
Relevante wet- en regelgeving (NL en EU)
Warenwet (en onderliggende regelgeving): De Nederlandse Warenwet bevat de basisregels voor productveiligheid van zowel levensmiddelen als non-food consumentenproducten. Een kernbepaling is dat het verboden is onveilige producten op de markt te brengen. Zo verplicht artikel 21b Warenwet degene die een consumentenproduct (non-food) heeft verhandeld en weet (of behoort te weten) dat het product gevaar oplevert, dit onverwijld te melden aan de Minister (NVWA) onder mededeling van de getroffen maatregelen. Tevens moet men desgevraagd meewerken aan acties om risico’s te vermijden (bijv. een recall), conform art. 21b lid 3 Warenwet. Daarnaast biedt artikel 21 Warenwet de minister de bevoegdheid om bij gevaar voor de gezondheid/veiligheid een last onder dwangsom of bestuursdwang op te leggen tot terugroepen: de betrokken producent of distributeur kan worden gelast om consumenten (houders van het product) onmiddellijk te waarschuwen voor het gevaar en de verhandeling te staken dan wel producten terug te nemen. Dit is de basis voor een verplichte terugroepactie (recall) als bestuursrechtelijke maatregel. Ook kan de NVWA aanvullende maatregelen treffen, zoals het in beslag nemen van goederen (art. 32l Warenwet) of het laten vernietigen van gevaarlijke producten op kosten van de overtreder (art. 32m Warenwet). Niet-naleving van bovengenoemde verplichtingen kan worden bestraft via bestuursrechtelijke sancties, bijvoorbeeld een bestuurlijke boete of strafvervolging (via de Wet op de economische delicten) of een last onder dwangsom. In de praktijk is het niet melden van een gevaarlijk product bij de NVWA een overtreding waarvoor boetes kunnen worden opgelegd.
Richtlijn algemene productveiligheid (2001/95/EG)
Deze EU-richtlijn (General Product Safety Directive, GPSD) vormt de grondslag voor nationale regels als de Warenwet. De richtlijn verplicht fabrikanten om uitsluitend veilige consumentenproducten op de markt te brengen en om consumenten te informeren over eventuele risico’s. Ook verplicht zij fabrikanten en distributeurs om bij ontdekking van een gevaarlijk product onmiddellijk de bevoegde autoriteiten te informeren en passende maatregelen te nemen, waaronder het uit de handel nemen of terugroepen van producten in ernstige gevallen. Deze meldplicht voor non-food producten is in Nederland geïmplementeerd via art. 21b Warenwet. De richtlijn geeft tevens bevoegdheden aan toezichthouders (zoals de NVWA) om in te grijpen bij onveilige producten (bijv. verkoopverboden, recalls). Let wel dat de GPSD in 2024 is vervangen door de Verordening (EU) 2023/988 (General Product Safety Regulation), die de regels verder aanscherpt (o.a. harmonisatie van recall-procedures EU-breed). De nieuwe Verordening treedt op 13 december 2024 volledig in werking, maar bouwt voort op bovengenoemde principes uit de richtlijn 2001/95/EG.
EU-Verordening 1025/2012 (Europese standaardisatie)
Deze verordening regelt de totstandkoming van Europese geharmoniseerde normen. Geharmoniseerde normen zijn Europese standaarden die op grond van Verordening 1025/2012 en specifieke productwetgeving worden ontwikkeld. In het kader van productveiligheid geldt dat als een consumentenproduct voldoet aan een geharmoniseerde norm die door de Europese Commissie is erkend (bijv. een NEN-EN-ISO norm vermeld in het Publicatieblad), dit een wettelijk vermoeden van veiligheid oplevert. Met andere woorden, conformiteit met zo’n norm betekent dat het product geacht wordt te voldoen aan de algemene veiligheidsvereisten.
Dit is van belang bij zowel preventie als beoordeling van recalls: producten die niet aan relevante normen voldoen, lopen meer risico als “gevaarlijk” te worden aangemerkt. Verordening 1025/2012 faciliteert ook dat bij opkomende gevaren snelle ontwikkeling of herziening van normen kan plaatsvinden (in samenwerking met CEN/CENELEC) om de veiligheid te verhogen. Kortom, normen vormen een belangrijk referentiekader bij de vraag of een product “veilig” is in de zin van de Warenwet en de GPSD.
