Email  |   +31 20 – 210 31 38  |    DE    |    EN

Product compliance

blokje-maak-1-1.png

The EU Packaging and Packaging Waste Regulation (PPWR)

De EU Packaging and Packaging Waste Regulation (PPWR) vervangt vanaf 11 februari 2025 de Verpakkingsrichtlijn uit 1994 en legt bindende eisen op voor verpakkingsontwerp, hergebruik en recycling in alle 27 lidstaten. De verordening introduceert concrete doelstellingen voor afvalreductie (5% per inwoner tegen 2030), verplicht minimaal gerecyclede inhoud in plastic verpakkingen en stelt dat alle verpakkingen uiterlijk 1 januari 2030 recyclebaar moeten zijn volgens geharmoniseerde Design for Recycling-criteria.

De Europese verpakkingsmarkt staat voor een fundamentele transformatie. Jaarlijks produceert iedere EU-burger gemiddeld 188 kilogram verpakkingsafval – een hoeveelheid die zonder ingrijpen alleen maar toeneemt. Verpakkingen vertegenwoordigen 40% van het plasticgebruik en 50% van het papierafval in de Unie. Daarom introduceert Verordening (EU) 2025/40 verregaande verplichtingen die de hele levenscyclus van verpakkingen reguleren: van ontwerp tot eindverwerking.

Wat betekent de PPWR voor Europese bedrijven?

De verordening vervangt Richtlijn 94/62/EG volledig en creëert voor het eerst uniforme, direct toepasselijke regels in alle lidstaten. Waar de oude richtlijn vooral algemene kaders bood, legt de PPWR concrete, bindende eisen op. Bedrijven die verpakkingen op de EU-markt brengen, moeten vanaf 12 augustus 2026 voldoen aan striktere duurzaamheidseisen, recycleerbaarheidscriteria en etiketteringsverplichtingen.

De verordening richt zich nadrukkelijk op drie pijlers. Ten eerste Design for Recycling (DfR): alle verpakkingen moeten herbruikbaar of recyclebaar zijn tegen 2030. Vervolgens Recycled Content Requirements: verplichte minimumpercentages gerecyclede inhoud in plastic verpakkingen variëren van 10% tot 65% afhankelijk van het verpakkingstype. Tevens Extended Producer Responsibility (EPR): producenten dragen volledige verantwoordelijkheid voor het beheer van verpakkingsafval gedurende de gehele levenscyclus.

Hoe werkt de gefaseerde implementatie van 2025 tot 2040?

De PPWR kent een gefaseerde invoering over drie fasen. Fase 1 (2025-2026) markeert de onmiddellijke implementatie: de verordening treedt in werking op 11 februari 2025, maar de meeste bepalingen worden pas toepasselijk vanaf 12 augustus 2026. Vanaf dat moment moeten bedrijven PFAS-houdende materialen uit verpakkingsketens elimineren en moeten horecabedrijven klanten toestaan eigen containers mee te brengen.

Fase 2 (2028-2030) betreft de kernvereisten. Tegen augustus 2028 wordt EPR-registratie verplicht in alle lidstaten en publiceert de Europese Commissie secundaire wetgeving met Design for Recycling-richtlijnen. Tegen 2030 moet 100% van de verpakkingen recyclebaar zijn volgens geharmoniseerde criteria. Contact-sensitieve PET-verpakkingen moeten minimaal 30% gerecyclede inhoud bevatten, andere plastic verpakkingen 10-35% afhankelijk van polymeersoor

Daarnaast gelden vanaf 2030 strenge verboden op specifieke éénmalige plastic verpakkingen, zoals verpakkingen voor verse groenten en fruit onder 1,5 kilogram. Lidstaten moeten een afvalreductie van 5% per inwoner bereiken vergeleken met 2018. Verpakkingen worden ingedeeld in recycleerbaar-heidsgraden A, B of C volgens artikel 6 van de verordening.

Fase 3 (2035-2040) introduceert verscherpte normen. Tegen 2035 moet verpakkingsafval met 10% gereduceerd zijn en geldt de ‘Recycled at Scale’-eis: verpakkingen moeten aantoonbaar gerecycled worden binnen bestaande infrastructuur. Vanaf 2038 mag alleen verpakking van minimaal graad B op de markt. Tegen 2040 stijgen de gerecyclede-inhoudseisen aanzienlijk – contact-sensitieve PET-verpakkingen moeten dan minimaal 50% gerecyclede inhoud bevatten. De afvalreductiedoelstelling bereikt 15% per inwoner vergeleken met 2018.

Welke concrete verpakkingseisen gelden vanaf 2030?

De PPWR stelt strikte recycleerbaarheidseisen vast via artikel 6. Alle verpakkingen moeten vanaf 1 januari 2030 voldoen aan Design for Recycling-criteria en worden geclassificeerd in graden A, B of C. Deze graden worden bepaald door criteria als materiaalkeuze, samengestelde materialen, additieven en compatibiliteit met bestaande sorteer- en recyclingprocessen. Verpakkingen onder graad C worden beschouwd als technisch niet-recyclebaar en mogen niet op de markt worden gebracht.

