Meteen naar de inhoud

Bodemprocedure

bodemprocedure

Een bodemprocedure is binnen het Nederlandse procesrecht een (uitgebreide) juridische procedure bij de rechtbank, met (zo mogelijk) getuigenverhoren, deskundigeberichten en andere bewijsaanbiedingen. Als procesrecht advocaten maken we veelal de keuze of een dergelijke procedure de meest gepaste is, of een kort geding, waarbij een spoedeisend belang gevergd wordt. Denk aan het spoedig moeten nakomen van een contract, een inbreuk op een Intellectueel eigendomsrecht, het opheffen van een conservatoir beslag, of een publicatieverbod / rectificatie. Ook staan onze advocaten voor procesrecht partijen bij wanneer een verdediging tegen een (vermeende) vordering nodig is. Een bodemprocedure wordt gestart met een dagvaarding en kan worden gevoerd bij elke rechtbank (afhankelijk van diens bevoegdheid). Onze advocaat voor civiele procedures gaat in op de bodemprocedure, en de verschillen met het kort geding.

De bodemprocedure wordt gebruikt om een juridisch geschil definitief te beslechten en er is binnen de geldende verjaringstermijnen van een vordering de tijd om de procedure op te starten. Na het aanbrengen van een dagvaarding, kan de gedaagde partij de verdediging voeren door (bijvoorbeeld) het indienen van een zogeheten conclusie van antwoord, en/of het formuleren van een tegeneis (eis in reconventie). Partijen krijgen daartoe ruimschoots de tijd en als procesadvocaten wijzen we op de lopende termijnen, zoals die in het zogeheten roljournaal worden genoteerd. Na alle schriftelijke rondes is er in de regel een mondelinge behandeling (zitting bij de rechter), waarna een vonnis wordt gewezen. Een rechter mag, wanneer gepast, dat mondeling doen, maar in verreweg de meeste gevallen zal dat schriftelijk gebeuren.

Verschil tussen een bodemprocedure en een kort geding

Een bodemprocedure en een kort geding zijn beide juridische procedures, maar er zijn enkele belangrijke verschillen tussen de twee. Als advocaten voor civiele procedures wordt ons vraag gevraagd om zo snel mogelijk een vonnis te behalen, of anderszins voortvarend te procederen. Een kort geding opstarten kan echter niet altijd, waarmee de bodemprocedure dan de aangewezen procedure zal zijn. Hierna zijn in bullet points enkele belangrijke kenmerken van beide procedures opgesomd:

Bodemprocedure

  • Een bodemprocedure is een reguliere, uitgebreide juridische procedure bij de rechtbank.
  • Het kan worden gestart met een inleidende dagvaarding.
  • Het kan worden gevoerd in elke rechtbank, inclusief de kantonrechter en de rechtbank in eerste aanleg en het gerechtshof in hoger beroep.
  • De procedure wordt gebruikt om een juridisch geschil definitief te beslechten.
  • De zaak wordt ’tot de bodem’ uitgezocht, er is bijvoorbeeld ruimte voor getuigenverhoren, deskundigeberichten en extra bewijsaanbiedingen etc.
  • Er is geen spoedeisend belang vereist.
  • Tegen een vonnis in eerste aanleg geldt een beroepstermijn van 3 maanden.

Kort geding

  • Een kort geding is een versnelde juridische spoedprocedure in tegenstelling tot een bodemprocedure.
  • Het kan worden gestart met een dagvaarding in kort geding.
  • Een zittingsdatum wordt aangevraagd met een concept-dagvaarding en het indienen van verhinderdata van beide partijen.
  • Het kan worden gevoerd in de voorzieningenrechter van de rechtbank, of bij de kantonrechter (een en ander afhankelijk van de aard van de zaak).
  • De procedure wordt gebruikt voor urgente zaken die onmiddellijke actie vereisen (en waar aldus een voorlopige voorziening voor moet worden getroffen).
  • Een veelvoorkomend kort geding is het ‘opheffingskortgeding’, waarmee wordt opgekomen tegen een (onterechte) conservatoire beslaglegging.
  • De zaak wordt niet ’tot de bodem’ uitgezocht; er vindt een belangenafweging plaats en de zaak moet niet te complex zijn om de vordering te kunnen toewijzen.
  • Er moet een spoedeisend belang zijn bij de vordering en de zaak moet zich dus lenen voor een urgente behandeling.
  • Tegen een vonnis in kort geding geldt een beroepstermijn van (slechts) 4 weken.