RAPEX-systeem (Safety Gate)
RAPEX is het EU Rapid Alert System voor gevaarlijke (non-food) consumentenproducten. Het is ingesteld op grond van art. 12 van de Richtlijn 2001/95/EG. Via RAPEX wisselen EU-lidstaten en de Europese Commissie razendsnel informatie uit over onveilige producten en genomen maatregelen (zoals recalls of veiligheidswaarschuwingen). In Nederland meldt de NVWA – na ontvangst van een bedrijfsmelding of eigen constatering – gevaarlijke producten in dit systeem. Andere lidstaten kunnen daarop maatregelen nemen als het product ook daar op de markt is.
RAPEX (inmiddels via het online platform Safety Gate) zorgt zo voor EU-brede coördinatie van terugroepacties en waarschuwingen. Daarnaast bestaat er voor voedsel een apart meldsysteem (RASFF), maar voor consumentenproducten is RAPEX het relevante systeem. Ook Verordening (EG) 765/2008 (Market Surveillance) heeft de toepassing van RAPEX uitgebreid, zodat ook bepaalde professionele producten en harmonisatiewetgeving hieronder vallen. Voor ondernemingen betekent dit dat een melding/recall in Nederland niet onder de radar blijft: via RAPEX kan een recall internationale gevolgen hebben (bijvoorbeeld dat een product ook uit buitenlandse schappen wordt gehaald).
Vrijwillige versus verplichte recalls en de rol van de NVWA
Vrijwillige recall (terugroepactie)
In de meeste gevallen neemt een producent of importeur zelf het initiatief tot een recall zodra een serieus veiligheidsprobleem aan het licht komt. Het bedrijf besluit dan uit eigen beweging bepaalde producten uit voorzorg terug te halen, vaak na interne tests of consumentenklachten. Zo’n vrijwillige terugroepactie toont dat de onderneming haar verantwoordelijkheid neemt en kan verdere schade beperken. Wel geldt ook bij een vrijwillige recall een wettelijke meldplicht aan de NVWA: het bedrijf moet de autoriteit informeren over het gevaar en de actie die ondernomen wordt. De NVWA zal een vrijwillige recall doorgaans positief begeleiden – bijvoorbeeld door de waarschuwing op haar website te publiceren – en toezicht houden op de uitvoering, maar de initiërende verantwoordelijkheid ligt bij het bedrijf (producent/importeur). Vrijwillige recalls komen bijvoorbeeld voor als tijdens de productie een fout wordt ontdekt of als achteraf blijkt dat een productnorm niet werd gehaald. Het bedrijf mag (en moet) dan proactief optreden om consumenten te waarschuwen en producten terug te halen.
Verplichte recall
Een terugroepactie kan ook door de toezichthouder worden afgedwongen. De NVWA (namens de minister) kan hiertoe besluiten als zij daartoe redenen ziet, bijvoorbeeld na consumentenklachten of inspecties die een acuut veiligheidsrisico aantonen. Juridisch gezien wordt dit vormgegeven via een last onder bestuursdwang of dwangsom op grond van de Warenwet (art. 21 jo. art. 32) waarbij het bedrijf wordt gelast bepaalde maatregelen te nemen, zoals het publiekelijk waarschuwen en uit de handel halen van het product. Het is belangrijk te beseffen dat een recall-plicht eigenlijk van rechtswege al op de producent rust op grond van de wet; de NVWA hoeft in principe geen apart bevel te geven om een recall “op te leggen”. In de woorden van een specialist: “De recall is in juridische zin geen bevoegdheid van de NVWA, maar een verplichting van rechtswege die rust op de producent”.
Pas als de producent verzaakt of weigert vrijwillig te acteren, grijpt de NVWA in met een bindend besluit. In de praktijk zal de NVWA eerst proberen in overleg een vrijwillige terugroepactie te laten uitvoeren. Indien het bedrijf niet adequaat optreedt en er blijft gevaar bestaan, kan de NVWA vervolgens handhavend optreden (eventueel het bedrijf stilleggen of producten in beslag nemen) en via bestuursdwang de recall afdwingen. Bij een verplichte recall zal de NVWA strikt toezien op de inhoud en verspreiding van de waarschuwing, de effectuering van het uit de markt halen, enzovoort. Het niet (tijdig) gehoorzamen aan een opgelegde recall is een overtreding die kan leiden tot hoge boetes en verdere dwangmaatregelen.