Graad A-verpakkingen voldoen volledig aan DfR-vereisten en behalen de hoogste recyclingspercentages. Graad B vereist mogelijk ontwerpaanpassingen of verbeterde inzameling voor toekomstige compliance. Graad C-verpakkingen moeten substantieel herontworpen worden in materiaal of structuur om aan toekomstige regelgeving te voldoen. Deze graden beïnvloeden direct de EPR-bijdragen die producenten betalen: hogere recycleerbaarheid resulteert in lagere kosten, terwijl verpakkingen onder de 70%-drempel niet-nalevingsheffingen opleggen.

Wat zijn de minimumvereisten voor gerecyclede inhoud?

Artikel 7 van de PPWR specificeert bindende doelstellingen voor gerecyclede inhoud in plastic verpakkingen. ‘Recycled content’ betekent het massapercentage post-consumer gerecycled (PCR) materiaal in een product of verpakking ten opzichte van de totale massa. Elk plastic onderdeel van verpakkingen op de markt moet minimumpercentages gerecyclede inhoud bevatten, berekend als gemiddelde per productielocatie en jaar.

Voor 2030 gelden de eerste doelstellingen: contact-gevoelige PET-verpakkingen minimaal 30%, andere plastic drankflessen minimaal 25%, en overige plastic verpakkingen tussen 10-35% afhankelijk van het verpakkingsformaat. Tegen 2040 stijgen deze percentages aanzienlijk. Contact-gevoelige PET-verpakkingen moeten dan 50% gerecyclede inhoud bevatten volgens Bijlage II, Tabel 1 van de verordening.

Specifieke uitzonderingen gelden voor verpakkingen waarbij voedselveiligheid of gezondheidsrisico’s een rol spelen. Directe verpakking voor geneesmiddelen volgens Richtlijn 2001/83/EG, verpakkingen voor medische hulpmiddelen onder Verordening (EU) 2017/745, en contact-sensitieve verpakkingen voor zuigelingenvoeding onder Verordening (EU) No 609/2013 vallen buiten de gerecyclede-inhoudsverplichting. Ook buitenverpakkingen voor geneesmiddelen die specifieke eisen moeten naleven om de kwaliteit te waarborgen, zijn vrijgesteld.

Hoe beïnvloedt de PPWR verpakkingsontwerp en productie?

De verordening introduceert stringente verpakkingsminimalisatie-eisen via artikel 9. Verpakkingen moeten qua volume en gewicht geminimaliseerd worden terwijl ze hun functionaliteit behouden. Fabrikanten moeten verpakkingen beoordelen aan de hand van prestatiecriteria zoals herbruikbaarheid, recycleerbaarheid en gebruik van gerecyclede inhoud. Verpakkingen met dubbele wanden, valse bodems of andere kenmerken die alleen het waargenomen productvolume vergroten, mogen niet op de markt worden gebracht.

Bij gegroepeerde, transport- en e-commerceverpakkingen mag de lege ruimteratio maximaal 50% bedragen volgens artikel 13. Deze verplichting geldt niet voor herbruikbare verpakkingen. Bedrijven die verkoopverpakkingen als e-commerceverpakkingen gebruiken, kunnen van deze verplichting worden vrijgesteld indien ze aantonen dat dit afvalreductie bevordert.

Welke verpakkingsformaten worden vanaf 2030 verboden?

Artikel 22 van de PPWR verbiedt vanaf 1 januari 2030 specifieke éénmalige plastic verpakkingen. Plastic verpakkingen voor verse, onverwerkte groenten en fruit onder 1,5 kilogram (zoals netten, zakken, schalen, containers) mogen niet langer op de markt worden gebracht. Dit omvat ook verpakking voor voedsel en dranken die ter plaatse worden gevuld en geconsumeerd in de HORECA-sector: hotels, restaurants en cateringbedrijven.

Daarnaast worden verboden: éénmalige porties condimenten, sauzen, koffiemelk, suiker en kruiden in de HORECA-sector, zeer lichte plastic draagtassen onder bepaalde omstandigheden, en miniflessen voor toiletartikelen onder 50 milliliter in de horecasector. Uitzonderingen gelden voor samengestelde verpakkingen (bijvoorbeeld papier met <5% plastic), hoewel deze de recycleerbaarheid kunnen belemmeren.

Transport tussen verschillende vestigingen van dezelfde onderneming of tussen gelieerde ondernemingen mag alleen met herbruikbare transportverpakkingen gebeuren voor formaten zoals pallets, opvouwbare plastic dozen, plastic kratten en vaten. Deze verplichting geldt ook voor transport binnen één lidstaat om onnodige éénmalige verpakkingen te elimineren.

Wat houdt Extended Producer Responsibility precies in?

De PPWR versterkt de Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (EPR) aanzienlijk via artikelen 44-59. Producenten dragen volledige financiële en operationele verantwoordelijkheid voor het beheer van verpakkingsafval gedurende de hele levenscyclus. Dit omvat financiering en organisatie van inzameling, sortering en recycling van verpakkingsafval volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’ uit artikel 191(2) VWEU.

