Ga naar de inhoud

Product compliance

blokje-maak

Legal update over de Verpakkingsverordening (PPWR)

Inhoudsopgave
Verpakkingsverordening

De Europese Verpakkingsverordening (PPWR) is op 11 februari 2025 in werking getreden en harmoniseert de verpakkingseisen binnen de EU-lidstaten. Vanaf 12 augustus 2026 gelden beperkingen voor verpakkingen die niet voldoen aan specifieke duurzaamheids- en recyclingcriteria. Bedrijven door de gehele keten – van producenten tot distributeurs – moeten zich voorbereiden op ingrijpende aanpassingen in materiaalgebruik, ontwerp en administratieve verplichtingen.

Wat houdt de PPWR-wetgeving in voor Nederlandse bedrijven?

De PPWR vervangt de bestaande Richtlijn Verpakking en Verpakkingsafval door een rechtstreeks werkende verordening met uniforme eisen voor het ontwerp, de recycleerbaarheid en het materiaalgebruik van verpakkingen. Nederlandse ondernemers moeten vanaf augustus 2026 alle verpakkingen aanpassen aan specifieke technische normen, waarbij niet-conforme verpakkingen niet meer op de markt gebracht mogen worden.

De nieuwe Europese regelgeving introduceert een fundamentele verschuiving in de juridische kwalificatie van verpakkingen. Voortaan geldt een absoluut verkeerverbod voor verpakkingen die niet aan de verordening voldoen, waardoor producten in niet-conforme verpakkingen eveneens uit de handel blijven. Daarom moeten bedrijven hun volledige verpakkingsstrategie herijken.

De verordening betreft naadloos alle verpakkingen die binnen het grondgebied van de EU in de handel worden gebracht, ongeacht of deze leeg zijn dan wel met goederen gevuld. Bovendien worden zowel primaire verpakkingen (direct rond het product) als secundaire en tertiaire verpakkingen (transport- en distributieverpakkingen) gereguleerd. Deze brede reikwijdte maakt juridische advisering essentieel voor nagenoeg elke ondernemer die producten verkoopt.

Binnen de eerste 18 maanden na inwerkingtreding publiceert de Europese Commissie meerdere uitvoeringshandelingen. Deze delegated acts concretiseren abstracte vereisten, bijvoorbeeld omtrent berekeningswijzen voor recyclatecijfers en meetmethoden voor lege ruimte in verpakkingen. Bedrijven dienen deze ontwikkelingen nauwlettend te volgen, omdat specifieke verplichtingen pas na publicatie van de uitvoeringshandelingen definitief vaststaan.

Welke economische actoren vallen onder de nieuwe verantwoordelijkheden?

De PPWR definieert een gelaagd verantwoordelijkheidsstelsel dat aansluit bij het New Legislative Framework. Voornaamste plichtdragers zijn de producent en de importeur. Daarnaast kent de verordening specifieke verplichtingen voor leveranciers, handelaren, eindverstrekkers en fulfillment-dienstverleners. Deze rolverdelingen wijken af van het Nederlandse Verpakkingsbesluit, wat juridische herbeoordeling van contractuele afspraken noodzakelijk maakt.

Een producent is elke natuurlijke of rechtspersoon die verpakkingen of verpakte producten vervaardigt binnen de EU. Hieronder vallen tevens partijen die verpakkingen substantieel wijzigen of onder eigen merk aanbieden. Producenten voeren het conformiteitsbeoordelingsproces uit, stellen technische documentatie op en brengen verplichte markeringen aan. Deze taken kunnen niet volledig worden gedelegeerd, waardoor producenten persoonlijk aansprakelijk blijven voor tekortkomingen.

Importeurs introduceren verpakkingen vanuit derde landen op de Europese markt. Zij verifiëren of de buitenlandse producent zijn verplichtingen nakomt. Bij gebreken moet de importeur corrigerende maatregelen treffen, zoals het intrekken van non-conforme verpakkingen uit het distributienetwerk. Daarnaast dragen importeurs zorg voor correcte Nederlandstalige documentatie en rapportage aan de toezichthouders.

