanneer iemand door valselijk de handtekening van een ander te plaatsen iets voor die ander verklaart, deze ander zich in het algemeen tegen degene tot wie de verklaring is gericht, erop kan beroepen dat de handtekening en daarmede de verklaring niet van hem afkomstig is, ook wanneer degene tot wie de verklaring was gericht, heeft aangenomen en redelijkerwijze mocht aannemen dat de handtekening echt was.

De Hoge Raad verfijnde deze maatstaf voor de factuurfraude door vervalste facturen als volgt: “Wanneer iemand door zich valselijk als een ander voor te doen iets voor die ander verklaart – in deze zaak het aanwijzen van een bankrekening voor betaling – geldt als uitgangspunt dat die ander zich tegen degene tot wie de verklaring is gericht (hierna: de geadresseerde), erop kan beroepen dat de verklaring niet van hem afkomstig is, ook wanneer de geadresseerde heeft aangenomen en redelijkerwijze mocht aannemen dat de verklaring wel van die ander afkomstig was.

BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN

Echter, net las in het Aro Lease-arrest bepaalt de Hoge Raad dat deze maatstaf niet uitsluit dat bijzondere omstandigheden kunnen leiden tot een andere conclusie. Dus omstandigheden die ertoe nopen dat zij rechtvaardigen dat aan degene voor wie valselijk iets is verklaard, geheel of ten dele wordt toegerekend dat de geadresseerde de verklaring voor echt heeft gehouden en redelijkerwijze mocht houden. Deze omstandigheden kunnen van dien aard zijn dat slechts in een bepaalde mate aan degene voor wie valselijk is verklaard, moet worden toegerekend dat de geadresseerde gerechtvaardigd op die verklaring heeft vertrouwd, en dat dit voor het overige voor rekening en risico van de geadresseerde blijft.

Hiermee voorziet de Hoge Raad in het voorkomen van een zwart-wit scenario waarvan onder de oude maatstaf vaak sprake was. Of er was bevrijdend betaald of er was niet bevrijdend betaald. De schuldenaar had immers de factuur mogen vertrouwen of niet. Met de nieuwe maatstaf wordt een mogelijkheid opengehouden dat bepaalde omstandigheden ten dele aan een bepaalde partij worden toegerekend, en dat mede daardoor de schade mogelijk verdeeld kan worden over de partijen.

Dus waar het uitgangsput onder de maatstaf van artikel 6:34 BW was dat de schuldenaar werd beschermd, tenzij hij had moeten twijfelen aan de vervalste factuur, is het nieuwe uitganspunt dat de schuldeiser wordt beschermd, tenzij hem toegerekend kan worden dat de schuldenaar de vervalste factuur voor echt heeft gehouden en redelijkerwijze mocht houden.

GEVOLGEN HASCOR MAATSTAF

In de Hascor kwestie werd geoordeeld dat er sprake was van de hiervoor bedoelde bijzondere omstandigheden die van dien aard zijn dat zij tot de slotsom nopen dat aan Devante valt toe te rekenen dat Hascor de e-mail met factuur voor echt heeft gehouden en redelijkerwijze mocht houden. Als gevolg van de toepassing van de nieuwe maatstaf hoefde Hascor niet nog eens te betalen. Een voor Hascor gunstige uitkomst.

Wat de gevolgen voor de kwestie tussen Brabantia en Bol.com zullen zijn, is lastig te zeggen, maar feit is dat Bol.com nog in hoger beroep kan en reeds uitgebreid heeft aangevoerd dat Brabantia onzorgvuldig is geweest doordat zij met een gebrekkige beveiliging tegen ‘hacks’ de oplichters de gelegenheid heeft gegeven Bol.com op het verkeerde been te zetten. Indien dat vast zou komen te staan, is wellicht ook in de kwestie tussen Brabantia en Bol,com sprake van de bedoelde bijzondere omstandigheden. In ieder geval een zaak om in de gaten te houden.  

ADVOCAAT GESPECIALISEERD IN FACTUURFRAUDE EN BEVRIJDENDE BETALING

MAAK Advocaten beschikt over een ervaren team van advocaten gespecialiseerd in vraagstukken over geschillen en procedures en met een sterke focus op de spelers in de maakindustrie. Wilt u juridisch advies inwinnen over de wettelijke regelingen met betrekking tot factuurfraude, bevrijdende betaling of gerelateerde thema’s? Of heeft uw onderneming behoefte aan ondersteuning bij het overnemen van onderhandelingen, het begeleiden van een vorm van alternatieve geschillenbeslechting zoals arbitrage, het leggen van conservatoir beslag, het voeren van een civiele procedure bij de Nederlandse rechtbanken of gerechtshoven in hoger beroep of het starten van een kortgedingprocedure? Neem dan contact op met Sander van Someren Gréve, advocaat gespecialiseerd in bevrijdende betaling, of met een van onze andere procesrechtadvocaten in Amsterdam.

Sander van Someren Gréve

Sander van Someren Gréve

Sander van Someren Gréve is als senior associate werkzaam op het gebied van Product Safety, Commercial & International Trade. Sander is een daadkrachtige advocaat met veel kennis en expertise van de maakindustrie. Spelers binnen de keten waarderen Sander ook in zijn rol als betrouwbare sparring partner bij strategisch te maken keuzes. Naast zijn advieswerk bij commerciële transacties, vormt een belangrijk deel van zijn werk het procederen over (internationale) handelsgeschillen. Dat kan gaan over een dispuut bij een overeenkomst, productaansprakelijkheid of andere (professionele) aansprakelijkheden.