Elke lidstaat moet een register van producenten oprichten volgens artikel 51. Producenten moeten zich registreren voordat ze verpakkingen op de markt brengen. De definitie van ‘producent’ omvat de fabrikant, importeur of distributeur die verpakte producten voor het eerst beschikbaar stelt binnen een lidstaat. Bij online verkoop kan een producent gevestigd zijn in een andere lidstaat of derde land – in dat geval moet een gemachtigde vertegenwoordiger voor EPR worden aangewezen.

Hoe werkt de modulatie van EPR-bijdragen?

Artikel 48 bepaalt dat lidstaten EPR-bijdragen moeten moduleren op basis van recycleerbaarheidsprestaties. Verpakkingen met graad A-recycleerbaarheid betalen lagere bijdragen, terwijl graad C en lagere gradaties hogere kosten met zich meebrengen. Deze modulatie stimuleert fabrikanten om duurzamer verpakkingsontwerp te ontwikkelen en bevordert gemakkelijk recyclebare verpakkingen.

Lidstaten mogen aanvullende modulatiecriteria toepassen conform Richtlijn 2008/98/EG, zoals gerecyclede inhoud, herbruikbaarheid, aanwezigheid van gevaarlijke stoffen of andere criteria. Producenten kunnen EPR-verplichtingen individueel of collectief vervullen via producentenverantwoordelijkheidsorganisaties (PRO’s) die door lidstaten worden geautoriseerd. Deze organisaties moeten aantonen dat ze voldoende financiële middelen hebben om EPR-kosten te dekken.

Voor online platforms die consumenten in staat stellen contracten op afstand te sluiten met producenten, gelden specifieke verplichtingen onder artikel 53. Platforms moeten voordat ze producenten toelaten, informatie verkrijgen over naleving van EPR-verplichtingen. Dit voorkomt ‘free-riding’ – het ontduiken van EPR-verplichtingen. Platforms moeten hun best doen om te beoordelen of door producenten verstrekte informatie betrouwbaar en compleet is, met name door verificatie met publiek beschikbare gegevens in producentenregisters.

Welke etikettering en informatievereisten gelden?

De PPWR harmoniseert etikettering via artikelen 11-12 om consumenten te informeren en juiste afvalverwerking te faciliteren. Vanaf 12 augustus 2028 moeten verpakkingen uniforme materiaallabels dragen die aangeven uit welk materiaal de verpakking bestaat en hoe deze na gebruik verwerkt kan worden. Deze gestandaardiseerde symbolen minimaliseren taalbarrières en verlagen vertaalkosten.

Herbruikbare verpakkingen krijgen vanaf 12 februari 2029 een herbruikbaarheidslabel en vaak een QR-code. Deze code bevat digitale informatie over gebruik, onderhoud en herbruikscycli van de verpakking. De QR-code moet voldoen aan artikel 11(5) en informatie bevatten die tracking en berekening van rotaties faciliteert. Voor open loop-systemen zonder systeemoperator blijft dit label vrijwillig.

Hoe wordt composteerbare verpakking gelabeld?

Artikel 8 specificeert strenge voorwaarden voor composteerbare verpakkingen. Vanaf 12 februari 2028 moeten specifieke verpakkingen composteerbaarheidskenmerken hebben, zoals theezakjes, koffiecapsules en etiketten voor groenten en fruit. Deze verpakkingen moeten compatibel zijn met de norm voor compostering onder industrieel gecontroleerde omstandigheden in bio-afvalbehandelingsfaciliteiten.

Etiketten moeten consumenten duidelijk informeren over de composteringseigenschappen. Verwarring over composteerbare verpakkingen die niet geschikt zijn voor thuiscompostering maar alleen voor industriële compostering moet worden voorkomen. Deze informatieverplichting verhindert dat composteerbare verpakkingen in de natuur worden gegooid of recyclingstromen contamineren.

Lidstaten kunnen op hun grondgebied bepalen welk afvalbeheer geschikt is voor composteerbare verpakkingen. Voor beperkte verpakkingstoepassingen van biologisch afbreekbare plastic polymeren bestaat een aantoonbaar milieuvoordeel bij gebruik van composteerbare verpakkingen die in composteerinstallaties terechtkomen. Alle andere verpakkingen moeten naar materiaalrecycling en het ontwerp moet garanderen dat dit de recycleerbaarheid van andere afvalstromen niet beïnvloedt.

Wat zijn de hergebruik- en navulsysteemdoelstellingen?

De PPWR introduceert kwantitatieve herbruikdoelstellingen via artikel 26 voor sectoren met het grootste potentieel voor afvalreductie. Voor dranken geldt dat 10% van de verkoop tegen 2030 in herbruikbare verpakkingen moet plaatsvinden, oplopend naar 40% tegen 2040 voor specifieke categorieën. Horecabedrijven die afhaalvoedsel aanbieden, moeten tegen 2030 herbruikbare formats aanbieden en vanaf 2028 eigen containers van consumenten accepteren.

