Productaansprakelijkheid houdt in dat een producent wettelijk aansprakelijk is voor schade door gebreken in zijn product. Deze risicoaansprakelijkheid geldt vanaf het moment dat het product in het verkeer wordt gebracht en berust op de gebrekkigheid van het product, zonder dat schuld of verwijtbaarheid hoeft te worden aangetoond volgens artikel 6:185 Burgerlijk Wetboek. Hieronder een overzicht van de huidige regels. Let wel op: per 9 december 2026 geldt een nieuw regime van productaansprakelijkheid.
De wettelijke regeling voor productaansprakelijkheid beschermt consumenten tegen schade door onveilige producten. Daarom moeten ondernemers begrijpen wanneer zij aansprakelijk zijn en hoe zij risico’s kunnen beperken. De regeling vindt zijn oorsprong in Europese richtlijn 85/374/EEG uit 1985, geïmplementeerd in Nederland via artikel 6:185-193 BW. Deze risicoaansprakelijkheid rust op fabrikanten, importeurs en onder omstandigheden op leveranciers van gebrekkige producten.
Wie geldt als producent volgens de wet?
De definitie van producent in productaansprakelijkheidszaken omvat meer partijen dan alleen de fabrikant. Volgens artikel 6:187 BW wordt onder producent verstaan:
- Fabrikant van eindproducten: De partij die het complete product vervaardigt
- Producent van grondstoffen: Leveranciers van basismaterialen die in het product worden verwerkt
- Fabrikant van onderdelen: Producenten van componenten die onderdeel worden van het eindproduct
- Merkhouders: Eenieder die zich als producent presenteert door naam, merk of onderscheidingsteken op het product aan te brengen
- EU-importeurs: Wanneer de producent buiten de Europese Unie is gevestigd, wordt de importeur aangemerkt als producent
- Leveranciers: Elke leverancier wordt als producent beschouwd indien de identiteit van de werkelijke producent onbekend blijft
Deze ruime definitie waarborgt dat consumenten altijd een aansprakelijke partij binnen de EU kunnen aanspreken. Hierdoor ontstaat voor webwinkels en groothandelaren een aanzienlijk aansprakelijkheidsrisico, met name bij import van producten uit niet-EU-landen zoals China of de Verenigde Staten.
Wat verstaat de wet onder een product?
Het begrip ‘product’ krijgt in productaansprakelijkheidszaken een brede uitleg. Onder product valt iedere roerende zaak, ook nadat deze een bestanddeel is geworden van een andere roerende of onroerende zaak. Deze definitie omvat volgens artikel 6:187 lid 1 BW expliciet elektriciteit.
De Europese Commissie werkt momenteel aan herziening van de richtlijn productaansprakelijkheid om de regelgeving af te stemmen op de digitale economie. Het herzieningsvoorstel uit september 2022 breidt het begrip ‘product’ aanzienlijk uit. Straks vallen ook digitale productiebestanden, software, AI-systemen en bijbehorende digitale diensten onder de productaansprakelijkheidsregeling. Denk bijvoorbeeld aan navigatiesystemen die verkeersdata nodig hebben om te functioneren.
Deze modernisering is noodzakelijk omdat producten steeds vaker afhankelijk zijn van software-updates en digitale diensten. Bovendien kent Nederland een groeiende circulaire economie waarin refurbished producten – reeds gebruikte en herstelde producten – worden verhandeld.
Wanneer is een product juridisch gebrekkig?
Een product is gebrekkig indien het objectief gezien niet de veiligheid biedt die men daarvan mag verwachten. De gebrekkigheidstoets vindt plaats op basis van een ‘ex tunc’-beoordeling: het product wordt beoordeeld naar de omstandigheden ten tijde van het in het verkeer brengen, niet naar latere ontwikkelingen.
Artikel 6:186 BW noemt drie centrale gezichtspunten voor beoordeling van gebrekkigheid:
Presentatie van het product
Hoe het product wordt gepresenteerd bepaalt mede of het gebrekkig is. Een verkeerde etikettering, onvolledige gebruiksaanwijzing of misleidende waarschuwingen maken een product gebrekkig. Daarom moet een producent duidelijk communiceren over risico’s die kleven aan het gebruik van zijn product. Voor de gemiddelde gebruiker moet expliciet zijn welk gevaar bestaat en wat de gevolgen zijn als waarschuwingen worden genegeerd.
