Email  |   +31 20 – 210 31 38  |    DE    |    EN

Geschillen en procedures

blokje-maak-1-1.png

Faillissementsprocedure naar Nederlands recht

Een faillissementsprocedure begint wanneer een schuldenaar zijn betalingsverplichtingen niet meer kan nakomen en wordt aangevraagd bij de rechtbank. De rechter benoemt een curator die het volledige vermogen beheert en schuldeisers zoveel mogelijk uitbetaalt volgens een wettelijke rangorde uit de opbrengst van verkochte bezittingen.

De Faillissementswet regelt de gehele procedure vanaf aanvraag tot beëindiging. Schuldeisers kunnen via deze juridische route hun vorderingen verhalen wanneer onderhandelingen mislukken. De rechtbank stelt vast of de schuldenaar daadwerkelijk in een betalingsonwachtige situatie verkeert voordat zij tot faillietverklaring overgaat.

Wat zijn de voorwaarden voor een faillissementsaanvraag?

De rechtbank verklaart een schuldenaar alleen failliet als summierlijk blijkt dat deze is opgehouden met betalen en wanneer er meerdere schuldeisers zijn. Dat moet duidelijk in de faillissementsaanvraag naar voren komen en volgt uit de faillissementswet. Daarnaast moet de vordering van de aanvragende schuldeiser voldoende vaststaan zonder uitgebreid onderzoek.

Schuldeisers moeten binnen 50 woorden aantonen dat hun vordering juridisch steekhoudend is. De rechtbank voert geen diepgaand onderzoek uit tijdens een faillissementsprocedure – hiervoor zijn andere juridische procedures beschikbaar. Rechtbank Rotterdam oordeelde expliciet dat een faillissementsprocedure zich niet leent voor uitgebreid onderzoek van vorderingen.

Vereisten voor een geldige aanvraag:

  • Aantoonbare betalingsonmacht van de schuldenaar
  • Minimaal twee schuldeisers
  • Voldoende onderbouwde vordering zonder tegenbewijs
  • Geen lopende betalingsregelingen of schuldhulptrajecten

Ontbreekt één van deze elementen, dan wijst de rechter het verzoek af. Schuldenaren kunnen zich verweren door aan te tonen dat zij alsnog kunnen betalen of door de rechtsgeldigheid van de vordering te betwisten. Een advocaat is verplicht wanneer een schuldeiser het faillissement van een ander aanvraagt.

Hoe verloopt de aanvraagprocedure bij de rechtbank?

Zowel de schuldenaar zelf als schuldeisers kunnen een faillissement aanvragen. Voor het eigen faillissement gebruikt de schuldenaar het Formulier Eigen aangifte faillissement, dat kosteloos ingediend wordt bij de rechtbank in de regio waar hij woont. Een advocaat is hiervoor niet noodzakelijk.

Na ontvangst stuurt de rechtbank een oproep voor de zitting. Schuldenaren hebben tot aan deze zitting verschillende mogelijkheden om het faillissement af te wenden. Zij kunnen betalingsafspraken maken met schuldeisers, waardoor deze hun aanvraag intrekken. Tevens bestaat de optie om surseance van betaling aan te vragen voor maximaal anderhalf jaar uitstel.

Natuurlijke personen kunnen schuldsanering via de Wettelijke schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) aanvragen. Als de rechtbank hiertoe beslist, volgt geen faillietverklaring. Tijdens de zitting mogen schuldenaren hun standpunt mondeling of schriftelijk toelichten. Wie niet aanwezig kan zijn, dient vooraf een schriftelijk verweer in.

De rechter beoordeelt:

  • Betalingsonmacht van de schuldenaar
  • Geldigheid van de vordering
  • Aanwezigheid van meerdere schuldeisers
  • Eventuele verweren of alternatieve oplossingen

Na uitspraak benoemt de rechter direct een curator en een rechter-commissaris. De curator neemt alle beslissingen over en beheert het vermogen. Gegevens van het faillissement verschijnen binnen twee werkdagen in het Centraal Insolventieregister en het Handelsregister van KVK, waardoor iedereen dit kan inzien.

Welke rol vervult de curator tijdens het faillissement?

De curator beheert het volledige vermogen van de gefailleerde en probeert maximale opbrengsten te genereren voor schuldeisers door bezittingen te verkopen, contracten te beëindigen en vorderingen te innen. Alle beslissingsbevoegdheid over financiën en bezittingen gaat over van de schuldenaar naar de curator.

Deze juridische vertegenwoordiger maakt binnen 14 dagen een inventaris van alle bezittingen, schulden en vorderingen. Hij onderzoekt de administratie grondig om een volledig beeld te krijgen van de financiële situatie. Tegelijkertijd kan de rechter een afkoelingsperiode instellen waarin schuldeisers geen goederen of betalingen mogen opeisen.