Leveranciers verstrekken verpakkingsmaterialen of onafgewerkte verpakkingen aan producenten. Hoewel zij minder uitgebreide plichten hebben, moeten leveranciers alle informatie verschaffen die de producent nodig heeft voor het aantonen van conformiteit. Contractuele bepalingen over data-uitwisseling en materiaalcertificaten worden hierdoor strategisch relevant voor de gehele toeleveringsketen.

Handelaren plaatsen verpakkingen op de markt zonder deze te vervaardigen of te importeren. Zij controleren of producenten en importeurs voldoen aan de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (EPR) en of formele keurmerken correct zijn aangebracht. Tevens vallen handelaren in de e-commerce onder specifieke regels voor lege ruimte wanneer zij verpakkingen zelf vullen of herverpakken. Deze verplichting geldt vanaf 2030 met een toegestane marge van maximaal 50 procent lege ruimte.

Eindverstrekkers leveren verpakte producten rechtstreeks aan consumenten. Afhankelijk van hun rol kunnen zij zowel producenten-, importeurs- als handelaarsverplichtingen dragen. In de horeca en levensmiddelensector gelden bovendien aanvullende vereisten voor herbruikbare verpakkingen, waardoor restaurants en cateraars hun servicemodel moeten heroverwegen.

Hoe ziet het stappenplan voor recycleerbaarheid eruit?

Vanaf januari 2030 moeten verpakkingen voldoen aan Design for Recycling-criteria die de Commissie via uitvoeringshandelingen vaststelt. Vanaf januari 2035 verscherpt deze eis naar Recycled at Scale, waarbij verpakkingen daadwerkelijk in grote hoeveelheden gerecycled moeten worden binnen bestaande infrastructuren.

De tweeledige tijdlijn schept rechtszekerheid over de minimale duurzaamheidseisen, maar overlaat concrete normen aan toekomstige wetgevende besluiten. Producenten kunnen zich niettemin voorbereiden door nu al verpakkingsontwerpen te testen op sorteerbaarheid, materiaalhomogeniteit en afwezigheid van recycling-hinderlijke hulpstoffen zoals bepaalde kleurstoffen of labellijmen.

Binnen het DfR-kader worden verpakkingen ingedeeld in prestatieniveaus A, B of C. Verpakkingen met recycleerbaarheid onder 70 procent (niveau C), onder 80 procent (niveau B) of onder 95 procent (niveau A) mogen vanaf 2030 niet meer in de handel worden gebracht. Deze percentages worden berekend volgens een geharmoniseerde methodiek die de Commissie uiterlijk in 2026 publiceert. Ondernemers moeten daarom nu reeds hun ontwerpprocessen aanpassen om latere non-conformiteit te voorkomen.

Uitzonderingen gelden voor medische hulpmiddelen en innovatieve verpakkingen. Voor innovatieve verpakkingen hoeft het recycleerbaarheidsniveau pas vijf jaar na marktintroductie te worden gedocumenteerd. Producenten moeten bij deze verpakkingen wel een technische documentatie bijvoegen waarin zij de innovatieve eigenschappen en het aantoonbare milieuvoordeel toelichten. Deze regeling stimuleert vernieuwing, maar vergt juridische zorgvuldigheid bij de vraag of een verpakking daadwerkelijk als innovatief kwalificeert.

Welke gerecyclede materiaalpercentages zijn verplicht voor kunststofverpakkingen?

Kunststofverpakkingen moeten vanaf 2030 minimumhoeveelheden gerecycled materiaal bevatten, afhankelijk van het verpakkingstype. Voor contactgevoelige PET-verpakkingen (exclusief eenmalige drinkflesjes) geldt 30 procent, oplopend naar 50 procent in 2040. Contactgevoelige verpakkingen van andere kunststoffen dan PET starten bij 10 procent en stijgen naar 25 procent. Eenmalige kunststof drinkflesjes vereisen 30 procent in 2030 en 65 procent in 2040. Alle overige kunststofverpakkingen moeten 35 procent recycled materiaal bevatten vanaf 2030 en 65 procent vanaf 2040.

Deze eisen gelden per productielocatie en op jaarbasis gemiddeld. Bedrijven met meerdere vestigingen kunnen dus intern compenseren, mits zij per locatie administratief aantonen dat het totale productievolume aan de norm voldoet. Producenten en importeurs documenteren de naleving in technische verpakkingsinformatie die bij controles direct beschikbaar moet zijn.