Redelijkerwijs te verwachten gebruik
Producenten moeten rekening houden met normaal gebruik door de beoogde doelgroep. Een leverancier is echter niet aansprakelijk voor schade die voortvloeit uit afwijkend consumptiegedrag. Uit rechtspraak blijkt bijvoorbeeld dat een leverancier van vers geperst sinaasappelsap niet hoefde te anticiperen op een consument die de fles vijf dagen buiten de koelkast bewaarde.
Tijdstip van in het verkeer brengen
De gebrekkigheidstoets gebeurt op basis van het moment waarop het product op de markt komt. Het enkele feit dat nadien een veiliger product beschikbaar komt, maakt het eerdere product niet gebrekkig volgens artikel 6:186 lid 2 BW. Dit beschermt producenten tegen onredelijke claims op basis van latere technologische ontwikkelingen.
Jurisprudentie heeft de gebrekkigheidstoets verder aangescherpt. Het Hof van Justitie oordeelde in het Boston Scientific Medizintechnik-arrest uit 2015 dat medische hulpmiddelen zoals pacemakers ook gebrekkig zijn wanneer zij behoren tot een productieserie waarvan is vastgesteld dat deze een potentieel gebrek vertoont, zonder dat het specifieke product zelf het gebrek hoeft te vertonen.
Welke schade vergoedt de producent bij productaansprakelijkheid?
De producent is aansprakelijk voor lichamelijk letsel, overlijden en zaakschade in de privésfeer. Volgens artikel 6:190 BW omvat vergoedbare schade:
- Personenschade: Alle schade door letsel of overlijden van een natuurlijk persoon
- Zaakschade: Schade aan een zaak die gewoonlijk voor gebruik of verbruik in de privésfeer is bestemd, mits de schade € 500 of meer bedraagt
Zuivere vermogensschade van bedrijven valt buiten het toepassingsbereik. Wanneer een gebrekkige machine schade veroorzaakt in een productiefaciliteit, kan de ondernemer geen beroep doen op productaansprakelijkheid voor bedrijfsuitval of verloren winst. Hiervoor gelden andere regels van het civielrechtelijk aansprakelijkheidsrecht.
Het herzieningsvoorstel schrapt de drempel van € 500 voor zaakschade en breidt de definitie van schade uit met verlies of corruptie van data en medisch erkende schade aan geestelijke gezondheid. Deze wijzigingen vergroten de compensatiemogelijkheden voor consumenten aanzienlijk.
Hoe bewijst een consument productaansprakelijkheid?
De benadeelde draagt de bewijslast voor drie cruciale elementen. Om succesvol een schadeclaim in te dienen moet de consument aantonen:
- Dat schade is ontstaan: Concrete schade zoals letsel of beschadiging van eigendommen
- Dat het product een gebrek vertoont: Het product biedt niet de veiligheid die daarvan verwacht mag worden
- Causaal verband: De schade is veroorzaakt door het gebrek in het product
Deze bewijslast hoeft niet met absolute zekerheid te worden geleverd, maar moet wel voldoende waarschijnlijk zijn. Echter, complexe zaken over geneesmiddelen, AI-systemen of slimme producten confronteren consumenten regelmatig met bewijsproblemen vanwege technische of wetenschappelijke complexiteit.
Nieuwe Richtlijn Productaansprakelijkheid
Het Europese herzieningsvoorstel verlicht de bewijslast aanzienlijk. De nieuwe regeling introduceert bewijsvermoedens in het voordeel van consumenten:
- Vermoeden van gebrekkigheid: Wanneer producenten niet-naleving van dwingende veiligheidsvoorschriften of kennelijk disfunctioneren niet kunnen weerleggen
- Vermoeden van causaal verband: Als de soort schade doorgaans strookt met het betrokken gebrek
- Openbaarmakingsverplichting: Producenten moeten onder omstandigheden relevant bewijsmateriaal verstrekken aan eisers
Daarnaast ontstaat een verlaagde bewijsdrempel in technisch complexe zaken. Claimanten hoeven dan slechts aan te tonen dat het product heeft bijgedragen aan de schade en dat het waarschijnlijk is dat het product gebrekkig was.
Kan een producent zich bevrijden van aansprakelijkheid?
De wet kent zes limitatief opgesomde bevrijdende verweren. Volgens artikel 6:185 lid 1 BW is een producent niet aansprakelijk indien hij aantoont dat:
Het product niet in het verkeer is gebracht
Wanneer het product de producent niet heeft verlaten, bestaat geen aansprakelijkheid. Dit verweer geldt bijvoorbeeld bij diefstal van producten uit het magazijn voordat deze op de markt komen.