De curator zorgt voor postblokkade – alle post gaat eerst naar hem voordat deze de schuldenaar bereikt. Hierdoor voorkomt hij dat belangrijke financiële informatie verloren gaat. Abonnementen voor kranten, sportscholen en andere diensten worden opgezegd om kosten te besparen. Waardevolle spullen zoals kunst, dure elektronica en voertuigen worden geveild.

Dagelijkse benodigdheden blijven behouden:

  • Kleding en beddengoed
  • Wasmachines en kookgerei
  • Gereedschap nodig voor het uitoefenen van een beroep
  • Kinderbijslag en alimentatie

De rechter-commissaris houdt toezicht op het beheer en de vereffening van de boedel. Gefailleerden die ontevreden zijn over beslissingen van hun curator, kunnen een klacht indienen bij deze rechter-commissaris via het Centraal Insolventieregister. In 85% van de gevallen handelt de curator binnen de wettelijke kaders zonder geschillen.

Wilt u zekerheid over uw juridische positie bij een dreigend faillissement? Gespecialiseerde advocaten analyseren uw situatie en adviseren over de beste strategie om uw belangen te beschermen.

Wat gebeurt er met inkomen en vermogen van de schuldenaar?

Het grootste deel van het inkomen stroomt naar de curator zodra het faillissement uitgesproken wordt. Dit geldt voor loon, uitkeringen en inkomsten uit zelfstandige activiteiten. De gefailleerde ontvangt maandelijks alleen het vrij te laten bedrag (vtlb) voor levensonderhoud zoals huur, boodschappen en nutsvoorzieningen.

De curator berekent dit bedrag aan de hand van de Beslagvrije voet, waarbij rekening gehouden wordt met gezinssamenstelling en vaste lasten. Gemiddeld bedraagt het vtlb tussen € 1.100 en € 1.400 per maand voor alleenstaanden. Gezinnen ontvangen een hoger bedrag afhankelijk van het aantal kinderen.

Lopende beslagen op loon of goederen stoppen automatisch bij faillietverklaring. Schuldeisers kunnen tijdens het faillissement geen nieuwe beslagen leggen, waardoor de gefailleerde enige financiële rust ervaart. Alle verhaalsmogelijkheden lopen uitsluitend via de curator volgens de wettelijke rangorde.

Vermogensbestanddelen die de curator verwerft:

  • Banktegoeden en spaarrekeningen
  • Onroerend goed en voertuigen
  • Aandelen en beleggingen
  • Waardevolle roerende zaken
  • Vorderingen op derden

Echtgenoten of geregistreerd partners worden niet automatisch failliet verklaard. Echter, bij een huwelijksgemeenschap van goederen telt hun vermogen wel mee in de boedel. Partners in een huwelijk met huwelijkse voorwaarden behouden hun eigen vermogen, tenzij zij zich persoonlijk borg gesteld hebben voor schulden.

Hoe verloopt de verificatiefase en schuldenvaststelling?

Tijdens de verificatievergadering controleert de curator alle ingediende vorderingen van schuldeisers en stelt hij een voorlopige lijst van erkende schulden op. Schuldeisers kunnen bezwaar maken tegen vorderingen van andere partijen binnen een termijn van 14 dagen na de verificatiedatum.

De curator nodigt alle bekende schuldeisers schriftelijk uit voor deze bijeenkomst. Zij moeten hun vordering schriftelijk en gemotiveerd indienen met onderliggende stukken zoals facturen, contracten of andere bewijsmiddelen. Vorderingen zonder adequate onderbouwing worden niet erkend.

Tijdens de verificatie ontstaat vaak discussie over de rangorde van vorderingen. De Faillissementswet kent een strikte volgorde waarin schuldeisers betaald worden uit de opbrengsten. Voorrang hebben kosten van het faillissement zelf, zoals honoraria van de curator en griffierechten vanaf € 127. Daarna volgen geprivilegieerde schuldeisers zoals de Belastingdienst.

Wettelijke rangorde van schuldeisers:

  1. Kosten van het faillissement (curator, griffierechten)
  2. Schulden uit arbeidsovereenkomsten (achterstallig loon)
  3. Sociale verzekeringen en Belastingdienst
  4. Hypotheekhouders en pandhouders (separatisten)
  5. Concurrente schuldeisers (gewone handelscrediteuren)

Concurrente schuldeisers ontvangen een evenredig deel van de resterende opbrengst. In de praktijk blijft voor deze categorie vaak weinig over – gemiddeld ontvangen zij slechts 5 tot 15% van hun oorspronkelijke vordering. De curator maakt een definitieve uitdelingslijst na afloop van de verificatie.

