Werkelijk gemaakte proceskosten komen uitsluitend voor vergoeding in aanmerking bij misbruik van procesrecht of onrechtmatig procederen. De verliezende partij vergoedt dan alle daadwerkelijke advocaatkosten in plaats van het standaard liquidatietarief, dat vaak slechts een fractie bedraagt van de werkelijke kosten.
De Nederlandse proceskostenregeling beschermt procespartijen tegen buitensporige financiële risico’s. Volgens artikel 237-240 Rv bepaalt het liquidatietarief hoeveel een verliezende partij aan proceskosten moet betalen. Dit forfaitaire systeem berekent de vergoeding aan de hand van het aantal proceshandelingen en het financieel belang van de zaak. In 75% van de procedures dekt deze standaardvergoeding echter maar een klein deel van de werkelijke advocaatkosten.
Hoe werkt het liquidatietarief voor proceskosten?
Het liquidatietarief hanteert een puntensysteem waarbij elke proceshandeling een vast aantal punten oplevert. De rechtbank bepaalt vervolgens op basis van het financieel belang en de verrichte werkzaamheden het totale bedrag. Bijvoorbeeld: bij een vordering van € 25.000 met standaard proceshandelingen bedraagt de proceskostenveroordeling ongeveer € 1.500, terwijl de werkelijke advocaatkosten vaak € 8.000 tot € 15.000 bedragen.
Daarnaast vergoedt de rechter vrijwel altijd volledig de griffierechten en deurwaarderskosten volgens het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders. Deze kosten vormen echter maar een klein onderdeel van de totale proceskosten. De beperkte vergoeding van advocaatkosten zorgt ervoor dat procederen toegankelijk blijft voor alle rechtzoekenden, ongeacht hun financiële draagkracht.
Wat houdt misbruik van procesrecht precies in?
Misbruik van procesrecht ontstaat wanneer een partij een evident kansloze procedure start of voortzet, wetende dat de vordering of het verweer geen enkele kans van slagen heeft. De Hoge Raad stelt een strenge maatstaf: misbruik is pas aan de orde als het instellen van de vordering, gelet op de evidente ongegrondheid, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had moeten blijven.
Specifieke voorbeelden van misbruik van procesrecht:
- Baseren van stellingen op bewust onjuiste feiten – De eiser kent de onjuistheid van zijn beweringen of had deze moeten kennen
- Handhaven van kansloze standpunten – Voortzetten van procedures waarvan de eisende partij weet dat geen juridische grondslag bestaat
- Schenden van de waarheidsplicht volgens artikel 21 Rv – Bewust achterhouden van cruciale informatie of persistent stellen van feiten die niet kloppen
- Frauduleuze procedures – Het opzettelijk misleiden van de rechter met valse documenten of verklaringen
De rechtspraak toont echter terughoudendheid bij het aannemen van misbruik van procesrecht. Deze terughoudendheid beschermt het recht op toegang tot de rechter zoals gewaarborgd door artikel 6 EVRM. Niemand mag worden weerhouden om zijn standpunt aan de rechter voor te leggen uit vrees voor torenhoge proceskostenvorderingen.
Welke rol speelt schending van de waarheidsplicht?
Schending van de waarheidsplicht vormt een sterke indicator voor onrechtmatig procederen. Artikel 21 Rv verplicht procespartijen om volledig en naar waarheid informatie te verstrekken. Wanneer een partij consequent stellingen handhaaft die strijdig zijn met feiten die zij kent of behoort te kennen, kan de rechtbank dit kwalificeren als onrechtmatig handelen.
Een concreet voorbeeld: Een koopster vorderde schadevergoeding omdat de brochure bij een woning een groter aantal vierkante meters vermeldde dan werkelijk aanwezig was. Tijdens de procedure bleek dat de koopster vóór aankoop een taxatierapport had laten opstellen waaruit de onjuistheid van de brochure al duidelijk was geworden. Desondanks stelde zij in de dagvaarding dat zij niets wist van de onjuistheid. De Rechtbank Rotterdam veroordeelde haar in ECLI:NL:RBROT:2023:846 tot betaling van € 8.000 aan werkelijke advocaatkosten wegens handelen in strijd met de waarheidsplicht.