Het gerecyclede materiaal moet afkomstig zijn uit consumenten-kunststofafval dat binnen de EU gescheiden is ingezameld conform de Kaderrichtlijn Afvalstoffen en de Eenmalige Kunststoffenrichtlijn. Alternatief mag recycling plaatsvinden in derde landen, mits deze gelijkwaardige normen hanteren voor hoogwaardig recyclen. Recyclinginstallaties binnen de EU moeten voldoen aan de Richtlijn Industriële Emissies; buiten de EU zijn vergelijkbare emissienormen vereist. Deze voorwaarden borgen dat alleen milieuvriendelijk verwerkt recyclaatmateriaal meetelt.

Uitzonderingen gelden voor verpakkingen van geneesmiddelen, medische hulpmiddelen, composteerbare kunststofverpakkingen en verpakkingen voor gevaarlijke goederen. Tevens vallen kunststofcomponenten die minder dan 5 procent van het totale verpakkingsgewicht uitmaken buiten de rezyklaateis. Ondernemers moeten dus per verpakkingseenheid beoordelen welke onderdelen onder de verplichting vallen.

De Commissie publiceert uiterlijk eind 2026 uitvoeringshandelingen met bindende rekenmethoden voor het recyclaatpercentage en controleprocedures. Tot die datum bestaat enige onzekerheid over de precieze boekhoudkundige verwerking van bijvoorbeeld pre-consumer recyclaatstromen of chemisch gerecyclede materialen. Bedrijven adviseren wij nu reeds interne registratiesystemen in te richten die flexibel genoeg zijn om aan toekomstige specificaties te voldoen.

Wat betekent minimalisatie van verpakkingen in de praktijk?

Vanaf januari 2030 moeten producenten en importeurs aantonen dat het gewicht en volume van hun verpakkingen geminimaliseerd zijn tot het strikt noodzakelijke niveau voor functionaliteit, rekening houdend met vorm en materiaal. Deze verplichting geldt voor alle verpakkingen en wordt getoetst via conformiteitsbeoordelingen.

De minimalisatieverplichting is abstract geformuleerd en vereist verdere normering. De Europese Commissie draagt de Europese normalisatie-instellingen op om uiterlijk februari 2027 een geharmoniseerde norm te ontwikkelen. Ondernemers kunnen zich voorlopig oriënteren op best practices zoals het vermijden van onnodige scheidingslagen, het optimaliseren van productvulling en het gebruik van vormstabiele maar lichtgewicht materialen.

Reeds vanaf 12 augustus 2026 gelden verkeersbeschränkingen voor verpakkingen die de in Bijlage IV genoemde prestatiecriteria niet halen. Deze criteria betreffen onder meer hygiëne, productiebescherming en veiligheid tijdens transport. Daarnaast mogen verpakkingen geen kenmerken bezitten die louter het waargenomen productvolume vergroten, zoals dubbele wanden, valse bodems of overbodige scheidingslagen. Producenten moeten dus nu al beoordelen of hun huidige ontwerpen deze criteria schenden.

Voor verpakkingen in de e-commerce geldt een specifieke regel: vanaf januari 2030 mag de lege ruimte maximaal 50 procent bedragen. Deze norm treft economische actoren die omverpakkingen, transportverpakkingen of e-commerceverpakkingen vullen. Fulfillment-dienstverleners en webwinkels die zelf verpakken, vallen hieronder. De lege ruimte wordt uitgedrukt als percentage van het totale verpakkingsvolume en gemeten volgens een door de Commissie vast te stellen methodiek.

Hoe werken de nieuwe kennzeichnungseisen voor verpakkingen?

Verpakkingen dragen voortaan uniforme EU-wijde markeringen die nationale verschillen, zoals het Franse Triman-logo, vervangen. Deze harmonisatie voorkomt dat ondernemers per lidstaat afwijkende etiketten moeten aanbrengen. De verordening introduceert vijf categorieën verplichte markeringen met gefaseerde invoerdata.

Vanaf 12 augustus 2028 moet elke verpakking een geharmoniseerd symbool dragen dat de materiaalsamenstelling weergeeft. Dit pictogram stelt consumenten in staat om verpakkingen correct te sorteren voor gescheiden inzameling. De precieze vormgeving en plaatsingsvoorschriften worden vastgelegd in een uitvoeringshandeling die de Commissie uiterlijk augustus 2026 publiceert. Ondernemers kunnen alvast ruimte reserveren op hun verpakkingsontwerp voor dit symbool.