Wanneer en hoe eindigt een faillissementsprocedure?

Een faillissement eindigt op verschillende manieren afhankelijk van de omstandigheden. De meest voorkomende scenario’s zijn opheffing wegens gebrek aan baten, een faillissementsakkoord of voltooiing van de vereffening. In 60% van de gevallen volgt opheffing wegens gebrek aan baten binnen zes maanden.

Opheffing wegens gebrek aan baten treedt op wanneer de curator constateert dat er onvoldoende vermogen beschikbaar is om zelfs de kosten van het faillissement te dekken. Hij verzoekt de rechtbank om opheffing. Na toewijzing herleven alle schulden volledig – schuldeisers kunnen weer individueel betaling afdwingen via dagvaardingen en beslagen.

Een faillissementsakkoord ontstaat als de curator met schuldeisers afspreekt dat de schuldenaar een percentage van zijn schulden betaalt. Schuldeisers stemmen hierover tijdens de verificatievergadering. Bij akkoord van de meerderheid en goedkeuring (homologatie) door de rechtbank, vervallen de resterende schulden definitief. Dit gebeurt in ongeveer 15% van alle procedures.

Bij voltooiing van de vereffening heeft de curator alle bezittingen verkocht en schuldeisers zoveel mogelijk uitbetaald volgens de rangorde. Hij maakt een eindafrekening en uitdelingslijst. Schuldeisers hebben 10 dagen om bezwaar te maken. Zonder bezwaren eindigt het faillissement, maar niet-betaalde schulden blijven bestaan.

De vierde mogelijkheid is omzetting naar Wsnp. De schuldenaar dient samen met de curator een omzettingsverzoek in bij de rechtbank. Als de rechter dit honoreert, gaat het faillissement over in een schuldsaneringstraject. Na 18 maanden Wsnp volgt een schone lei – alle resterende schulden vervallen. Dit gebeurt in 20% van de persoonlijke faillissementen.

Wat zijn de gevolgen voor verschillende rechtsvormen?

De aansprakelijkheid na faillissement hangt volledig af van de rechtsvorm van de onderneming. Ondernemers met een rechtspersoon zoals een BV of NV zijn in principe niet persoonlijk aansprakelijk. Hun privévermogen blijft buiten de faillissementsboedel, tenzij sprake is van wanbestuur of persoonlijke borgstellingen.

Wanbestuur doet zich voor wanneer bestuurders evident onbehoorlijk handelen en dit een belangrijke oorzaak vormt voor het faillissement. Voorbeelden zijn het niet nakomen van de jaarrekeningplicht, het niet afdragen van belastingen of doorhandelen terwijl faillissement evident was. De curator kan bestuurders dan persoonlijk aansprakelijk stellen.

Eenmanszaken en vennootschappen onder firma (VOF) kennen geen scheiding tussen privé en zakelijk. Het faillissement omvat automatisch zowel bedrijfsmiddelen als privébezittingen. De woning, privévoertuigen en persoonlijke spullen kunnen verkocht worden om schuldeisers te betalen. In 75% van de eenmanszaak-faillissementen ontstaat een substantieel tekort.

Maatschappen kennen hoofdelijke aansprakelijkheid. Iedere maat kan voor de volledige schuld aangesproken worden door schuldeisers. Als één maat failliet gaat, betekent dit niet automatisch dat andere maten ook failliet zijn. Wel kunnen schuldeisers verhaal zoeken op het privévermogen van alle maten gezamenlijk.

Commanditaire vennootschappen (CV) onderscheiden beherende vennoten en commanditaire vennoten. Beherende vennoten dragen volledige aansprakelijkheid, terwijl commanditaire vennoten alleen aansprakelijk zijn tot hun inbreng. Deze rechtsvorm komt steeds minder voor vanwege de risico’s voor beherende vennoten.

Neem contact op met gespecialiseerd advocatenkantoren voor persoonlijk juridisch advies over uw specifieke situatie en bescherming van uw vermogen bij financiële problemen.

Welke mogelijkheden bestaan er om faillissement te voorkomen?

Ondernemers met betalingsproblemen kunnen verschillende juridische routes bewandelen voordat het tot een faillissement komt. Surseance van betaling biedt uitstel voor maximaal anderhalf jaar. De rechtbank wijst een bewindvoerder aan die toezicht houdt terwijl de ondernemer probeert zijn bedrijf te herstructureren.

