Email  |   +31 20 – 210 31 38  |    DE    |    EN

Product compliance

blokje-maak-1-1.png

Wanneer treedt de Ontbossingsverordening in werking?

De Ontbossingsverordening treedt na uitstel in werking op 30 december 2026 voor grote en middelgrote ondernemingen. Kleine en micro-ondernemingen krijgen zes maanden extra respijt tot 30 juni 2027. Deze vertraging biedt bedrijven meer voorbereidingstijd voor implementatie van zorgvuldigheidsverplichtingen.

De Europese Commissie presenteerde op 21 oktober 2025 een wetgevingsvoorstel voor aanpassing van de Ontbossingsverordening (EUDR). Sindsdien hebben de Ministerraad en het Europees Parlement in informeel triloogoverleg een voorlopige overeenkomst bereikt over de toekomstige inhoud van deze Ontbossingsverordening. Deze overeenstemming geeft inzicht in de definitieve wijzigingen van artikel 2 lid 1 EUDR en de gevolgen voor Nederlandse ondernemers die met relevante grondstoffen handelen.

Wat zijn de belangrijkste wijzigingen in de EUDR na het triloogakkoord?

Het triloogakkoord introduceert vier kernwijzigingen: uitstel van de toepassingsdatum met één jaar, uitzondering voor drukwerk, vereenvoudiging voor handelaren en een evaluatieclausule voor verdere aanpassingen in 2026. Deze wijzigingen beogen implementatie te vergemakkelijken terwijl ontbossingsdoelstellingen gehandhaafd blijven.

Volgens artikel 3 lid 5 EUDR blijven bestaande verplichtingen voor upstream marktdeelnemers van kracht. Importeurs en eerste distributeurs van relevante producten – zoals rund, cacao, koffie, palmolie, rubber, soja en hout – behouden hun zorgvuldigheidsplicht. Daarentegen worden handelaren en downstream marktdeelnemers vrijgesteld van het opstellen van zorgvuldigheidsverklaringen.

De verordening voert bovendien het begrip “micro- en kleine primaire producent” in als bevoorrechte upstream marktdeelnemer uit een land met laag risico. Deze ondernemers hoeven slechts één vereenvoudigde verklaring af te geven, waarbij zij de onderliggende grondstof zelf produceren. Deze maatregel vermindert administratieve lasten voor kleinschalige producenten aanzienlijk.

Drukwerk zoals boeken, kranten en promotiemateriaal valt voortaan buiten het toepassingsgebied van de EUDR. Artikel 1 Bijlage I EUDR verwijst niet langer naar producten onder nummer 4421 49 van de Gecombineerde Nomenclatuur. Hierdoor worden ondernemingen die handelen in drukwerk vrijgesteld van EUDR-verplichtingen.

Hoe worden handelaren en downstream marktdeelnemers ontlast door deze wijziging?

Handelaren en downstream marktdeelnemers hoeven geen informatie over zorgvuldigheidsverklaringen meer door te geven aan afnemers. Deze vrijstelling elimineert administratieve complexiteit bij producten die uit meerdere relevante grondstoffen bestaan of bij grote leveringen van materialen.

Het oorspronkelijke Commissievoorstel verplichtte handelaren informatie over zorgvuldigheidsverklaringen aan afnemers door te geven, ondanks vrijstelling van het opstellen ervan. Voor samengestelde producten of grootschalige leveringen zou dit leiden tot overdracht van substantiële informatiestromen. Volgens artikel 4 lid 2 van het gewijzigde voorstel vervalt deze verplichting volledig.

Nederlandse ondernemingen die opereren als handelaar of downstream marktdeelnemer besparen hierdoor aanzienlijke compliance-kosten. De verplichting om referentienummers van oorspronkelijke verklaringen op te slaan blijft echter gehandhaafd voor traceerbaarheid binnen de toeleveringsketen.

Wilt u zekerheid over uw juridische positie binnen de EUDR? Onze gespecialiseerde advocaten in Amsterdam analyseren uw toeleveringsketen en adviseren over optimale compliance-strategieën voor uw specifieke situatie.

Wanneer treedt de gewijzigde EUDR definitief in werking?

Het Europees Parlement stemt op 16 december 2025 over de gemeenschappelijke positie. Vervolgens moet de Raad de overeenkomst formeel bekrachtigen. Zodra het gewijzigde wetgevingsinstrument in het Publicatieblad verschijnt, treden de wijzigingen in werking.