Kortom, het belangrijkste verschil tussen een bodemprocedure en een kort geding is dat een bodemprocedure wordt gebruikt om een juridisch geschil definitief te beslechten, terwijl een kort geding wordt gebruikt voor urgente zaken die onmiddellijke actie in de vorm van een voorlopige voorziening vereisen. Bovendien wordt in een bodemprocedure de zaak ’tot de bodem’ uitgezocht, terwijl dat in een kort geding niet het geval is.

Wat zijn de verschillende stappen in een bodemprocedure?

Een bodemprocedure bestaat uit verschillende stappen. Hier is een overzicht van de belangrijkste stappen in een bodemprocedure volgens de Nederlandse wet:

  1. Start van de procedure: De eiser start de procedure door de gedaagde op te roepen om voor de rechtbank te verschijnen. Dit gebeurt meestal door middel van een inleidende dagvaarding.
  2. Reageren op de dagvaarding: De gedaagde heeft de mogelijkheid om schriftelijk, mondeling of helemaal niet te reageren op de dagvaarding. Als de gedaagde het eens is met de dagvaarding, kan hij contact opnemen met de deurwaarder om de procedure in te trekken.
  3. Conclusie van antwoord: Als de gedaagde verweer wil voeren, moet hij binnen een bepaalde termijn een conclusie van antwoord indienen. Hierin kan hij zijn standpunt en verweer uiteenzetten.
  4. Repliek en dupliek: Na de conclusie van antwoord kan de eiser nog een repliek indienen om te reageren op het verweer van de gedaagde. Vervolgens kan de gedaagde nog een dupliek indienen om te reageren op de repliek van de eiser.
  5. Getuigenverhoor en deskundigenonderzoek: Als er getuigen moeten worden gehoord of als er behoefte is aan een deskundigenonderzoek, kan de rechtbank hiertoe besluiten. Dit gebeurt meestal in een aparte zitting.
  6. Eindvonnis: Na het doorlopen van alle stappen zal de rechtbank een eindvonnis wijzen. Hierin wordt het geschil definitief beslecht en worden de partijen in het gelijk of ongelijk gesteld.

Het verloop van een bodemprocedure kan lang duren, omdat er vaak verschillende stappen moeten worden doorlopen en er tijd nodig is voor het verzamelen van bewijs en het horen van getuigen en deskundige

Advocaat procesrecht

Wanneer u advies wilt inwinnen over een procesrechtelijke vraag, zoals het opstarten van een bodemprocedure of kort geding, of heeft u een andere vraag over het Nederlandse procesrecht, dan biedt ons advocatenkantoor in Amsterdam daartoe mogelijkheden. Wij zijn in heel Nederland actief en bieden ook support bij internationale vraagstukken. We hebben een sterk team van advocaten met als specialisatie contractenrecht. Onze advocaat commercial law en procesrecht Remko Roosjen geeft leiding aan dit team en we horen graag hoe we u het beste kunnen ondersteunen. Bent u op zoek naar andere praktijkgebieden, dan kunnen onze advocaten in Amsterdam u mogelijk ook ondersteunen, of aan een geschikte partner doorverwijzen. Uw belang staat bij ons te allen tijde voorop en we zoeken graag naar praktische oplossingen en snel resultaat. Neem contact op met onze specialist contractenrecht in Amsterdam en ontdek uw mogelijkheden.

+31 (0)20 – 210 31 38
remko.roosjen@maakadvocaten.nl

Remko Roosjen

Remko Roosjen

Als partner van MAAK en advocaat commercial law geeft Remko leiding aan aan het team Commerciële Geschillen en Contractenrecht. Remko is een gespecialiseerde advocaat contractenrecht en heeft een ruime ervaring in het voeren van procedures, waaronder voor de civiele rechter, in arbitrage en mediation. Remko is verbonden aan de specialisatievereniging voor Distributie, Franchise en Agentuur en doceert regelmatig over het snijvlak van commerciële contracten en productregelgeving. Lees meer over Remko op zijn persoonlijk profiel of op LinkedIn .