Betrokkenheid NVWA bij een product recall
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit speelt bij beide vormen van recall een centrale rol als toezichthouder op productveiligheid. De NVWA is bevoegd om: (a) meldingen van onveilige producten te ontvangen en te onderzoeken; (b) zelf markttoezicht uit te oefenen (inspecties, productcontroles); en (c) maatregelen op te leggen of te coördineren. Bij vrijwillige recalls beperkt de NVWA zich tot toezicht en ondersteuning – zij publiceert bijvoorbeeld de veiligheidswaarschuwing op haar website en informeert via RAPEX andere landen.
Bij verplichte recalls is de NVWA de initiërende handhavingsautoriteit: zij stelt dan formeel via een beschikking dat het product onveilig is en dat het bedrijf specifieke acties moet uitvoeren (waarschuwen, terughalen, vernietigen, etc.), op straffe van dwangmiddelen. In alle gevallen moet de NVWA op de hoogte worden gebracht van het risico. Samengevat: een vrijwillige recall is meestal door het bedrijf geïnitieerd (maar gemeld bij NVWA), terwijl een verplichte recall een door NVWA afgedwongen terughaalactie is in het kader van haar wettelijke handhavingstaak. Overigens blijven ook bij een verplichte recall de uitvoerende handelingen bij de fabrikant/importeur liggen – de NVWA treedt coördinerend en controlerend op, niet als uitvoerder van de recall zelf.
Rol van producenten, importeurs en distributeurs bij product recalls
In de productveiligheidsregelgeving hebben verschillende partijen in de toeleveringsketen eigen verplichtingen:
- Producent (fabrikant): De fabrikant (of diens gemachtigde binnen de EU) is primair verantwoordelijk voor het ontwerpen en vervaardigen van veilige producten. Hij moet risico’s identificeren, producttests uitvoeren, voldoen aan alle veiligheids- en etiketteringsnormen, en voorzien in adequate gebruiksaanwijzingen. Indien later blijkt dat een product toch onveilig is, rust op de producent de plicht tot nadere risicoanalyse en het nemen van corrigerende maatregelen (zoals een waarschuwing, modificatie, terugroeping). De producent moet ook zorg dragen voor traceerbaarheid (bijv. serienummers, productiepartijen) en een klachtenregistratie bijhouden om signalen van gebreken tijdig op te pikken. In het juridische kader (GPSD, Warenwet) wordt een importeur van buiten de EU gelijkgesteld aan een producent, omdat hij als eerste in de EU het product in de handel brengt en daarmee invloed heeft op de productveiligheid.
- Importeur: In EU-termen is de importeur meestal de entiteit die een product van buiten de EU invoert en op de EU-markt plaatst. Zoals gezegd wordt deze importeur juridisch beschouwd als producent (eerste schakel), met bijbehorende verantwoordelijkheden voor veiligheid en informatievoorziening. De importeur moet bijvoorbeeld controleren of de buitenlandse fabrikant voldoet aan EU-veiligheidseisen, of er een CE-markering (indien van toepassing) is, en of documentatie beschikbaar is (zoals EU-conformiteitsverklaring, technisch dossier). Bij een recall moet de importeur actief meewerken aan het informeren van afnemers en terughalen van producten.
- Distributeur (groothandel/retail): Distributeurs, zoals groothandels en winkels, moeten er zorg voor dragen dat zij geen producten verhandelen die zij weten of vermoeden onveilig te zijn. Hun rol is met name om informatie door de keten te communiceren. Concreet: als een distributeur van een leverancier verneemt dat een product gevaarlijk is, moet hij dat bericht direct doorgeven aan zijn afnemers (bijv. winkels) of, als hij aan eindafnemers levert, mogelijk direct aan klanten of de NVWA. Omgekeerd moeten distributeurs informatie van consumenten (klachten, incidenten) onmiddellijk terugrapporteren aan de producent of importeur. De distributeur heeft meestal niet de technische kennis van het productontwerp, maar wel de verantwoordelijkheid om mee te werken aan traceerbaarheid en terughaalacties. Zo zal een distributeur bij een recall zijn voorraad uit de schappen halen en de producent voorzien van de verkoopgegevens zodat klanten benaderd kunnen worden.
