Ga naar de inhoud

Geschillen en procedures

blokje-maak

Exhibitieplicht

Inhoudsopgave
Exhibitieplicht

De exhibitieplicht, zoals geregeld in artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), biedt de mogelijkheid om via de rechter inzage te krijgen in stukken die een ander onder zich heeft. Dit kan van belang zijn voor het verkrijgen van bewijs in een juridische procedure.

Voor toewijzing van een vordering op grond van artikel 843a Rv moet aan bepaalde voorwaarden worden voldaan:

  1. De verzoeker moet een rechtmatig belang hebben bij de inzage, afschrift of uittreksel van de bescheiden.
  2. Het moet gaan om bepaalde bescheiden die betrekking hebben op een rechtsbetrekking waarin de verzoeker of zijn rechtsvoorgangers partij zijn.
  3. De bescheiden moeten zich onder de wederpartij of een derde bevinden.

Daarnaast is het belangrijk dat de vordering niet wordt gebruikt voor zogenaamde “fishing expeditions”, waarbij men op goed geluk probeert informatie te verkrijgen zonder een specifiek doel. De verzoeker moet duidelijk maken welke stukken hij nodig heeft en waarom deze relevant zijn voor de zaak.

Er zijn ook beperkingen aan de exhibitieplicht. Zo kan een beroep op geheimhouding of verschoningsrecht (zoals bij advocaten, notarissen, en artsen) een reden zijn om niet aan de vordering te voldoen. Ook kan de rechter een belangenafweging maken tussen het belang van waarheidsvinding en het belang van vertrouwelijkheid.

Een voorbeeld van een zaak waarin de exhibitieplicht een rol speelde, is de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland op 9 juli 2021, waarin de eiseres op grond van artikel 843a Rv vorderde dat de gedaagde diverse stukken zou afgeven. De rechter wees de vordering toe omdat aan de voorwaarden van artikel 843a Rv was voldaan.

Wat houdt de exhibitieplicht in?

In de producerende keten van de maakindustrie is een grote groep verschillende soorten spelers actief. Hierbij kunt u denken aan fabrikanten, toeleveranciers, importeurs, distributeurs, handelsagenten en inkopers. In deze diverse groep maakbedrijven en in de dynamische markt waarin zij actief zijn, kunnen zowel interne (tussen aandeelhouders en bestuurders) als externe (met andere ondernemingen) zakelijke geschillen ontstaan. Handelsgeschillen kunnen bijvoorbeeld zien op de uitleg van een contract of set algemene voorwaarden, de aansprakelijkheid van een van de handelspartijen, de vereisten van productregelgeving en CE-markering of ondernemingsrechtelijke vraagstukken. Wanneer gesprekken of onderhandelingen tussen partijen geen oplossing bieden, kan een procedure bij de rechter onvermijdelijk zijn.

Uw bedrijf kan voorafgaand aan een nog te voeren of gedurende een lopende civiele procedure bewijsproblemen ondervinden, doordat u standpunten moet onderbouwen met documenten of andere informatie, maar alleen uw wederpartij deze bezit en niet (vrijwillig) aan u wil afgegeven. In deze situatie kan de exhibitieplicht / het inzagerecht (artikel 843a Rv) een oplossing bieden. In de rechtspraak keert dit thema veelvuldig terug. Op grond van de exhibitieplicht kan uw onderneming echter ook gedwongen worden om informatie aan de wederpartij te verstrekken ter ondersteuning van diens standpunten.

De exhibitieplicht biedt een grondslag om informatie of stukken te verkrijgen waarover een wederpartij of derde beschikt met het doel om eigen standpunten te ondersteunen. In andere woorden, de exhibitieplicht is een sterk instrument voor het opeisen van bewijsmateriaal en het inschatten van de proceskansen. De plicht tot exhibitie van de ene partij is daarmee verbonden met het recht op inzage van de andere partij.

De partij die de vordering tot inzage, afschrift (kopie of print) of uittreksel (van het originele stuk) instelt, dient de kosten voor het verkrijgen hiervan te vergoeden. Deze vordering kan voorafgaand aan een procedure worden ingesteld (voorziening in kort geding) of in een lopende procedure (bij dagvaarding of als incidentele vordering bij conclusie van antwoord).

Wanneer de rechter de vordering toewijst, bepaalt hij de voorwaarden waaronder dit gebeurt. Ook kan de rechter een dwangsom opleggen voor het geval niet aan de exhibitieplicht wordt voldaan. Het vonnis levert vervolgens een executoriale titel op tot afgifte van de gevorderde stukken (artikel 491 Rv).

Wettelijke vereisten exhibiteplicht

De wettelijke vereisten van de exhibitieplicht zijn neergelegd in artikel 843a Rv. Voor toewijzing van de vordering tot inzage, afschrift of uittreksel moet aan vier cumulatieve voorwaarden worden voldaan die nauw met elkaar samenhangen.

1. Eiser moet een ‘rechtmatig belang’ hebben. Er bestaat een rechtmatig belang als het verkrijgen van de gevorderde stukken noodzakelijk is voor de onderbouwing van een vordering of verweer.