Dwingende overheidsvoorschriften
Aansprakelijkheid vervalt als het gebrek rechtstreeks voortvloeit uit verplichte naleving van wettelijke voorschriften. Echter, keuringsvoorschriften en richtlijnen waarvan mag worden afgeweken zijn niet dwingend. Van overheidswege geformuleerde minimumeisen bevrijden evenmin van aansprakelijkheid. Producenten in de voedingsmiddelenindustrie die voldoen aan alle voedselveiligheidsvoorschriften kunnen daarom toch aansprakelijk zijn voor gebrekkige producten.
Niet voor commerciële doelen geproduceerd
Producten die niet zijn gemaakt voor commerciële activiteiten vallen buiten de regeling. Dit beschermt bijvoorbeeld particulieren die zelfgemaakte producten weggeven.
Onmogelijk gebrek te ontdekken
Producenten zijn niet aansprakelijk als het volgens de stand van wetenschap en techniek onmogelijk was het gebrek te ontdekken. Dit verweer richt zich vooral op gebreken in de ontwerp- en constructiefase die door ontoereikende kennis niet zijn opgemerkt. Hierbij geldt het meest geavanceerde niveau van wetenschap en techniek op het moment van het in het verkeer brengen, niet slechts de industriële gebruiken in de betreffende sector.
Gebrek ontstond na het in het verkeer brengen
Wanneer het product veilig was bij het in het verkeer brengen maar later gebrekkig werd, vervalt aansprakelijkheid. Denk aan bederf van levensmiddelen door onjuiste opslag bij de detailhandelaar.
Onderdeel zonder invloed op het gebrek
Fabrikanten van onderdelen zijn niet aansprakelijk als het gebrek is toe te schrijven aan het ontwerp van het product waarin het onderdeel is verwerkt.
Deze verweren geven producenten beperkte ontsnappingsroutes. De bewijslast voor deze bevrijdende omstandigheden rust volledig op de producent.
Wanneer geldt productaansprakelijkheid?
De aansprakelijkheid duurt tien jaar vanaf het moment dat het product op de EU-markt komt. Volgens artikel 6:191 BW vervalt het recht op schadevergoeding tien jaar na de dag waarop de producent het product in het verkeer heeft gebracht, tenzij de benadeelde inmiddels een rechtsvordering heeft ingesteld.
Consumenten hebben drie jaar de tijd om een claim in te dienen. Deze verjaringstermijn begint op de dag nadat de benadeelde bekend werd met de schade, het gebrek en de identiteit van de aansprakelijke persoon volgens artikel 3:310 BW.
Het herzieningsvoorstel verlengt de vervaltermijn naar vijftien jaar voor gezondheidsschade die zich traag openbaart. Deze wijziging erkent dat sommige producten – bijvoorbeeld medicijnen of medische hulpmiddelen – pas na jaren gezondheidsproblemen veroorzaken.
Hoe verhouden productgarantie en productaansprakelijkheid zich?
Garantie en productaansprakelijkheid zijn fundamenteel verschillende juridische concepten. Garantie betreft contractuele afspraken tussen verkoper en koper over de kwaliteit en deugdelijkheid van het product zelf. Productaansprakelijkheid daarentegen ziet op de wettelijke plicht om schade te vergoeden die door een gebrekkig product wordt veroorzaakt aan andere zaken of personen.
Wanneer een product kapotgaat of niet goed functioneert, geldt garantie. De verkoper moet het product herstellen, vervangen of de koopprijs terugbetalen. Dit is een contractuele verplichting op grond van non-conformiteit volgens artikel 7:17 BW.
Veroorzaakt een gebrekkig product letsel of beschadigt het andere eigendommen, dan geldt productaansprakelijkheid. De producent moet de daardoor ontstane schade vergoeden. Deze aansprakelijkheid kan niet contractueel worden uitgesloten of beperkt in relatie tot consumenten – dit is wettelijk verboden.
Welke risico’s lopen bedrijven bij productaansprakelijkheid?