Herbruikbare verpakkingen krijgen vanaf februari 2029 een specifiek keurmerk dat aangeeft dat de verpakking bestemd is voor meervoudig gebruik binnen een retourneersysteem. Dit onderscheidt herbruikbare varianten duidelijk van eenmalige verpakkingen en faciliteert de consument bij het juist afdanken.

Producenten brengen vanaf 12 augustus 2026 hun identificatiegegevens aan op de verpakking. Deze producentenmarkering omvat minimaal naam en postadres, zodat toezichthouders en consumenten de verantwoordelijke partij kunnen traceren. Importeurs plaatsen eveneens hun contactgegevens op de verpakking wanneer de buitenlandse producent deze informatie niet aanbrengt. Deze transparantie vergroot de handhaving van de EPR-verplichtingen.

Elke verpakking draagt vanaf 12 augustus 2026 tevens een unieke identificatiecode waarmee de specifieke verpakkingsvariant kan worden herkend. Deze code ondersteunt traceerbaarheid in de toeleveringsketen en vergemakkelijkt de administratieve verantwoording richting nationale verpakkingsautoriteiten. Bedrijven met uitgebreide productassortimenten moeten hiervoor een systematisch coderingssysteem opzetten.

Naast verpakkingen zelf moeten vanaf augustus 2028 ook afvalbakken voor gescheiden inzameling uniforme pictogrammen dragen die aangeven welk materiaal erin thuishoort. Deze verplichting rust op de gemeenten en andere inzamelaars, maar producentenverantwoordelijkheidsorganisaties financieren de kosten via de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. Hierdoor ontstaat een consistent signaleringssysteem dat de recyclingresultaten verbetert.

Welke hergebruiksverplichtingen gelden er vanaf 2030?

Vanaf januari 2030 moeten bedrijven afhankelijk van het verpakkingstype en de toeleveringsketen specifieke minimumpercentages herbruikbare verpakkingen gebruiken. Transport- en verkoopverpakkingen in zakelijke ketens vereisen 40 procent hergebruik, oplopend naar 70 procent in 2040. Binnen concerns of tussen bedrijven in één lidstaat geldt zelfs 100 procent herbruikverplichting voor deze categorieën.

Voor omverpakkingen in kistvorm (exclusief karton) geldt vanaf 2030 minimaal 10 procent hergebruik, stijgend naar 25 procent in 2040. Drankenverpakkingen moeten vanaf 2030 voor 10 procent herbruikbaar zijn en vanaf 2040 voor 40 procent. Deze quota worden berekend per bedrijf en op jaarbasis, waarbij de Commissie uiterlijk juni 2027 de exacte berekeningsmethode vastlegt via een uitvoeringshandeling.

Ondernemingen die herbruikbare verpakkingen inzetten, moeten zich aansluiten bij een hergebruiksysteem dat voldoet aan de criteria van Bijlage VI deel A. Dit systeem organiseert de retourlogistiek, reiniging en hercirculatie van verpakkingen. Juridisch gezien rust op producenten de plicht om actief deel te nemen aan zo’n systeem, wat contractuele afspraken met retourlogistieke dienstverleners noodzakelijk maakt.

Micro-ondernemingen zijn vrijgesteld van de hergebruiksverplichtingen. Tevens gelden uitzonderingen voor vervoer van gevaarlijke goederen, waar veiligheidsoverwegingen voorrang krijgen. Lidstaten die hun recyclingdoelen voor 2025 en 2030 ruimschoots halen en succes boeken in afvalpreventie, kunnen nationale bedrijven met een bedrijfsafvalpreventie- en recyclingplan vijf jaar vrijstellen van hergebruiksquota. Nederland kan dus kiezen voor deze optie, mits aan de voorwaarden wordt voldaan.

Wat zijn de recyclingdoelstellingen per materiaalstroom?