Voor grote witte goederen en transportverpakkingen gelden vergelijkbare doelstellingen. Transportverpakkingen moeten minimaal 40% herbruikbaar zijn binnen een formeel herbruiksysteem tegen 2030. Dit betekent dat verpakkingen niet alleen fysiek sterk genoeg moeten zijn voor meerdere rotaties, maar ook gevolgd en geregistreerd moeten worden binnen een herbruiksysteem dat voldoet aan minimumeisen uit artikel 10.

Hoe functioneren navulstations onder de PPWR?

Artikel 27 introduceert navullen als specifieke afvalpreventie maatregel die meetelt voor het behalen van preventiedoelstellingen. Bedrijven die navullen aanbieden, moeten ervoor zorgen dat navulstations aan bepaalde eisen voldoen om gezondheid en veiligheid van consumenten te waarborgen. Waar consumenten eigen containers gebruiken, moeten bedrijven informatie verstrekken over voorwaarden voor veilig navullen en gebruik.

Om navullen te stimuleren, mogen bedrijven bij navulstations geen gratis verpakkingen verstrekken of verpakkingen die geen deel uitmaken van een statiegeldsysteem. Bedrijven zijn vrijgesteld van aansprakelijkheid voor voedselveiligheidsproblemen die kunnen ontstaan door gebruik van door consumenten verstrekte containers, mits zij adequate informatie hebben verstrekt.

Consumenten moeten altijd de optie hebben om voedsel en dranken voor afhaal in herbruikbare of eigen containers te kopen onder voorwaarden die niet minder gunstig zijn dan voor éénmalige verpakkingen. Bedrijven die voedsel of dranken voor afhaal verkopen, moeten consumenten de optie bieden om te kopen in eigen containers én in herbruikbare verpakkingen.

Welke inzamel- en recyclingdoelstellingen gelden?

Artikel 58 handhaaft de recyclingdoelstellingen uit Richtlijn 94/62/EG zoals gewijzigd door Richtlijn (EU) 2018/852. Tegen 2025 moeten lidstaten 65% van al het verpakkingsafval recyclen, met materiaalspecifieke doelen: 50% plastic, 25% hout, 70% ferrometaal, 50% aluminium, 70% glas en 75% papier en karton. Tegen 2030 stijgen deze naar respectievelijk 70%, 55%, 30%, 80%, 60%, 80% en 85%.

De berekening van recyclingpercentages gebeurt volgens artikel 59 op basis van het gewicht van verpakkingsafval dat de recyclingbewerking binnengaat. Lidstaten rapporteren jaarlijks over bereikte recyclingpercentages uitgesplitst naar verpakkingsmateriaal. De Commissie evalueert of lidstaten op schema liggen om doelstellingen te halen via vroege waarschuwingsrapportages.

Hoe werken verplichte statiegeldsystemen?

Artikel 44 verplicht lidstaten om tegen 1 januari 2029 statiegeldsystemen in te voeren voor éénmalige plastic drankflessen en metalen drankcontainers. Deze systemen moeten een separate inzamelpercentage van 90% realiseren om hoogwaardige recycling te garanderen en zwerfafval te verminderen. Lidstaten kunnen ook andere verpakkingen of materialen in statiegeldsystemen opnemen, met name éénmalige glazen flessen.

Statiegeldsystemen voor éénmalige formats moeten gelijk beschikbaar zijn voor herbruikbare verpakkingen waar technisch en economisch haalbaar. Verpakkingen die onder verplichte statiegeldsystemen vallen, moeten een geharmoniseerd EU-label dragen dat consumenten informeert dat verpakkingen via specifieke inzamelkanalen geretourneerd moeten worden. Bestaande statiegeldsystemen die al vóór inwerkingtreding van de verordening bestonden en het 90%-inzameldoel halen tegen 1 januari 2029, zijn vrijgesteld van enkele algemene minimumeisen.

Lidstaten die in 2026 zonder statiegeldsysteem een inzamelpercentage van 80% behalen voor de betreffende verpakkingstypen, kunnen verzoeken om geen statiegeldsysteem in te voeren. Lidstaten met regio’s met veel grensoverschrijdend verkeer moeten ervoor zorgen dat statiegeldsystemen inzameling van verpakkingen uit systemen van betrokken lidstaten bij aangewezen inzamelpunten mogelijk maken en moeten streven naar mogelijkheid tot retournering van statiegeld.

Welke afvalpreventiedoelstellingen moeten lidstaten behalen?

Artikel 56 stelt ambitieuze afvalpreventiedoelstellingen per inwoner vast. Lidstaten moeten tegen 2030 een reductie van 5% verpakkingsafval per inwoner bereiken vergeleken met 2018. Dit komt neer op een absolute vermindering van ongeveer 19% gemiddeld in de EU vergeleken met het 2030-basisscenario. Tegen 2035 stijgt de reductiedoelstelling naar 10% vergeleken met 2018 – geschat op 29% reductie ten opzichte van het 2035-basisscenario. Tegen 2040 moet een additionele reductie van 15% vergeleken met 2018 gerealiseerd worden, wat neerkomt op 37% reductie vergeleken met het 2040-basisscenario.