Neem contact op met ons advocatenkantoor in Amsterdam voor advies over uw positie als u wordt geconfronteerd met een kennelijk ongegronde vordering. Onze advocaten analyseren of sprake is van misbruik van procesrecht en adviseren over het vorderen van werkelijke proceskosten.
Wanneer kunnen frauduleuze verzekeringsclaims leiden tot volledige proceskostenvergoeding?
Verzekeringszaken kennen regelmatig proceskostenvorderingen wegens frauduleuze schademeldingen. Wanneer een verzekerde bewust valse aangiftes doet en vervolgens in rechte blijft vasthouden aan de onjuiste lezing van de feiten, ontstaat misbruik van procesrecht. De rechtspraak toont consistent dat dergelijk gedrag leidt tot veroordeling in de daadwerkelijke proceskosten.
Het Gerechtshof Den Bosch oordeelde in een zaak over voorgewende diefstal dat een frauduleuze schademelding gevolgd door persisteren in de onjuiste stellingen onrechtmatig procederen oplevert. De verzekeraar kreeg de volledige proceskosten vergoed omdat de verzekerde wist dat zijn claim geen grondslag had. Soortgelijk oordeelde de Rechtbank Maastricht in JbPr 2007, 54 over een verzekerde die op basis van een valse diefstalmelding verzekeringspenningen claimde.
In verzekeringszaken spelen vaak drie elementen een rol bij het aannemen van misbruik van procesrecht: het opzettelijk misleiden van de verzekeraar, het indienen van valse documenten of verklaringen, en het volharden in de onjuiste stellingen tijdens de procedure. Verzekeraars kunnen daarom succesvoller werkelijke proceskosten terugvorderen dan partijen in andere geschillen.
Hoe worden werkelijk gemaakte proceskosten berekend?
De daadwerkelijk gemaakte proceskosten omvatten alle door een advocaat gedeclareerde uren maal het toepasselijke uurtarief. Een advocaat in Amsterdam rekent gemiddeld tussen € 250 en € 450 per uur, afhankelijk van specialisatie en ervaring. Bij complexe zaken met omvangrijke dossiers, getuigenverhoren en meerdere zittingen lopen de werkelijke kosten snel op tot € 15.000 à € 25.000.
Concrete kostenberekening in een praktijkvoorbeeld:
Een ondernemer uit Amsterdam dagvaardde zijn voormalige zakenpartner voor € 50.000. Na drie zittingen, uitgebreid schriftelijk debat en getuigenverhoren bleek de vordering volledig ongegrond. De advocaat van de gedaagde had 62 uren besteed à € 325 per uur, resulterend in € 20.150 aan werkelijke kosten. De standaard proceskostenveroordeling volgens het liquidatietarief bedroeg echter slechts € 2.268. Door misbruik van procesrecht aan te tonen, kreeg de gedaagde alsnog de volledige € 20.150 vergoed plus € 520 aan griffierechten.
Rechtbanken toetsen de redelijkheid van de gevorderde werkelijke proceskosten volgens artikel 6:96 lid 2 BW. Zowel het maken van de kosten als de omvang ervan moeten redelijk zijn. Buitensporige declaraties komen niet voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank kan het gevorderde bedrag matigen indien de kosten disproportioneel zijn.
Welke bijzondere omstandigheden rechtvaardigen vergoeding van werkelijke proceskosten?
Naast misbruik van procesrecht kennen enkele specifieke rechtsgebieden afwijkende regelingen. In intellectuele eigendomsrechtelijke geschillen vergoedt de verliezende partij standaard de volledige werkelijke proceskosten. Deze uitzondering beschermt de vaak kwetsbare positie van rechthebbenden die anders het risico lopen dat handhaving van hun rechten financieel onhaalbaar wordt.