- Detailhandelaar: De detailhandel (winkels) valt in principe onder de brede noemer van distributeur. Hun specifieke verplichting is om consumentenklachten of aanwijzingen van onveiligheid onverwijld te escaleren naar hun leverancier of rechtstreeks naar de fabrikant/importeur. Bij een terugroepactie moeten detailhandelaars stoppen met verkoop, posters ophangen in winkels of informatie op hun website zetten, en meewerken aan het terugnemen van producten van consumenten.
Alle schakels in de keten moeten dus veilige producten leveren en kunnen te maken krijgen met maatregelen om risico’s te beheersen. Van belang is onderlinge communicatie: wanneer één partij (bijv. de fabrikant) een melding doet bij de NVWA, dient hij ook de andere schakels te informeren, zodat iedereen zijn rol kan vervullen. Men kan onderling afspreken wie de officiële melding doet (soms meldt de producent namens de keten), maar dit ontslaat de anderen niet van hun meldplicht als zij als eerste het gevaar constateren. Kortom, producenten richten zich op risico-evaluatie en actie, distributeurs op het doorgeven van informatie en het praktisch uit de handel nemen van producten, en importeurs fungeren als producent in verantwoordelijkheden.
Naast deze bestuursrechtelijke plichten is het goed te beseffen dat producenten ook privaatrechtelijk aansprakelijk kunnen zijn voor schade door een product (productaansprakelijkheid op grond van art. 6:185 e.v. BW). Een terugroepactie zal die aansprakelijkheid niet uitsluiten, maar kan wel de schade beperken en toont aan dat de producent er alles aan doet om gevaar te voorkomen. Dit onderstreept nogmaals het belang voor alle betrokken partijen om bij een mogelijk onveilig product meteen in actie te komen en samen te werken.
Stappenplan bij een productterugroepactie (non-food)
Wanneer een bedrijf geconfronteerd wordt met een (mogelijk) onveilig consumentenproduct, moeten zij gestructureerd te werk gaan. Onderstaand stappenplan geeft een concreet overzicht van de te nemen stappen, gebaseerd op wettelijke verplichtingen en best practices:
- Inventariseer het probleem en beoordeel het risico: Zodra er signalen zijn dat een product onveilig kan zijn (bijv. interne kwaliteitstest, klachten van consumenten, ongevallen), moet de fabrikant of importeur een risicobeoordeling uitvoeren. Breng in kaart wat het gevaar inhoudt (bijv. verstikkingsgevaar, brandgevaar, chemisch risico) en hoe ernstig en waarschijnlijk het risico is voor de gebruiker. Raadpleeg waar nodig experts of keuringsinstanties. Leg tevens vast welke wettelijke veiligheidsnormen of specificaties het product mogelijk schendt. Deze eerste analyse bepaalt of een terugroepactie nodig is en hoe urgent maatregelen zijn. Als vuistregel: bij een ernstig risico voor de gezondheid of veiligheid van consumenten is onmiddellijk ingrijpen geboden, inclusief het voorbereiden van een recall.
- Identificeer het betrokken product en traceer de distributie: Bepaal precies om welk product (of partij) het gaat. Noteer het producttype, model, batchnummer, productiecode en relevante identificatiekenmerken. Zoek uit hoeveel stuks zijn geproduceerd en vanaf wanneer tot wanneer ze verkocht zijn. Cruciaal is het traceren van de productstroom: waar bevinden de producten zich nu? Zijn ze nog in de fabriek, bij groothandel, in winkels, of al bij consumenten? Deze traceerbaarheid is vaak mogelijk via administraties (leveringsbonnen, magazijnvoorraden, verkoopaantallen per afnemer). Als u bijvoorbeeld importeur bent, neem contact op met de fabrikant voor informatie over mogelijk getroffen series. Dit onderzoek legt de scope van de terugroepactie vast. Indien uit deze stap blijkt dat het product nog niet bij consumenten in huis is (alleen in magazijn/winkel), dan kan men een stille terugroepactie uitvoeren: feitelijk het product uit de distributieketen halen voordat de consument het koopt. Dit wordt officieel gezien als het “staken van de handel” en niet als een publieke recall, maar ook in dat geval moet de NVWA op de hoogte gesteld worden van het onveilige product.