Deze doelstellingen zijn material-neutraal en gelden voor het totale verpakkingsafval per inwoner. Commercieel en industrieel verpakkingsafval volgt andere regels omdat de generatie hiervan niet gerelateerd is aan huishoudelijk verbruik. Lidstaten die een gescheiden systeem hebben voor beheer van huishoudelijk verpakkingsafval enerzijds en industrieel en commercieel verpakkingsafval anderzijds, mogen hun specificiteit behouden.

Hoe kunnen lidstaten afvalpreventie realiseren?

Lidstaten kunnen preventiedoelstellingen behalen via economische instrumenten en andere maatregelen die toepassing van de afvalhiërarchie bevorderen. Dit omvat maatregelen via EPR-schema’s, bevordering van herbruiksystemen en stimulering van bedrijven om eindgebruikers meer navulmogelijkheden te bieden volgens artikel 56(4). Deze maatregelen moeten parallel en aanvullend worden genomen op andere PPWR-maatregelen zoals verpakkingsminimalisatie-eisen, herbruikdoelstellingen, navulverplichtingen en volumedrempels.

Lidstaten moeten een apart hoofdstuk over verpakkingen en verpakkingsafvalbeheer opnemen in hun afvalbeheerplannen conform Richtlijn 2008/98/EG. Maatregelen voor afvalpreventie en hergebruik worden opgenomen in afvalpreventie-programma’s als onderdeel van hun volgende reguliere evaluatie of eerder. Dit waarborgt dat verpakkingsbeleid geïntegreerd is in bredere afvalbeheerstrategie.

De Commissie ondersteunt lidstaten bij het behalen van preventiedoelstellingen door uitvoeringshandelingen vast te stellen voor een correctiefactor die rekening houdt met toename of afname van toerisme ten opzichte van basisjaar 2018. Bij het implementeren van maatregelen moeten lidstaten zich bewust zijn van het risico van verschuiving van zwaardere naar lichtere verpakkingsmaterialen en prioriteit geven aan maatregelen die dit risico minimaliseren.

Wat zijn de belangrijkste compliance-deadlines voor bedrijven?

12 augustus 2026: algemene toepassingsdatum van PPWR-bepalingen. Alle nieuwe verpakkingen op de markt moeten voldoen aan basisvereisten voor veiligheid, geschiktheid en materiaalminimalisatie. PFAS-houdende materialen moeten uit verpakkingsketens zijn geëlimineerd. Horecabedrijven moeten klanten toestaan eigen containers mee te brengen voor afhaalvoedsel volgens artikel 22.

12 augustus 2028: uniforme etikettering wordt verplicht. Verpakkingen moeten voorzien zijn van geharmoniseerde materiaallabels die aangeven uit welk materiaal de verpakking bestaat. Specifieke verpakkingen zoals theezakjes en koffiecapsules moeten composteerbaarheidskenmerken hebben compatibel met industriële compostering volgens artikel 8. EPR-registratie wordt in deze periode operationeel in alle lidstaten.

1 januari 2029: statiegeldsystemen voor éénmalige plastic drankflessen en metalen drankcontainers moeten operationeel zijn volgens artikel 44. Herbruikbare verpakkingen krijgen herbruikbaarheidslabel en QR-code met digitale informatie over gebruik en herbruikscycli conform artikel 11(5).

1 januari 2030: mijlpaaldatum voor recycleerbaarheid en gerecyclede inhoud. 100% van verpakkingen moet recyclebaar zijn volgens DfR-criteria en voldoen aan graad A, B of C. Contact-sensitieve PET-verpakkingen moeten minimaal 30% gerecyclede inhoud bevatten, andere plastic verpakkingen 10-35% afhankelijk van type. Maximaal 50% lege ruimte toegestaan in transportverpakkingen. 10% herbruikdoelstelling voor drankenverkoop en 40% voor transportverpakkingen.

1 januari 2035: ‘Recycled at Scale’-vereiste wordt van kracht. Verpakkingen moeten aantoonbaar gerecycled worden binnen bestaande infrastructuur. Afvalreductiedoelstelling van 10% per inwoner vergeleken met 2018 moet bereikt zijn volgens artikel 56.

1 januari 2038: alleen verpakkingen van minimaal graad B mogen op de markt volgens artikel 6(8). Graad C-verpakkingen zijn niet langer toegestaan, wat substantiële herontwerpen vereist voor verpakkingen die nu onder deze drempel vallen.

1 januari 2040: verscherpte gerecyclede-inhoudseisen. Contact-sensitieve PET-verpakkingen moeten minimaal 50% gerecyclede inhoud bevatten. Alle verpakkingen moeten herbruikbaar of recyclebaar zijn. Afvalreductiedoelstelling van 15% per inwoner vergeleken met 2018 volgens artikel 56. Aanzienlijke verhoging van gerecyclede-inhoudseisen voor plastic verpakkingen in alle categorieën.

Hoe kunnen bedrijven zich voorbereiden op PPWR-naleving?

Begin met een grondige audit van huidige verpakkingsportfolio. Analyseer welke verpakkingen op de Europese markt worden gebracht, hun materiaalsamenstelling, gewicht, volume en huidige recycleerbaarheidsstatus. Identificeer verpakkingen die niet voldoen aan toekomstige recycleerbaarheidseisen of gerecyclede-inhoudverplichtingen.

