Meteen naar de inhoud

Toetsings­maatstaf voor het leggen van conservatoir beslag

Toetsingsmaatstaf voor het leggen van conservatoir beslag

In een recente uitspraak over conservatoir beslag van het gerechtshof Amsterdam is de voorzieningenrechter teruggefloten over de aangelegde toetsingsmaatstaf voor het leggen van conservatoir beslag (onder een derde partij). Het verzoek tot het leggen van conservatoir beslag moet worden beoordeeld aan de hand van de maatstaf neergelegd in artikel 700 lid 2 Rv. Onze advocaten procesrecht leggen met enige regelmaat beslag en bespreken hierna kort het recente arrest van het gerechtshof. Ook onze advocaten in Amsterdam zien dat de rechter in toenemende mate dieper ingaat op een zaak, voordat een verlof wordt verleend. In deze zaak gaat de voorzieningenrechter echter een stap te ver.

Beslissing over beslaglegging na summierlijk onderzoek

In artikel 700 lid 2 Rv is bepaald dat de voorzieningenrechter beslist over het verzoek na beslaglegging na summier onderzoek. Dat onderzoek van de voorzieningenrechter verlangt vereist dat op grond van de stellingen van de verzoekende partij en hetgeen deze ter onderbouwing daarvan heeft aangevoerd, summierlijk moet blijken van de deugdelijkheid van de vordering tot verzekering waarvan het beslag strekt.

Verzoeker moet summierlijk de deugdelijkheid van de vordering aantonen

De partij die het verzoek tot een conservatoire beslaglegging instelt, dient feiten en omstandigheden aan te dragen, waaruit summierlijk de deugdelijkheid van de door hem gestelde vordering blijkt.

Dit houdt niet in dat de voorzieningenrechter bij de toetsing van het verzoek tot beslaglegging een voorlopig oordeel moet geven over de juistheid van de vordering. Wat wel van belang is, is dat de voorzieningenrechter na het summiere onderzoek de deugdelijkheid daarvan zal moeten kunnen aannemen.

Het voorgaande brengt niet mee dat de voorzieningenrechter bij de beoordeling van het verzoek om beslagverlof een voorlopig oordeel moet geven over de gegrondheid van die vordering, maar wel dat hij na het door artikel 700 lid 2 Rv bepaalde summiere onderzoek de deugdelijkheid daarvan zal moeten kunnen aannemen. Het hof is van oordeel dat summierlijk blijkt van de deugdelijkheid van de vorderingen tot verzekering waarvan het beslag strekt, reden waarom het verzoek wordt toegewezen.

Hoe toetste de voorzieningenrechter recent over het verzoek tot beslaglegging?

In een verzoekschrift heeft een organisatie (Wooncompagnie) bij de voorzieningenrechter om verlof gevraagd tot het leggen van conservatoir beslag onder een derde partij. De grondslag voor de vordering betrof onder meer een vordering strekkende tot schadevergoeding. Nadat het verzoekschrift aan de rechter is toegestuurd (tegenwoordig: per e-mail), is nog een maal om een aanpassing verzocht, en is een week later het definitieve verzoek tot conservatoire beslaglegging ingediend.

Van belang voor deze bijdrage is dat de voorzieningenrechter het verzoek tot het leggen van conservatoir beslag van Wooncompagnie afgewezen. Samengevat heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat partijen lijnrecht tegenover elkaar stonden en was het voor de rechter niet eenduidig vast te stellen wie het gelijk aan zijn kant heeft. Het toetsingskader voor de voorzieningenrechter is ook beperkt, omdat hoor en wederhoor en een uitvoerig partijdebat in deze fase nog niet actueel is. Het is om deze onzekerheid dat de voorzieningenrechter in eerste aanleg heeft bepaald dat niet kan worden vastgesteld dat de vordering van Wooncompagnie summierlijk deugdelijk is. Het is om die reden dat het verlof niet wordt toegekend in deze recente procedure.

Hoger beroep tegen een afgewezen verzoek tot beslaglegging

Wooncompagnie kan zich niet verenigen met het oordeel van de voorzieningenrechter en tekent hoger beroep aan tegen de afwijzing tot conservatoir beslag. Wooncompagnie stelt zich op het standpunt dat er een verkeerde maatstaf is gebruikt bij het beoordelen of het beslag wel of niet moet worden toegewezen.

De aangevoerde grief van Wooncompagnie slaagt bij het gerechtshof Amsterdam. De maatstaf tot het leggen van conservatoir beslag is neergelegd in artikel 700 lid 2 Rv en behelst aldus dat de voorzieningenrechter summierlijk onderzoek doet naar de deugdelijkheid van de vordering waarvoor beslag wordt verzocht. Dit brengt echter nadrukkelijk niet mee dat de voorzieningenrechter bij de beoordeling van het verzoek om beslagverlof een voorlopig oordeel moet geven over de gegrondheid van die vordering (of wanneer hij dat niet kan het verzoek afwijst). In hoger beroep is het hof aan dezelfde maatstaf gebonden (ECLI:NL:GHAMS:2019:3376, r.o. 3.3). Het is om die reden dat het gerechtshof alsnog de vordering tot het leggen van conservatoir beslag toewijst.

Advocaat gespecialiseerd in beslag

Wilt u advies inwinnen over het leggen of opheffen van conservatoir beslag? Wilt u meer specifiek sparren met een advocaat of uw zaak zich leent tot het leggen van conservatoir beslag? Neemt u dan eens contact op met onze advocaat gespecialiseerd in beslag en contractenrecht, Remko Roosjen

Remko Roosjen

Remko Roosjen

Als partner van MAAK en advocaat commercial law geeft Remko leiding aan aan het team Commerciële Geschillen en Contractenrecht. Remko is een gespecialiseerde advocaat contractenrecht en heeft een ruime ervaring in het voeren van procedures, waaronder voor de civiele rechter, in arbitrage en mediation. Remko is verbonden aan de specialisatievereniging voor Distributie, Franchise en Agentuur en doceert regelmatig over het snijvlak van commerciële contracten en productregelgeving. Lees meer over Remko op zijn persoonlijk profiel of op LinkedIn .