- Stop de verkoop en quarantaineer de voorraad: Zet onmiddellijk een verkoop- en distributiestop in werking voor het betreffende product. Instrueer alle distributeurs, detailhandelaren en eventuele webshops per direct te stoppen met de verkoop van het gevaarlijke artikel. Haal beschikbare voorraad uit de schappen (of laat dit doen door uw afnemers) en plaats de producten apart (quarantaine) zodat ze niet per abuis toch verkocht of verzonden worden. Bij online verkoop zorgt u dat het product offline gehaald wordt (verwijder het van websites). Deze stap voorkomt dat het probleem verergert terwijl u de recall voorbereidt. Documenteer ook deze acties, voor het dossier richting toezichthouders en als bewijs van uw adequaat handelen. In deze fase kunt u intern alvast een team samenstellen (kwaliteit, legal, PR) dat de terugroepactie gaat coördineren.
- Meld het onveilige product bij de autoriteiten (NVWA): Volgens de wet moet u, zodra duidelijk is dat het product een serieus gevaar oplevert, onverwijld melding doen bij de bevoegde toezichthouder. In Nederland betekent dit: melding bij de NVWA. Voor non-food consumentenproducten gebeurt dit via de online Business Gateway van de Europese Commissie (Safety Business Gateway). De melding omvat informatie over het product en het geconstateerde gevaar, evenals de (voorgenomen) maatregelen. Concreet vraagt de NVWA/EC om: een beschrijving van het risico, reeds ontvangen klachten of incidenten, aantallen en distributie, en welke acties het bedrijf al ondernomen heeft (bijv. veiligheidswaarschuwing uitgegeven, vrijwillige terugroepactie gestart). Ook de productidentificatiegegevens uit stap 2 moeten worden doorgegeven. Zorg dat u alle relevante feiten paraat hebt. Let op: Deze meldplicht is wettelijk afdwingbaar – niet melden is een overtreding – en kan resulteren in boetes of een proces-verbaal. Meld daarom tijdig en eerlijk. U ontvangt doorgaans een bevestiging en de NVWA kan contact opnemen voor nadere instructies. Overigens moeten alle betrokken bedrijven in de keten melden; in de praktijk volstaat één melding namens allen, maar controleer onderling dat dit gebeurd is. Bewaar een kopie van de melding en eventuele correspondentie met NVWA.
- Voer corrigerende maatregelen uit – vrijwillig of in opdracht: Na de melding moet het bedrijf passende maatregelen nemen om het risico weg te nemen. In vrijwel alle gevallen komt dit neer op het terugroepen (recall) van producten die al bij consumenten terecht zijn gekomen, of tenminste het waarschuwen van consumenten. Als u als producent/importeur zelf tot recall besluit (vrijwillige recall), gaat u direct aan de slag met stap 6 en verder. U laat daarmee ook aan de NVWA zien dat u verantwoordelijkheid neemt. Heeft de NVWA u officieel een last opgelegd tot terugroepen (verplichte recall), dan dient u eveneens onderstaande stappen te doorlopen, onder streng toezicht van de NVWA. In beide gevallen is het doel hetzelfde: consumenten zo snel mogelijk informeren over het gevaar en het product uit de markt halen. NB: Soms volstaat een minder vergaande maatregel dan volledige recall, bijvoorbeeld een reparatieprogramma of omruilactie (bij een relatief eenvoudig te verhelpen gebrek). Dit gebeurt in overleg met/toestemming van de toezichthouder. Maar bij acute gevaren zal vrijwel altijd een consumentenwaarschuwing en terughalen vereist zijn.