Ondernemers die producten op de markt brengen lopen aanzienlijke financiële risico’s. Productaansprakelijkheidsclaims kunnen leiden tot:
- Directe schadevergoedingen: Kosten voor letselschade, medische behandelingen en beschadigde eigendommen
- Recall-kosten: Terugroepen van producten uit de markt kan miljoenen euro’s kosten
- Reputatieschade: Negatieve publiciteit schaadt het merkimago langdurig
- Juridische procedures: Advocaatkosten en gerechtelijke procedures vergen substantiële investeringen
- Verzekeringspremies: Hogere premies voor aansprakelijkheidsverzekeringen na claims
Vanaf 25 juni 2023 kunnen EU-consumenten gezamenlijk binnenlandse en grensoverschrijdende massaschade-rechtszaken aanspannen. De implementatie van richtlijn (EU) 2020/1828 betreffende representatieve vorderingen vergroot het risico op collectieve procedures aanzienlijk. Hierdoor kunnen organisaties namens grote groepen consumenten claims indienen, met mogelijk enorme schadebedragen tot gevolg.
Hoe beschermen ondernemers zich tegen productaansprakelijkheid?
Preventie vormt de beste bescherming tegen productaansprakelijkheidsclaims. Ondernemers moeten meerdere maatregelen nemen:
Voldoe aan productveiligheidsregels
Producten moeten voldoen aan wettelijke producteisen voordat zij op de EU-markt komen. Dit omvat sectorale wetgeving zoals de Machinerichtlijn 2006/42/EG, de Speelgoedrichtlijn 2009/48/EG of de richtlijn algemene productveiligheid 2001/95/EG. Naleving van deze voorschriften vermindert het risico op gebrekkigheid, hoewel dit geen absolute garantie biedt tegen aansprakelijkheid.
Investeer in kwaliteitscontrole
Grondige testen en kwaliteitsbewaking voorkomen dat gebrekkige producten de markt bereiken. Fabrikanten moeten systematische procedures implementeren voor productontwikkeling, testing en continue monitoring van productprestaties.
Zorg voor correcte documentatie
Duidelijke gebruiksaanwijzingen, waarschuwingen en productinformatie beschermen tegen aansprakelijkheidsclaims. Documentatie moet voldoen aan de verwachtingen van de gemiddelde gebruiker in de beoogde doelgroep. Tevens is nauwkeurige administratie essentieel om de productieketen te documenteren.
Sluit passende verzekeringen af
Een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering dekt productaansprakelijkheid standaard. Deze verzekering vergoedt schade die door gebrekkige producten wordt veroorzaakt en beschermt tegen de financiële gevolgen van claims. Gezien de stijgende risico’s door collectieve acties en het Europese herzieningsvoorstel is adequate verzekeringsdekking cruciaal.
Maak contractuele afspraken in de keten
Professionele partijen kunnen onderling aansprakelijkheid contractueel beperken of uitsluiten. Hoewel dit niet werkt jegens consumenten, bieden vrijwaringsclausules en aansprakelijkheidsbeperkingen in B2B-contracten bescherming. Private label-houders kunnen bijvoorbeeld regelen dat de producent materieel opdraait voor consumenten claims.
Anticipeer op toekomstige wetgeving door preventieve maatregelen te nemen. Het herzieningsvoorstel voor de productaansprakelijkheidsrichtlijn introduceert verstrekkende wijzigingen die naar verwachting tussen 2025 en 2027 in werking treden. Softwareproducenten, fabrikanten van slimme apparaten en bedrijven die digitale diensten aanbieden moeten zich voorbereiden op uitbreiding van hun aansprakelijkheid.
Maak gebruik van juridische expertise bij productaansprakelijkheid
Productaansprakelijkheid vraagt om specialistische juridische kennis. De materie kent complexe bewijsregels, Europese jurisprudentie en technische vraagstukken over gebrekkigheid en causaal verband. Daarom is professioneel juridisch advies onmisbaar bij zowel preventie als geschillen.
Heeft u te maken met een productaansprakelijkheidskwestie? Neem contact op met ons advocatenkantoor in Amsterdam voor deskundig advies over uw rechten en plichten. Onze gespecialiseerde advocaten analyseren uw situatie en ontwikkelen een strategie om uw belangen optimaal te beschermen.
Advocaten gespecialiseerd in productaansprakelijkheid
Wilt u weten of u aansprakelijk bent voor schade door uw producten? Onze advocaten in Amsterdam beoordelen uw productaansprakelijkheidsrisico’s en adviseren over effectieve risicobeheersingmaatregelen. Contact opnemen met specialisten voorkomt kostbare fouten en beschermt uw onderneming tegen onverwachte claims.