Deze publicatie moet vóór 31 december 2025 plaatsvinden. Anders geldt de EUDR in ongewijzigde vorm vanaf 30 december 2025 voor grote en middelgrote ondernemingen. Vorig jaar vond publicatie plaats op 23 december 2025, waardoor voldoende tijd beschikbaar blijkt.

Ondernemingen ervaren desondanks onzekerheid door de tweede achtereenvolgende periode van onduidelijkheid over toepassingsdatum en concrete verplichtingen. Deze situatie compliceert langetermijnplanning en investeringsbeslissingen voor compliance-infrastructuur.

Welke evaluatieclausule introduceert het triloogakkoord?

De review-clausule verplicht de Commissie tot 30 april 2026 verdere vereenvoudiging van de EUDR te onderzoeken en hierover te rapporteren. Dit rapport kan vergezeld gaan van een nieuw wijzigingsvoorstel, waardoor hernieuwde aanpassingen in 2026 waarschijnlijk zijn.

Artikel 34 bis van het gewijzigde voorstel schrijft deze evaluatie dwingend voor. De Commissie moet daarbij mogelijkheden voor verdere administratieve lastenverlichting beoordelen en eventuele implementatieproblemen identificeren. Stakeholders worden verplicht geraadpleegd tijdens dit proces.

Voor Nederlandse ondernemingen betekent deze clausule dat compliance-processen flexibel moeten blijven. Investeringen in IT-systemen en organisatiestructuren vereisen aanpassingsvermogen voor mogelijke wijzigingen medio 2026. Deze onzekerheid bemoeilijkt budgettering en resource-allocatie.

Lidstaten moeten volgens het akkoord aanzienlijke systeemverstoringen aan de Commissie melden. Regelmatige uitwisseling met belanghebbenden blijft verplicht voor monitoring van praktische uitvoerbaarheid.

Wat betekent het first-touch-principe voor Nederlandse importeurs?

Het akkoord introduceert het first-touch-principe waarbij uitsluitend marktdeelnemers die relevante producten in verkeer brengen zorgvuldigheidsverklaringen moeten indienen. Downstream ondernemingen slaan enkel referenzenummers van oorspronkelijke verklaringen op zonder gegevens door de toeleveringsketen te verspreiden.

Deze aanpak concentreert compliance-verantwoordelijkheid bij importeurs en eerste distributeurs. Nederlandse ondernemingen die als eerste schakel optreden, dragen volledige due diligence-verplichtingen. Zij moeten volgens artikel 10 EUDR aantonen dat producten niet bijdragen aan ontbossing na 31 december 2020.

Micro- en kleine ondernemingen ontvangen een identificatiecode voor traceerbaarheid na indienen van hun vereenvoudigde verklaring. Deze code functioneert als bewijs van compliance voor afnemers in de keten zonder herhaalde documentatievereisten.

Hoe functioneert de risicobeoordeling onder de gewijzigde EUDR?

Lidstaten classificeren producerende landen in risicocategorieën: laag, standaard en hoog risico. Deze classificatie bepaalt de intensiteit van due diligence-verplichtingen en controlefrequentie door bevoegde autoriteiten volgens artikel 29 EUDR.

Voor producten uit laag-risicolanden volstaat vereenvoudigde zorgvuldigheid. Standaard-risicolanden vereisen volledige due diligence-procedures met gegevens over productielocatie, oogstdatum en geografische coördinaten. Hoog-risicolanden ondergaan intensieve controles met verplichte aanvullende verificatiemaatregelen.

Nederlandse importeurs moeten hun toeleveringsketens per productsoort en herkomstland beoordelen. Diversificatie van leveranciers over verschillende risicocategorieën vermindert totale compliance-last. Echter, producten uit hoog-risicogebieden blijven intensieve documentatie en mogelijk on-site verificatie vereisen.

Bevoegde autoriteiten controleren volgens artikel 32 EUDR minimaal 5% van marktdeelnemers in de hoogste risicocategorie. Voor laag-risicolanden bedraagt deze controledrempel 1%. Deze gedifferentieerde aanpak richt handhavingscapaciteit op risicovolle stromen.

Welke sancties riskeert u bij niet-naleving van de EUDR?