2.  De vordering tot inzage, afschrift of uittreksel moet zien op ‘bepaalde bescheiden’. Dit kunnen schriftelijke stukken zijn, maar ook andere op informatiedragers aangebrachte gegevens, zoals foto- en filmmateriaal, geluidsbanden, voorwerpen of digitale bestanden. Het is niet vereist dat de inhoud van de bescheiden (vooraf) bekend is, dat specifiek is aangeduid om welke bescheiden het gaat of dat is aangetoond waar de bescheiden worden bewaard. De vordering dient wel dusdanig concreet te zijn dat kenbaar is om welke bescheiden het gaat, welk processueel standpunt met de bescheiden kan worden onderbouwd en dat de rechter in staat is om te beoordelen of een rechtmatig belang bestaat. Een vordering tot inzage, afschrift of uittreksel van alle bescheiden van een zaak wordt niet toegewezen.

3. Er moet sprake zijn van ‘een rechtsbetrekking waarin eiser of zijn rechtsvoorganger partij is’. Eiser dient (indien mogelijk door bewijsstukken) (voldoende) aannemelijk te maken dat de bescheiden verband houden met een rechtsbetrekking waarbij eiser partij is. De rechter beoordeelt dit op grond van de feiten en omstandigheden van het geval. De rechtsbetrekking hoeft echter niet al vast te staan. Daarnaast kan de vordering ook worden ingesteld tegen een derde die geen partij is bij de rechtsbetrekking. In de praktijk zal de rechter een vordering gericht aan een derde partij terughoudender beoordelen dan een vordering gericht aan een processuele partij. Uit de memorie van toelichting op het wetsartikel blijkt bovendien: “De enkele interesse van een partij is in geen geval voldoende”.

4. De bescheiden worden verlangd van ‘degene die deze te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft’.

Wanneer aan één van de voorwaarden niet is voldaan, zal de rechter de vordering afwijzen. Zogenaamde ‘fishing expeditions’ zijn niet toegestaan. In andere woorden, er mag geen misbruik van de exhibitieplicht worden gemaakt door te vissen naar informatie waarop de eiser geen recht heeft. Bij de beoordeling worden bovenstaande voorwaarden afgewogen tegen het maatschappelijk belang dat de waarheid aan het licht komt.

Inzagerecht en de afgifte van stukken

Het inzagerecht en de afgifte van stukken is niet (altijd) hetzelfde. In het agentuurrecht kennen we een vergelijkbare bepaling (7:433 lid 2 BW) die zegt dat de handelsagent bevoegd is van de principaal inzage te verlangen van de nodige bewijsstukken, echter zonder afgifte te kunnen verlangen. Deze handelsagent kan zich op zijn kosten doen bijstaan door een deskundige (bijvoorbeeld door een accountant), aanvaard door de principaal of, bij afwijzing, benoemd door de voorzieningenrechter van de bevoegde rechtbank op verzoek van de handelsagent.

Anders dan bij dit artikel kan bij een ‘843a-vordering’ wél om afgifte van documenten worden verlangd. Dit is in die zin dan ook een verregaandere bevoegdheid. Let wel: wanneer een agentuurzaak voorligt, verdient het aanbeveling om eerst de inzage (zonder afgifte) te verlangen, omdat dat deze bijzondere regeling juist voor de agentuurrelatie is geschreven.

Advocaat gespecialiseerd in procesrecht

MAAK Advocaten behartigt graag uw belangen en onze gespecialiseerde advocaten hebben de kennis en ervaring die u zoekt. Door cliënten worden we aanbevolen vanwege onze daadkrachtige, to-the-point en praktische oplossingen. Voor al uw vragen rondom de exhibitieplicht staan we u dan ook graag bij met advies en juridische ondersteuning. Onze ervaren advocaat commercial law, Remko Roosjen, staat u graag als eerste te woord en hij bespreekt met u de zaak en de uitdagingen die voorliggen.

Heeft u een andere juridische vraag of een ander, dan kunnen onze advocaten in Amsterdam u mogelijk ook ondersteunen, of aan een geschikte partner doorverwijzen. Uw belang staat bij ons te allen tijde voorop en we zoeken graag naar praktische oplossingen en snel resultaat. Neem contact op met onze specialist contractenrecht in Amsterdam en ontdek uw mogelijkheden.

Ons Team Geschillen en Procedures bestaat uit ervaren procesadvocaten in Amsterdam die gespecialiseerd zijn in het bieden van op maat gemaakte oplossingen voor uw situatie. In iedere fase van een civiel geschil kunt u terugvallen op onze kennis en expertise. Of het nu gaat om een sommatiebrief, conservatoir beslag, kort geding, bodemprocedure, hoger beroep, of de executie van een vonnis, wij staan voor u klaar. 

Aarzel niet en neem vandaag nog contact met ons op voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek. Samen zetten we de volgende stap naar een oplossing.

+31 (0)20 – 210 31 38
mail@maakadvocaten.nl

De informatie op deze pagina vormt geen juridisch advies. Er wordt geen aansprakelijkheid geaccepteerd.
Voor advies, neem contact op met ons kantoor.