Lidstaten moeten zorgen dat uiterlijk 31 december 2025 in totaal 65 procent van alle verpakkingsafval wordt gerecycled. Voor 2030 stijgt dit naar 70 procent. Daarnaast gelden materialenspecifieke doelen. Voor kunststoffen is de eis 50 procent in 2025 en 55 procent in 2030. Hout moet 25 procent halen in 2025 en 30 procent in 2030. IJzermetalen vereisen 70 procent respectievelijk 80 procent. Aluminium start bij 50 procent en stijgt naar 60 procent. Glas blijft stabiel op 70 procent in 2025 en stijgt naar 75 procent in 2030. Papier en karton moeten 75 procent bereiken in 2025 en 85 procent in 2030.

Deze doelstellingen binden de lidstaat als geheel en niet individuele bedrijven. Toch beïnvloeden zij de EPR-bijdragen die producenten betalen, omdat producentenverantwoordelijkheidsorganisaties hun financiering afstemmen op de nationale recyclingtargets. Bovendien stimuleren hoge recyclingdoelen investeringen in sorteer- en verwerkingsinfrastructuur, wat de beschikbaarheid van hoogwaardig recyclaatmateriaal vergroot.

Lidstaten kunnen onder strikte voorwaarden een verlenging van maximaal vijf jaar aanvragen voor de materialenspecifieke doelen, mits de algemene recyclingquote wel wordt gehaald. De afwijking mag hooguit 15 procentpunten bedragen en moet worden onderbouwd met een gedetailleerd implementatieplan conform Bijlage XI. Nederland kan deze verlenging overwegen indien specifieke materiaalstromen structurele inzamelingsproblemen kennen. De Commissie toetst het plan en kan dit afwijzen als onvoldoende wordt aangetoond dat de doelen binnen de verlengde termijn haalbaar zijn.

Welke verboden op specifieke verpakkingen treden in werking?

Vanaf 2030 verdwijnen diverse eenmalige verpakkingen van de markt. Eenmalige omverpakkingen zoals de plastic folie rond sixpacks blikjes mogen niet meer worden gebruikt. Eveneens verboden zijn eenmalige kunststofverpakkingen in de horeca, bijvoorbeeld wegwerpbekers en -bakjes voor ter plaatse consumptie. Ook hygiëneproducten in hotels zoals miniatuur shampoo-flesjes vallen onder het verbod. Groente- en fruitverpakkingen die als overbodig worden aangemerkt, mogen evenmin meer in de handel worden gebracht.

Deze verboden dwingen ondernemers tot een strategische herijking van hun verpakkingsconcept. Restaurants en cateraars moeten overstappen op herbruikbaar serviesgoed of investeren in retourlogistiek. Supermarkten heroverwegen hun verse-afdelingverpakkingen en introduceren bijvoorbeeld hersluitbare dozen of statiegeldsystemen. Cosmetica- en hygiënefabrikanten ontwikkelen navulbare dispensers of bulk-oplossingen voor de horeca.

Alternatieve materialen zoals biobased en composteerbare verpakkingen blijven toegestaan, mits zij goed recyclebaar zijn binnen bestaande inzamelstromen. Transparante monomaterialen verpakkingen, bijvoorbeeld PET-flessen gemaakt van 100 procent gerecycled materiaal, blijven eveneens verkeersfähig. Juridisch cruciaal is dat alternatieve ontwerpen alle toepasselijke eisen van de verordening naleven, inclusief minimalisatie, recycleerbaarheid en rezyklaatgehalte.

Hoe verhouden de PPWR-eisen zich tot bestaande Nederlandse wetgeving?

Het Nederlandse Verpakkingenbesluit en het Verpakkingen- en Papier- en Kartonbesluit worden geleidelijk vervangen door de rechtstreeks werkende PPWR. Verordeningen gelden zonder nationale implementatiewetgeving, waardoor Nederlandse bedrijven vanaf de inwerkingtreding de Europese normen moeten toepassen. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zal wel aanvullende uitvoeringsregels vaststellen voor taken die aan lidstaten zijn gedelegeerd, zoals de inrichting van de EPR-organisaties en toezichtprocedures.

De uitgebreide producentenverantwoordelijkheid blijft geregeld via nationale wetten, omdat de PPWR de lidstaten opdraagt EPR-systemen in te richten conform Hoofdstuk VIII van de verordening. Nederlandse producentenverantwoordelijkheidsorganisaties moeten hun statuten en financieringsmodellen aanpassen aan de nieuwe Europese criteria. Zo wordt de modulering van EPR-bijdragen voortaan mede gebaseerd op het recyclaatgehalte en de recycleerbaarheid van verpakkingen.