Daarnaast kan onrechtmatig procederen zonder technisch misbruik van procesrecht toch leiden tot volledige proceskostenveroordeling. Bijvoorbeeld wanneer een niet-procespartij betrokken raakt bij een geschil en door zijn onrechtmatig handelen de procedure veroorzaakt of verlengt. Voor deze derden gelden de gewone aansprakelijkheidsregels volgens artikel 6:162 BW in combinatie met artikel 6:96 lid 2 BW voor de schade in de vorm van proceskosten.
De Rechtbank Amsterdam paste deze regels toe in ECLI:NL:RBAMS:2022:3113 waarbij een bestuurder persoonlijk werd aangesproken voor $ 464 miljoen. Hoewel de procedure zich richtte op vier gedaagden, veroordeelde de rechtbank alleen de eisende partij in de werkelijke proceskosten van één gedaagde (£ 280.000). Voor deze bestuurder was evident dat de zaak kansloos was, tijdrovend, mentaal belastend en als privépersoon extreem kostbaar.
Kan ook een gedaagde partij werkelijke proceskosten krijgen?
Absoluut. De Hoge Raad bevestigde expliciet dat ook verweerders zich kunnen beroepen op vergoeding van werkelijke proceskosten wanneer de eisende partij misbruik maakt van procesrecht. Evenzo kan een gedaagde die onrechtmatig verweer voert, worden veroordeeld tot betaling van de volledige proceskosten van de eisende partij.
Een gedaagde die wordt geconfronteerd met een kansloze vordering kan tijdens de procedure al aangeven dat hij na afwijzing de volledige proceskosten zal vorderen. Deze aankondiging vormt een sterke prikkel voor de eisende partij om de procedure te heroverwegen. In de praktijk blijken gedaagden zelfs vaker succesvol in het verkrijgen van volledige proceskostenvergoeding dan eisers, omdat kansloze claims gemakkelijker te identificeren zijn dan onterechte verweren.
Wilt u zekerheid over uw mogelijkheden tot terugvordering van proceskosten? Onze gespecialiseerde advocaten in Amsterdam beoordelen uw zaak en adviseren over de strategie voor het verkrijgen van volledige proceskostenvergoeding.
Hoe bewijs je misbruik van procesrecht in de praktijk?
Het aantonen van misbruik van procesrecht vereist zorgvuldige documentatie gedurende de gehele procedure. Cruciale bewijsmiddelen omvatten correspondentie voorafgaand aan de procedure, waarin de eisende partij wordt gewezen op de kansloosheid van de vordering. Ook inconsistenties tussen eerdere stellingen en processtandpunten vormen sterk bewijs.
In ECLI:NL:RBAMS:2020:4228 veroordeelde de Rechtbank Amsterdam een incassobureau tot betaling van € 3.192,65 aan werkelijke proceskosten. Het incassobureau had zijn cliënt herhaaldelijk verkeerd voorgelicht en misleid over de juridische haalbaarheid. De rechtbank overwoog dat de vorderingen evident kansloos waren, het incassobureau onjuiste bedragen in rekening bracht, en nodeloos kosten veroorzaakte. De gedaagde had alle correspondentie bewaard waarin hij het incassobureau op de fouten wees.
Praktische bewijsmiddelen voor misbruik van procesrecht:
- Schriftelijke waarschuwingen voorafgaand aan de procedure over de kansloosheid
- Documenten die aantonen dat de eisende partij de onjuistheid van zijn stellingen kende
- Getuigenverklaringen die de beweringen van de eisende partij weerleggen
- Eerdere rechtspraak waaruit blijkt dat identieke vorderingen werden afgewezen
- Administratie waaruit blijkt dat de eisende partij bewust onjuiste informatie verstrekte
Rechters waarderen vooral concrete bewijzen boven speculatieve argumenten over de intenties van de wederpartij.
Welke termijn geldt voor het vorderen van werkelijke proceskosten?
De vordering tot vergoeding van werkelijke proceskosten ontstaat pas na afloop van de procedure waarin het misbruik van procesrecht plaatsvond. Gedurende de procedure kan de rechter geen werkelijke proceskosten toewijzen, hooguit de standaard proceskostenveroordeling volgens het liquidatietarief. Na afloop moet de benadeelde partij een afzonderlijke procedure starten voor de vordering tot vergoeding van de werkelijke schade.