Implementeer data-verzamelingssystemen voor leveranciersgegevens. Gedetailleerde informatie over verpakkingsmateriaalsamenstelling, gerecyclede-inhoudpercentages, recycleerbaarheids- en biodegradeerbaarheidsinformatie moet verzameld en gestructureerd worden. Compliance-certificaten en laboratoriumgoedkeuringen moeten gedocumenteerd en beschikbaar zijn voor verificatie door bevoegde autoriteiten.

Welke technische documentatie is vereist?

Artikel 15 specificeert de technische documentatie die fabrikanten moeten opstellen. Deze moet alle relevante gegevens bevatten over de middelen die zijn gebruikt om te garanderen dat verpakkingen voldoen aan duurzaamheids- en etiketteringsvereisten. Voor elk verpakkingsformaat moet een EU-conformiteitsverklaring worden opgesteld die naleving van de verordening aantoont.

De documentatie moet minimaal bevatten: algemene beschrijving van verpakking inclusief foto’s, ontwerp- en productietekeningen, lijst van geharmoniseerde normen of gemeenschappelijke specificaties, testresultaten en berekeningen die aantonen dat verpakking voldoet aan minimumeisen voor gerecyclede inhoud, bewijs van recycleerbaarheidsbeoordeling met graadindeling, en voor herbruikbare verpakkingen bevestiging dat een herbruiksysteem operationeel is volgens artikel 10.

Fabrikanten moeten deze documentatie gedurende 10 jaar na het op de markt brengen van de verpakking bewaren. Importeurs en distributeurs moeten informatie bewaren over hun leveranciers en klanten gedurende dezelfde periode om traceerbaarheid te waarborgen conform artikel 19.


Wilt u zekerheid over de PPWR-compliance van uw verpakkingen? Gespecialiseerde consultants analyseren uw huidige portfolio, identificeren non-compliant verpakkingen en ontwikkelen een gefaseerd implementatieplan dat voldoet aan alle deadlines vanaf 2026 tot 2040.


Wat zijn de sancties bij niet-naleving van de PPWR?

Lidstaten moeten effectieve, proportionele en afschrikkende sancties vaststellen voor inbreuken op nationale bepalingen die ter uitvoering van deze verordening zijn vastgesteld conform artikel 78. Markttoezichtautoriteiten monitoren naleving volgens Verordening (EU) 2019/1020 die van toepassing is op verpakkingen onder deze verordening. Deze verordening waarborgt dat verpakkingen die profiteren van vrij verkeer binnen de Unie voldoen aan vereisten die een hoog beschermingsniveau voor menselijke gezondheid, veiligheid en milieu bieden.

Niet-conforme verpakkingen kunnen van de markt worden gehaald. Bedrijven die recycleerbaarheidsvereisten niet naleven, riskeren hogere EPR-bijdragen en potentiële boetes. Voor verpakkingen onder graad C vanaf 2030, of onder graad B vanaf 2038, geldt een marktverbod wat betekent dat deze verpakkingen überhaupt niet meer gecommercialiseerd mogen worden.

Hoe functioneert markttoezicht onder de PPWR?

Artikel 20 bepaalt dat Verordening (EU) 2019/1020 van toepassing is op verpakkingen. Markttoezichtautoriteiten controleren of verpakkingen voldoen aan duurzaamheids- en etiketteringsvereisten voordat ze op de markt worden gebracht. Dit omvat documentcontroles, fysieke inspecties en steekproeven van verpakkingen.

Importeurs en distributeurs moeten actief meewerken aan markttoezichtstaken conform artikel 18. Ze moeten bevoegde autoriteiten alle noodzakelijke informatie verstrekken over betreffende verpakkingen. Bij vermoeden van non-compliance kunnen autoriteiten corrigerende maatregelen eisen of verpakkingen van de markt laten halen totdat compliance is aangetoond.

Voor online platforms gelden specifieke verplichtingen onder artikel 53 in combinatie met Verordening (EU) 2022/2065. Platforms moeten voordat ze producenten toelaten, verificeren of deze voldoen aan EPR-verplichtingen door publiek beschikbare gegevens in producentenregisters te controleren. Lidstaten die een online interface voor geautomatiseerde dataafstemming hebben ingesteld, vergemakkelijken deze verificatie.

Welke uitzonderingen en flexibiliteit biedt de PPWR?

De verordening erkent dat bepaalde verpakkingstypes vanwege specifieke eigenschappen of toepassingen niet aan alle vereisten kunnen voldoen. Artikel 6(9) vrijstelt onmiddellijke verpakking voor geneesmiddelen volgens Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EU) 2019/6 van recycleerbaarheidseisen, evenals contact-gevoelige plastic verpakkingen voor medische hulpmiddelen onder Verordening (EU) 2017/745 en in vitro diagnostica onder Verordening (EU) 2017/746.