Bedrijven die momenteel voldoen aan het Nederlandse Verpakkingenbesluit, moeten hun compliance opnieuw beoordelen omdat de PPWR strengere en bredere eisen stelt. Bijvoorbeeld de Nederlandse norm voor lege ruimte was minder gedetailleerd gedefinieerd dan de komende 50 procent-grens voor e-commerce. Ook de rezyklaatpercentages voor kunststof overtreffen de huidige Nederlandse vrijwillige afspraken. Proactieve herziening van verpakkingsontwerpen en inkoopcriteria is daarom aan te raden.

Toezicht en handhaving blijven primair een nationale taak. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en gemeentelijke toezichthouders controleren of bedrijven voldoen aan de PPWR-verplichtingen. Bij overtredingen kunnen bestuurlijke boetes worden opgelegd conform de Algemene wet bestuursrecht. Daarnaast kan de Inspectie Leefomgeving en Transport sancties opleggen bij ernstige milieuschade door non-conforme verpakkingen. De juridische grondslag voor sanctionering zal worden vastgelegd in aanvullende nationale wetgeving die het kabinet naar verwachting medio 2026 indient.

Wat zijn de gevolgen voor contracten en aansprakelijkheid?

De PPWR verschuift verantwoordelijkheden in de keten, wat bestaande leveranciers- en afnemerscontracten beïnvloedt. Producenten zijn eindverantwoordelijk voor conformiteit, maar zijn afhankelijk van toeleveranciers voor materiaalspecificaties en certificaten. Contractuele garanties en vrijwaringen moeten daarom expliciet de PPWR-naleving adresseren. Standaard inkoopvoorwaarden die enkel verwijzen naar nationale wetgeving of algemene normen bieden onvoldoende bescherming.

Aanbevolen clausules omvatten leveranciersverklaringen over recyclaatpercentages, recycleerbaarheidscores en afwezigheid van verboden stoffen zoals PFAS in voedselcontactverpakkingen. Tevens adviseren wij wederzijdse informatieplichten op te nemen, waarbij de leverancier onverwijld melding maakt van wijzigingen in materiaalsamenstelling of productieprocessen die de conformiteit kunnen aantasten. Ten slotte verdient het aanbeveling om auditrechten te bedingen, zodat de afnemer de naleving door de leverancier kan verifiëren.

Aansprakelijkheid voor schade als gevolg van non-conforme verpakkingen rust primair bij de producent of importeur, maar kan via regres worden verhaald op toeleveranciers indien deze onjuiste informatie hebben verstrekt. Producenten die hun verpakkingen laten ontwerpen door externe bureaus, blijven echter zelf verantwoordelijk voor het eindresultaat. Een ontwerpfout van een derde partij ontslaat de producent niet van zijn wettelijke verplichtingen, al kan de producent daarna wel schadevergoeding vorderen van de ontwerper.

Verzekeringsdekking voor PPWR-gerelateerde risico’s is momenteel beperkt geregeld in standaard productaansprakelijkheidsverzekeringen. Ondernemers adviseren wij te verifiëren of polisvoorwaarden dekking bieden voor terugroepacties wegens verpakkingsnon-conformiteit, boetes van toezichthouders en gevolgschade bij afnemers. Mogelijk is aanvullende environmental impairment liability-dekking noodzakelijk om milieuschade door niet-recyclebare of giftige verpakkingen af te dekken.

Welke stappen moet een ondernemer nu zetten?

Bedrijven starten met een inventarisatie van alle verpakkingen die zij produceren, importeren of gebruiken. Per verpakkingstype bepalen zij welke PPWR-eisen van toepassing zijn en wat de geldende deadlines zijn. Deze analyse resulteert in een gap-assessment dat de kloof tussen huidige situatie en toekomstige verplichtingen inzichtelijk maakt.