Voor deze vorderingen geldt de reguliere verjaringstermijn van vijf jaar volgens artikel 3:306 BW. De termijn start op het moment dat de benadeelde partij zowel bekend raakt met de schade als met de aansprakelijke persoon. In de praktijk betekent dit vanaf het moment van het eindvonnis waarin de rechter de kansloze vordering afwijst of het ongegronde verweer verwerpt.
Wel kan de benadeelde partij tijdens de lopende procedure al aangeven dat hij na afloop de werkelijke proceskosten zal vorderen wegens misbruik van procesrecht. Deze aankondiging fungeert als waarschuwing en geeft de wederpartij de kans om de procedure te heroverwegen. Sommige rechtbanken waarderen deze vroegtijdige waarschuwing positief bij de beoordeling van de uiteindelijke vordering.
Wat zijn de risico’s van het vorderen van werkelijke proceskosten?
Het vorderen van werkelijke proceskosten brengt procedurele risico’s met zich mee. De benadeelde partij moet immers een nieuwe procedure starten, met bijbehorende griffierechten en advocaatkosten. Als de rechter oordeelt dat geen sprake was van misbruik van procesrecht, volgt afwijzing van de vordering en een proceskostenveroordeling volgens het reguliere liquidatietarief.
Bovendien toetsen rechtbanken zeer streng of werkelijk sprake is van misbruik van procesrecht. De terughoudendheid bij het aannemen ervan betekent dat slechts een beperkt percentage van deze vorderingen slaagt. In circa 35% van de gevallen waarin volledige proceskosten worden gevorderd, wijst de rechter de vordering geheel of gedeeltelijk af omdat onvoldoende aannemelijk is dat de wederpartij bewust een kansloze procedure startte.
Een ander risico vormt de betalingsonwilligheid of -onmacht van de veroordeelde partij. Een proceskostenveroordeling van € 20.000 helpt weinig als de schuldenaar onvoldoende verhaal biedt. Deurwaarderskosten voor executie komen daar nog bovenop. Daarom verdient het aanbeveling om voorafgaand aan het starten van een procedure over werkelijke proceskosten de verhaalmogelijkheden te onderzoeken.
Hoe verhouden werkelijke proceskosten zich tot buitengerechtelijke kosten?
Buitengerechtelijke kosten en proceskosten vormen twee afzonderlijke posten. Buitengerechtelijke kosten omvatten alle kosten die een partij maakt voordat zij naar de rechter stapt, zoals advocaatkosten voor correspondentie, incassokosten en kosten voor juridisch advies. Deze kosten kan de benadeelde partij vaak vorderen op basis van artikel 6:96 lid 2 BW.
Het liquidatietarief ziet uitsluitend op proceskosten, niet op buitengerechtelijke kosten. Voor buitengerechtelijke incassokosten geldt een apart regime op grond van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Dit besluit bepaalt forfaitaire bedragen afhankelijk van de hoofdsom, variërend van € 40 bij vorderingen tot € 200 tot maximaal € 6.775 bij vorderingen boven € 600.000.
Wanneer een partij werkelijke proceskosten vordert wegens misbruik van procesrecht, kan zij vaak tegelijkertijd de werkelijke buitengerechtelijke kosten vorderen. Deze cumulatie versterkt de positie van de benadeelde partij. In ECLI:NL:RBROT:2023:846 kende de rechtbank naast € 8.000 aan werkelijke proceskosten ook € 1.250 aan buitengerechtelijke kosten toe omdat de eisende partij de gedaagde nodeloos met haar kansloze vordering had geconfronteerd.
Welke rol speelt mediatie bij geschillen over proceskosten?
Mediatie biedt een alternatief voor procedures over werkelijke proceskosten. Partijen kunnen afspreken dat bij beëindiging van het hoofdgeschil ook de kwestie van de proceskosten in mediation wordt besproken. Dit voorkomt een tweede, kostbare procedure en bevordert een snelle oplossing.