Ook vrijgesteld zijn contact-gevoelige plastic verpakkingen voor zuigelingen- en peutervoeding en voeding voor medisch gebruik onder Verordening (EU) No 609/2013, en verpakkingen voor transport van gevaarlijke goederen volgens Richtlijn 2008/68/EG. Verkoopverpakkingen van licht hout, kurk, textiel, rubber, keramiek of porselein zijn eveneens vrijgesteld omdat deze materialen in zeer kleine hoeveelheden op de markt worden gebracht (elk minder dan 1% van het gewicht van alle verpakkingen).

Kunnen lidstaten afwijkingen aanvragen?

Artikel 28 biedt lidstaten de mogelijkheid om economische operators onder bepaalde voorwaarden voor een hernieuwbare periode van 5 jaar vrij te stellen van herbruikverplichtingen. Deze vrijstelling vereist hoge recycling- en afvalpreventiepercentages in de vrijstellende lidstaat, inclusief een eerste tussentijds afvalpreventiepercentage van 3% tegen 2028, evenals goedkeuring van een bedrijfsafvalpreventie- en recyclingplan door de operators.

Voor innovatieve verpakkingen die nieuwe kenmerken vertonen resulterend in significante verbetering van de kernfunctie en aantoonbare milieuvoordelen, biedt artikel 6(12) extra tijd om aan recycleerbaarheidsvereisten te voldoen. De innovatieve kenmerken moeten gerechtvaardigd zijn, vooral betreffende gebruik van nieuwe materialen, en de geplande vaststelling van een recyclingtraject moet verklaard worden in technische documentatie. Bedrijven moeten de Commissie en bevoegde autoriteit informeren voordat innovatieve verpakking op de markt wordt gebracht.

Lidstaten die in 2026 zonder statiegeldsysteem een inzamelpercentage van 80% behalen voor éénmalige plastic drankflessen en metalen drankcontainers, kunnen conform artikel 44(15) verzoeken om geen statiegeldsysteem in te voeren. De Commissie evalueert dergelijke verzoeken op basis van bewijs dat alternatieve inzamelmethoden het 90%-doelstelling naar verwachting zullen halen.


Neem contact op met consultants gespecialiseerd in Europese verpakkingsregelgeving voor deskundige begeleiding bij implementatie van PPWR-vereisten, EPR-registratie en ontwikkeling van compliant verpakkingsontwerpen die aansluiten bij uw specifieke producten en markten.


Hoe verhouden andere EU-regelgeving zich tot de PPWR?

De PPWR opereert binnen een breder EU-regelgevingskader voor duurzaamheid en circulaire economie. Verordening (EU) 2024/1781 over ecodesign voor duurzame producten complementeert de PPWR, hoewel verpakkingen daarin geen specifieke productcategorie vormen. Gedelegeerde handelingen op basis van die verordening kunnen aanvullende of gedetailleerdere vereisten vaststellen voor verpakkingen van specifieke producten, met name betreffende verpakkingsminimalisatie waar herontwerp kan leiden tot minder milieubelastende verpakking.

Richtlijn (EU) 2019/904 over vermindering van gevolgen van bepaalde plastic producten op het milieu blijft van toepassing. De definitie van samengestelde verpakking in de PPWR ontheft éénmalige verpakkingen gedeeltelijk gemaakt van plastic niet van vereisten onder die richtlijn, ongeacht de drempelwaarde. Deze benadering waarborgt coherentie in het aanpakken van plastic vervuiling.

Hoe interacteert de PPWR met chemicaliënregelgeving?

Verordening (EG) Nr. 1907/2006 (REACH) en Verordening (EG) Nr. 1272/2008 (CLP) blijven de hoekstenen voor regulering van chemicaliën in de Unie conform de Chemicals Strategy for Sustainability. Stoffen in verpakkingen en verpakkingscomponenten worden primair behandeld onder REACH volgens regels en procedures uit Titel VIII van die verordening om menselijke gezondheid en milieu te beschermen in alle levenscyclusfasen, inclusief afvalfase.

Voor verpakkingen die binnen de werkingssfeer van Verordening (EG) Nr. 1935/2004 over materialen en voorwerpen bestemd om in contact te komen met levensmiddelen vallen, waarborgt die verordening een hoog beschermingsniveau van consumenten van verpakte levensmiddelen. Aanvullende beperkingen voor persistente organische verontreinigende stoffen zijn vastgesteld onder Verordening (EU) 2019/1021.

Artikel 5 handhaaft bestaande beperkingen voor lood, cadmium, kwik en zeswaardig chroom in verpakkingen of verpakkingscomponenten. De som van concentraties van deze metalen mag niet meer dan 100 mg/kg bedragen behalve waar specifieke vrijstellingen gelden volgens Besluiten 2001/171/EG en 2009/292/EG. De Commissie kan deze concentraties verlagen of voorwaarden bepalen waaronder de som niet geldt via gedelegeerde handelingen.

Wat zijn de monitoring- en rapportagevereisten?

Lidstaten moeten uitgebreide gegevens rapporteren aan de Commissie conform artikel 67. Voor elk kalenderjaar moeten lidstaten uiterlijk 18 maanden na afloop rapporteren over hoeveelheden verpakkingen op de markt gebracht en gegenereerd verpakkingsafval, uitgesplitst naar verpakkingsmateriaal en -categorie volgens Bijlage II. Dit omvat ook gegevens over gerecycled verpakkingsafval per materiaalcategorie.