Vervolgens herziet de onderneming het verpakkingsontwerp om te voldoen aan recycleerbaarheidscriteria, minimalisatievereisten en rezyklaatpercentages. Samenwerking met materiaalspecialisten en verpakkingsontwikkelaars is hierbij cruciaal. Waar nodig worden alternatieve materialen geselecteerd of productformaten aangepast om het lege-ruimtepercentage te verlagen. Deze ontwerpfase vraagt voldoende doorlooptijd, aangezien nieuwe verpakkingen getest moeten worden op functionaliteit en marktkans.

Parallel actualiseert de ondernemer zijn technische documentatie en traceerbaarheidssystemen. De PPWR vereist dat producenten en importeurs alle relevante conformiteitsgegevens tien jaar bewaren en op verzoek aan toezichthouders verstrekken. Digitale productpaspoorten en blockchain-oplossingen kunnen hierbij ondersteunen, hoewel juridisch bindende registratie-eisen nog nader worden uitgewerkt in uitvoeringshandelingen.

Contracten met leveranciers, afnemers en logistieke dienstverleners moeten worden aangepast. Hierbij verdelen partijen de verantwoordelijkheden voor conformiteitsbeoordeling, EPR-registratie en retourlogistiek. Onderhandelingen over deze verdeling kunnen complex zijn, vooral wanneer internationale leveranciers betrokken zijn die minder vertrouwd zijn met EU-wetgeving. Juridische begeleiding helpt om evenwichtige en handhaafbare afspraken vast te leggen.

Wilt u zekerheid over uw juridische positie onder de PPWR? Onze gespecialiseerde advocaten in Amsterdam analyseren uw verpakkingsstrategie en adviseren over risicobeheersing, contractuele bescherming en optimale compliance-processen die passen bij uw bedrijfsmodel.

Hoe verhouden stoffenbeperkingen zich tot andere regelgeving?

De PPWR introduceert vanaf 12 augustus 2026 grenswaarden voor lood, cadmium, kwik en zeswaardige chroom in verpakkingen van maximaal 100 mg/kg totaal. Deze limiet herhaalt de bestaande norm uit de oude verpakkingsrichtlijn en het Nederlandse Verpakkingenbesluit, zodat voor deze stoffen geen aanscherping plaatsvindt. Bedrijven die momenteel voldoen, hoeven hier geen aanpassingen te doen.

Nieuw en ingrijpend zijn daarentegen de PFAS-beperkingen voor verpakkingen die in contact komen met levensmiddelen. PFAS (per- en polyfluoralkylstoffen) zijn persistent chemische verbindingen die in coatings van voedselcontactverpakkingen worden gebruikt om vet- en waterafstotendheid te bereiken. De PPWR verbiedt het gebruik van deze stoffen in voedselcontactverpakkingen vanaf 12 augustus 2026, wat producenten van fastfoodverpakkingen, pizzadozen en bakkerspapier raakt.

Deze PFAS-beperking overlapt deels met de REACH-verordening, waarin de Europese Chemische Agentschap (ECHA) een breed PFAS-verbod overweegt. De PPWR anticipeert hierop door specifiek voor verpakkingen nu al een verbod in te voeren. Bedrijven moeten dus hun materiaalspecificaties controleren en waar nodig overstappen op PFAS-vrije coatings, zoals was- of siliconen-gebaseerde alternatieven.

Advocaten gespecialiseerd in de PPWR

Heeft u een juridische vraag over productregelgeving, discussies met een toezichthouder of andere marktdeelnemer? Ons Team Product Compliance staat voor u klaar. Uw belang staat bij ons te allen tijde voorop en we zoeken graag naar praktische oplossingen en snel resultaat. Neem contact op met onze specialisten Product Compliance in Amsterdam en ontdek uw mogelijkheden. Wij zijn nationaal en internationaal actief voor spelers uit de maakindustrie. We hebben een sterk team van advocaten met als specialisatie productregelgeving. Onze advocaat Product Compliance Martin Krüger geeft leiding aan dit team. Bent u op zoek naar andere praktijkgebieden, dan kunnen onze advocaten in Amsterdam u mogelijk ook ondersteunen of aan een geschikte partner doorverwijzen.

+31 (0)20 – 210 31 38
mail@maakadvocaten.nl

De informatie op deze pagina vormt geen juridisch advies. Er wordt geen aansprakelijkheid geaccepteerd.
Voor advies, neem contact op met ons kantoor.

NIEUWS & ARTIKELEN