- Informeer handelspartners en haal producten uit de markt: Breng direct alle schakels in de distributieketen op de hoogte van de terugroepactie. Neem contact op met groothandels, detaillisten, winkelketens, platformen waar het product is verkocht, etc. en geef duidelijke instructies: het product mag niet langer verkocht of aangeboden worden en alle voorraad bij hen moet uit de schappen en terug naar u als producent/importeur. Deze interne terughaalactie bij de tussenhandel is essentieel om te voorkomen dat nog meer consumenten het product kopen. Coördineer de logistiek voor retourzending van voorraden uit winkels en magazijnen. Documenteer welke aantallen bij elk kanaal uit de handel zijn gehaald. Indien u over contactgegevens van eindklanten beschikt (bijvoorbeeld bij directe online verkoop), begin hen al persoonlijk te benaderen (per e-mail/brief) met het verzoek het product niet meer te gebruiken en terug te sturen – dit vormt een gerichte eerste consumentenwaarschuwing. Maak afspraken met uw distributeurs over wie de consumentencommunicatie op zich neemt (veelal doet de fabrikant dit centraal, waarbij winkeliers eventueel doorverwijzen of hun klantenlijst delen).
- Waarschuw consumenten publiekelijk: Een cruciale stap bij een recall is het uitbrengen van een veiligheidswaarschuwing naar het brede publiek. Hiermee roept u consumenten op om het product niet langer te gebruiken en het terug te brengen of anderszins onschadelijk te maken. Gebruik zoveel mogelijk kanalen om de waarschuwing te verspreiden: bijvoorbeeld een persbericht (zodat media het oppikken), een prominent bericht op uw eigen website, berichten via sociale media, en melding op platforms waar het product verkocht is. In Nederland is het gebruikelijk (en verstandig) om de NVWA te vragen de waarschuwing op haar website te publiceren – de NVWA heeft een speciale pagina “Veiligheidswaarschuwingen” waar consumenten alle actuele recalls kunnen zien. Zorg dat de waarschuwing voldoet aan alle eisen voor zo’n bekendmaking. De NVWA stelt bijvoorbeeld als richtlijn dat bovenaan duidelijk “Belangrijke veiligheidswaarschuwing” staat. Verder moet de tekst ten minste bevatten: welk product het betreft (naam, model, afbeelding), wat er mis is (de aard van het gevaar), wat consumenten moeten doen (bijv. onmiddellijk buiten gebruik stellen en terugbrengen), en waar ze terechtkunnen voor verdere informatie of teruggave. Ook moet u vermelden waar en wanneer het product verkocht is (zodat consumenten kunnen inschatten of het hun exemplaar betreft). De waarschuwing dient in het Nederlands te zijn opgesteld (en in andere talen voor andere landen waar het product is verkocht). Houd de boodschap helder en beknopt, en geef een contactpunt (telefoonnummer, e-mail, website) waar consumenten vragen kunnen stellen. Tip: Bekijk op de NVWA-site voorbeelden van andere recalls om de toon en inhoud te bepalen. De NVWA heeft ook richtsnoeren gepubliceerd voor de communicatie rondom recalls. Zodra de waarschuwing uit is, monitort u de respons (komen er veel vragen binnen, hoeveel producten worden teruggebracht, etc.) en stuurt u zo nodig de communicatie bij (bijvoorbeeld herhaalde oproepen via social media voor nog niet bereikte klanten).
Voorbeeld van een consumentenwaarschuwing: de producent GRIMM’s riep in 2025 een houten pincet terug omdat een onderdeel kon loskomen en verstikkingsgevaar opleverde. Het bedrijf waarschuwde publiekelijk om dit speelgoed niet meer te gebruiken en bood consumenten een oplossing aan.
- Bied consumenten een oplossing (vergoeding, reparatie of vervanging): Een recall draait niet alleen om het waarschuwen, maar ook om het wegnemen van het gevaar bij de consumenten die het product al hebben. U moet consumenten dus de mogelijkheid geven het onveilige product kwijt te raken en hier compensatie voor te krijgen. Wettelijk is een fabrikant/verkoper verplicht tot kosteloos herstel, vervanging of terugbetaling bij een gebrekkig (onveilig) product. In het kader van een recall schrijft de NVWA voor dat minstens twee van de volgende drie opties aan consumenten aangeboden worden: (1) gratis reparatie van het product (indien het defect te verhelpen is), (2) een gelijkwaardig vervangend product dat wel veilig is, of (3) restitutie van de aankoopprijs. In de praktijk kiezen veel bedrijven ervoor om direct volledige terugbetaling of omwisseling te bieden, omdat reparatie bij veiligheidsgebreken niet altijd zinvol is. Belangrijk is dat het voor de consument geen enkel ongemak of kostenpost oplevert om aan de recall deel te nemen. Dit betekent: gratis retourzending (of een adres waar men het kosteloos kan inleveren) en eventueel opsturen van een vervangend product zonder verzendkosten. Als het item groot of niet per post te sturen is (bv. een apparaat), zorg dan dat u een ophaalservice aanbiedt. Vermeld deze praktischheden duidelijk in de waarschuwing. Mocht reparatie of omruiling niet binnen redelijke tijd mogelijk zijn, dan heeft de consument altijd recht op teruggave van zijn geld. Door coulant met compensatie om te gaan voorkomt u niet alleen wettelijke claims, maar ook boosheid bij het publiek.