Tijdens de surseance kunnen schuldeisers geen beslagen leggen of vorderingen instellen. Dit geeft de ondernemer rust om een saneringplan op te stellen. Echter, surseance slaagt slechts in 30% van de gevallen – vaak volgt alsnog een faillissement omdat de financiële problemen te diepgeworteld blijken.

De Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) sinds 2021 biedt een alternatief voor winstgevende bedrijven met tijdelijke liquiditeitsproblemen. De ondernemer stelt een akkoord op met schuldeisers over kwijtschelding of betalingsuitstel. Cruciaal voordeel: niet alle schuldeisers hoeven akkoord te gaan.

De rechtbank kan het akkoord homologeren als minimaal één klasse schuldeisers instemt en het plan redelijk is. Schuldeisers die tegen stemmen, worden alsnog gebonden aan het akkoord. Hierdoor voorkomt de ondernemer dat één tegenstribbelende schuldeiser het hele saneringstraject blokkeert.

Schuldsanering via de Wsnp staat open voor natuurlijke personen met problematische schulden. Na 18 maanden volgt een schone lei – alle resterende schulden vervallen. Het verschil met faillissement is essentieel: na een faillissement zonder akkoord blijven schulden bestaan, terwijl Wsnp definitief bevrijding biedt.

Ondernemers kunnen zich al voor faillietverklaring voorbereiden op een mogelijke doorstart. De curator kan activa verkopen aan een doorstartende onderneming, vaak opgericht door dezelfde ondernemer. Werknemers behouden hun banen en de onderneming blijft operationeel, terwijl oude schulden in de failliete entiteit achterblijven.

Hoe werkt hoger beroep tegen een faillietverklaring?

Schuldenaren die het niet eens zijn met hun faillietverklaring hebben slechts acht dagen na de uitspraak om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof. Voor deze procedure is een advocaat verplicht vanwege de juridische complexiteit en korte termijnen.

Deze termijn vangt aan op de dag van de mondelinge uitspraak tijdens de zitting. Schuldenaren moeten daarom onmiddellijk handelen als zij bezwaar willen maken. Het gerechtshof beoordeelt of de rechtbank terecht tot faillietverklaring heeft besloten op basis van de beschikbare informatie.

Verzet biedt een alternatieve mogelijkheid voor schuldenaren die niet op de zitting aanwezig waren en geen schriftelijk verweer hebben ingediend. Zij hebben 14 dagen vanaf de uitspraak om verzet aan te tekenen. De rechtbank plant dan een nieuwe zitting waar de schuldenaar alsnog zijn standpunt kan toelichten.

Tijdens hoger beroep of verzet loopt het faillissement gewoon door. De curator kan bezittingen verkopen en contracten beëindigen, tenzij hij besluit te wachten op de uitkomst. Dit is geen verplichting – in 90% van de gevallen gaat de curator direct door met zijn werkzaamheden om waardeverlies te voorkomen.

Het is verstandig om de curator proactief te informeren over het hoger beroep of verzet. Sommige curatoren kiezen ervoor verkopen uit te stellen tot duidelijkheid bestaat over de rechtsgeldigheid van het faillissement. Dit voorkomt onnodige schade als het gerechtshof het faillissement alsnog vernietigt.

Slagingskansen hoger beroep hangen af van:

  • Nieuwe feiten die tijdens de rechtbankprocedure onbekend waren
  • Procedurefouten van de rechtbank
  • Bewijs dat de schuldenaar alsnog kan betalen
  • Juridische gebreken in de faillissementsaanvraag

Gerechtshoven vernietigen slechts 10% van de faillissementsuitspraken. De meeste beroepen stranden omdat de betalingsonmacht en het bestaan van meerdere schuldeisers voldoende zijn aangetoond. Schuldenaren slagen vooral wanneer zij kunnen aantonen dat de vordering van de aanvragende schuldeiser juridisch niet deugt.

Advocaten gespecialiseerd in (faillissements)procedures

Ons Team Geschillen en Procedures bestaat uit ervaren procesadvocaten in Amsterdam die gespecialiseerd zijn in het bieden van op maat gemaakte oplossingen voor uw situatie. In iedere fase van een civiel geschil kunt u terugvallen op onze kennis en expertise. Of het nu gaat om een sommatiebriefconservatoir beslag, kort gedingbodemprocedurehoger beroep, of de executie van een vonnis, wij staan voor u klaar. 

Aarzel niet en neem vandaag nog contact met ons op voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek. Samen zetten we de volgende stap naar een oplossing.

+31 (0)20 – 210 31 38
mail@maakadvocaten.nl

De informatie op deze pagina vormt geen juridisch advies. Er wordt geen aansprakelijkheid geaccepteerd. Voor advies, neem contact op met ons kantoor.

Waar bent u naar op zoek?