In toenemend aantal gevallen stellen rechtbanken voor om geschillen over werkelijke proceskosten via mediation op te lossen. De rechter kan partijen zelfs verwijzen naar mediation voordat hij inhoudelijk op de vordering beslist. Mediationovereenkomsten over proceskosten voorzien vaak in een compromis waarbij de oorspronkelijk eisende partij meer betaalt dan het liquidatietarief maar minder dan de volledige werkelijke kosten.
Succesvol geschikt voorbeeld: Een werkgever werd in een arbeidsrechtelijke procedure veroordeeld na een evident kansloze ontbinding. De werknemer vorderde € 15.000 aan werkelijke proceskosten. Tijdens mediation stemde de werkgever in met betaling van € 8.500, waarmee beide partijen een langdurige vervolgprocedure vermeden en zekerheid kregen over het financiële resultaat.
Kunnen werkelijk gemaakte proceskosten worden gematigd?
Rechtbanken beschikken over de bevoegdheid om gevorderde werkelijke proceskosten te matigen als deze buitensporig zijn. Artikel 6:96 lid 2 BW vereist dat zowel het maken van de kosten als de omvang redelijk zijn. Een advocaat die € 600 per uur declareert terwijl een uurtarief van € 300 gebruikelijk is voor vergelijkbare zaken, riskeert matiging.
De Rechtbank Utrecht paste in LJN:BP0052 matiging toe door slechts een deel van de daadwerkelijke proceskosten toe te wijzen. De rechtbank overwoog dat weliswaar sprake was van misbruik van procesrecht, maar dat de advocaat van de benadeelde partij buitensporig veel uren had gedeclareerd voor relatief eenvoudige handelingen. Het toegewezen bedrag bedroeg uiteindelijk 60% van de gevorderde werkelijke kosten.
Factoren die rechtbanken meewegen bij matiging:
- Vergelijking met gebruikelijke uurtarieven voor vergelijkbare advocaten
- Noodzakelijkheid van het aantal gedeclareerde uren
- Complexiteit van de zaak in verhouding tot de bestede tijd
- Overlap of dubbel werk in de declaraties
- Proportionaliteit ten opzichte van het belang van de zaak
Advocaten die werkelijke proceskosten vorderen, doen er verstandig aan om hun declaraties zorgvuldig te onderbouwen en alleen redelijke kosten in rekening te brengen.
Wat zijn de gevolgen voor incassobureaus en deurwaarders?
Incassobureaus lopen verhoogd risico op veroordeling in werkelijke proceskosten omdat zij professionele incasseerders zijn die geacht worden de juridische haalbaarheid van vorderingen te beoordelen. De Rechtbank Amsterdam oordeelde in ECLI:NL:RBAMS:2020:4228 bijzonder streng over een incassobureau dat zijn opdrachtgever verkeerd voorlichtte en een kansloze procedure startte.
Deurwaarders kunnen eveneens aansprakelijk zijn voor werkelijke proceskosten als zij bewust meewerken aan onrechtmatige executies of procedures. Hun professionele standaard vergt dat zij de rechtmatigheid van vorderingen toetsen voordat zij executiemaatregelen treffen. Een deurwaarder die beslag legt terwijl evident is dat de onderliggende vordering geen stand houdt, riskeert aansprakelijkheid voor alle daardoor veroorzaakte schade.
In de praktijk betekent dit dat incassobureaus en deurwaarders extra zorgvuldig moeten opereren. Zij moeten vorderingen grondig onderzoeken, opdrachtgevers correct informeren over de juridische haalbaarheid, en procedures staken zodra blijkt dat geen juridische grondslag bestaat. Het doorzetten van procedures uit commercieel belang kan leiden tot aanzienlijke schadeclaims.
Advocaten procesrecht
Ons advocatenkantoor in Amsterdam staat voor persoonlijk juridisch advies over uw specifieke situatie. Wij analyseren of u aanspraak kunt maken op vergoeding van werkelijke proceskosten en begeleiden u bij het vorderen ervan.