Lidstaten stellen volgens artikel 23 EUDR doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties vast voor overtredingen. Deze sancties omvatten geldboetes tot maximaal 4% van de jaaromzet binnen de Europese Unie of €20 miljoen, afhankelijk van welk bedrag hoger is.

Daarnaast kunnen bevoegde autoriteiten relevante producten in beslag nemen en verbeurdverklaren. Tijdelijke uitsluiting van overheidsopdrachten behoort eveneens tot mogelijke sancties. In ernstige gevallen kunnen strafrechtelijke vervolging en reputatieschade ontstaan.

Nederlandse ondernemingen ondervinden bij herhaalde overtredingen cumulatieve sancties. De eerste overtreding kan leiden tot waarschuwing met verbeteringstermijn. Echter, aanhoudende niet-naleving resulteert in maximale boetes en mogelijk marktverbod voor specifieke productcategorieën.

Neem contact op met ons advocatenkantoor in Amsterdam voor persoonlijk juridisch advies over uw specifieke EUDR-situatie en implementatie van een rechtsgeldige compliance-strategie.

Hoe beoordeelt u het triloogakkoord vanuit juridisch perspectief?

De eenjarige uitstelperiode biedt ondernemingen voldoende aanpassingstijd voor compliance-processen, terwijl de review-clausule continue onzekerheid introduceert over toekomstige verplichtingen. Deze combinatie compliceert strategische planning ondanks administratieve vereenvoudigingen.

Het schrappen van de informatiedoorgifte-verplichting ontlast handelaren merkbaar. Ondernemingen besparen compliance-kosten voor documentbeheer en gegevensoverdracht binnen complexe toeleveringsketens. Desondanks blijft traceerbaarheid via referentienummers gehandhaafd.

De review-clausule creëert echter regelgevingsonzekerheid. Ondernemingen moeten anticiperen op mogelijke aanpassingen medio 2026 waarbij compliance-processen opnieuw herzien worden. Deze instabiliteit bemoeilijkt investeringsbeslissingen in duurzame inkoop-infrastructuur.

Circa 75% van Nederlandse importeurs van relevante grondstoffen ervaart verhoogde compliance-kosten onder de EUDR. De uitstelperiode vermindert acute implementatiedruk, maar lost structurele capaciteitsproblemen niet op. Kleinere ondernemingen zonder gespecialiseerde juridische ondersteuning blijven kwetsbaar voor sanctierisico’s.

Het akkoord handhaaft kernverplichtingen voor upstream marktdeelnemers volgens artikel 9 EUDR. Hierdoor blijft de zorgvuldigheidsplicht substantieel, ongeacht administratieve vereenvoudigingen voor downstream partijen. Nederlandse importeurs dragen volledige verantwoordelijkheid voor herkomstverificatie en risicobeoordeling.

Advocaat gespecialiseerd in de Ontbossingsverordening

De Ontbossingsverodening blijft de gemoederen bezighouden. De regelgeving is lang niet voor iedereen even duidelijk en dat is begrijpelijk. Ook wanneer u bijvoorbeeld gebruik maakt van Incoterms doet u er goed aan uw contracten of algemene voorwaarden te laten controleren om in overeenstemming te zijn met de EUDR.

Heeft u een juridische vraag over productregelgeving, discussies met een toezichthouder of andere marktdeelnemer? Ons Team Product Compliance staat voor u klaar. Uw belang staat bij ons te allen tijde voorop en we zoeken graag naar praktische oplossingen en snel resultaat. Neem contact op met onze specialisten Product Compliance in Amsterdam en ontdek uw mogelijkheden. Wij zijn nationaal en internationaal actief voor spelers uit de maakindustrie. We hebben een sterk team van advocaten met als specialisatie productregelgeving. Onze advocaat Product Compliance Martin Krüger geeft leiding aan dit team. Bent u op zoek naar andere praktijkgebieden, dan kunnen onze advocaten in Amsterdam u mogelijk ook ondersteunen of aan een geschikte partner doorverwijzen.

+31 (0)20 – 210 31 38
mail@maakadvocaten.nl

De informatie op deze pagina vormt geen juridisch advies. Er wordt geen aansprakelijkheid geaccepteerd. Voor advies, neem contact op met ons kantoor.

Nieuws & Artikelen

Waar bent u naar op zoek?