Vanaf verslagjaar 2030 moeten aanvullende gegevens worden verstrekt over hoeveelheid verpakkingsafval gerecycled per verpakkingscategorie volgens artikel 68(2). Deze gegevens stellen de Commissie in staat te monitoren of lidstaten op schema liggen om recycling- en afvalpreventiedoelstellingen te halen. Een systeem van vroege waarschuwingsrapportages detecteert tekortkomingen en maakt actie mogelijk vóór deadlines.

Hoe werkt het vroege waarschuwingsmechanisme?

Artikel 69 breidt het vroege waarschuwingsmechanisme uit dat onder Richtlijn 94/62/EG alleen recyclingdoelstellingen omvatte. Nu dekt het ook afwalreductiedoelstellingen voor 2030, 2035 en 2040. De Commissie evalueert risico’s dat een lidstaat een doelstelling niet haalt en publiceert vroege waarschuwingsrapporten indien dit risico significant is.

Bij publicatie van een vroeg waarschuwingsrapport moet de betrokken lidstaat binnen 18 maanden een herzien implementatieplan indienen. Dit plan moet maatregelen specificeren die nodig zijn om tijdig aan doelstellingen te voldoen. De Commissie kan een herzien plan afwijzen indien het onvoldoende maatregelen bevat en kan aanbevelingen doen conform artikel 69(5).

Economische operators die onder herbruikdoelstellingen vallen, moeten conform artikel 28(10) jaarlijks relevante gegevens aan bevoegde autoriteiten rapporteren. Rapportage begint vanaf kalenderjaar 2030 en lidstaten maken deze gegevens publiek beschikbaar. Dit waarborgt transparantie en stelt stakeholders in staat voortgang te monitoren.

Welke rol speelt digitalisering in PPWR-naleving?

De PPWR benut digitale technologieën om compliance te faciliteren en informatie toegankelijk te maken. QR-codes en andere gestandaardiseerde, open digitale gegevensdragers worden verplicht voor herbruikbare verpakkingen conform artikel 11(5). Deze dragers bevatten informatie die tracking en berekening van rotaties faciliteert, of een gemiddelde schatting als berekeningen niet haalbaar zijn.

Waar andere EU-wetgeving informatie over verpakte producten digitaal beschikbaar vereist via gegevensdragers, moet de PPWR-informatie via dezelfde drager toegankelijk zijn conform artikel 11(7). Waar het verpakte product onder Verordening (EU) 2024/1781 valt of andere EU-wetgeving die een digitaal productpaspoort vereist, moet dat paspoort ook relevante PPWR-informatie verstrekken.

Hoe wordt chemische samenstelling digitaal gerapporteerd?

Artikel 12(3) vereist dat verpakkingen met verontreinigende stoffen gemarkeerd worden met gestandaardiseerde, open digitale markeringstechnologie. Deze informatie waarborgt dat afvaloperators toegang hebben tot relevante gegevens over chemische samenstelling van verpakkingen om de meest geschikte afvalbeheersoptie te bepalen conform afvalhiërarchie, waardoor verpakkingscirculariteit wordt bevorderd.

De Commissie stelt via uitvoeringshandelingen de methodologie vast voor identificatie van materiaalsamenstelling en verontreinigende stoffen middels gestandaardiseerde, open digitale technologieën conform artikel 12(9). Dit harmoniseert digitale rapportage in de hele Unie en faciliteert toegang tot gegevens voor markttoezicht en afvalbeheer.

Producentenregisters moeten toegankelijk zijn via online interfaces die geautomatiseerde dataafstemming mogelijk maken volgens artikel 51(7). Dit vergemakkelijkt verificatie door online platforms of verpakkingsproducenten voldoen aan EPR-verplichtingen voordat producten aan consumenten worden aangeboden. Transparantie en digitale toegankelijkheid versterken handhaving en verminderen administratieve lasten.

Heeft u een juridische vraag over productregelgeving, discussies met een toezichthouder of andere marktdeelnemer? Ons Team Product Compliance staat voor u klaar. Uw belang staat bij ons te allen tijde voorop en we zoeken graag naar praktische oplossingen en snel resultaat. Neem contact op met onze specialisten Product Compliance in Amsterdam en ontdek uw mogelijkheden. Wij zijn nationaal en internationaal actief voor spelers uit de maakindustrie. We hebben een sterk team van advocaten met als specialisatie productregelgeving. Onze advocaat Product Compliance Martin Krüger geeft leiding aan dit team. Bent u op zoek naar andere praktijkgebieden, dan kunnen onze advocaten in Amsterdam u mogelijk ook ondersteunen of aan een geschikte partner doorverwijzen.

+31 (0)20 – 210 31 38
mail@maakadvocaten.nl

De informatie op deze pagina vormt geen juridisch advies. Er wordt geen aansprakelijkheid geaccepteerd. Voor advies, neem contact op met ons kantoor.

Nieuws & Artikelen

Waar bent u naar op zoek?