- Verzamel en verwerk de teruggekomen producten: Zorg voor een veilige afhandeling van de geretourneerde producten. In logistiek opzicht moet u voorbereid zijn om mogelijk grote aantallen teruggezonden artikelen te ontvangen. Richt een centraal inzamelpunt in (magazijn of depot) en administreer hoeveel producten van consumenten en winkels terugkomen. Sla de teruggekomen goederen veilig op, zodanig dat het bekende risico geen verder gevaar oplevert (bijv. ontlaad batterijen als brandgevaar dreigt, of houd chemische producten gescheiden). Vervolgens moet besloten worden wat ermee gebeurt: vaak zullen producten met een veiligheidsgebrek worden vernietigd. Volg daarbij de milieuregels en voer het afval veilig af (schakel gecertificeerde vernietigingsbedrijven in indien nodig). In sommige gevallen kan een product na reparatie of modificatie weer veilig worden gemaakt; dit zou in overleg met de NVWA kunnen gebeuren, waarna het eventueel opnieuw op de markt mag (of voor onderdelen wordt gebruikt). Volg altijd de aanwijzingen van de toezichthouder in deze fase. De NVWA kan bijvoorbeeld eisen dat u bewijs van vernietiging levert of dat eerst een oorzaakonderzoek wordt afgerond. Houd de NVWA op de hoogte van uw voortgang en overleg als u bepaalde producten wilt testen om de oorzaak van het defect te achterhalen – soms is dit nodig om rapportage richting de autoriteiten te doen of toekomstige risico’s te voorkomen.
- Evalueer de recall en voorkom herhaling: Nadat de acute fase voorbij is, is het voor het bedrijf van belang lering te trekken. Analyseer hoe het gevaar heeft kunnen ontstaan en neem zo nodig preventieve maatregelen (aanpassingen in ontwerp, productieproces, kwaliteitscontrole) om soortgelijke gebreken in de toekomst te voorkomen. Overweeg of interne procedures voor productveiligheid verbeterd kunnen worden. Werk het incident netjes af door ook uw verzekeraar en juridische adviseurs te informeren (als dat niet al vanaf begin is gebeurd) – veel bedrijven hebben een recall-verzekering die kosten dekt, mits de recall correct is uitgevoerd. Daarnaast moet u voorbereid zijn op eventuele schadeclaims van consumenten die schade hebben geleden door het product. Hoewel productaansprakelijkheid los staat van de recall-verplichting, kan een goed uitgevoerde recall de schade beperkt houden en laat het zien dat u als producent zorgvuldig handelt. In sommige gevallen kiezen bedrijven ervoor kleine schadeclaims coulant te behandelen (snel vergoeden) om verdere reputatieschade of procedures te voorkomen. Tot slot, zorg dat alle verplichtingen jegens de autoriteiten zijn nagekomen: stuur eventueel een eindrapport naar de NVWA over het verloop van de terugroepactie (aantal teruggebrachte items, oorzaak en gevolgtrekkingen, etc.) als daarom is gevraagd, en bewaar uw administratie hiervan minimaal 10 jaar (zoals wettelijk vereist is voor productinformatie). Een degelijke afsluiting en evaluatie zetten de toon voor vertrouwen van zowel toezichthouder als consumenten in uw bedrijf na het incident.
Het bovenstaande stappenplan is in lijn met de leidraad van de NVWA en Europese gidsen voor terugroepacties, en zou onderdeel moeten zijn van elk intern recall-plan van ondernemingen.
Voorbeelden en jurisprudentie
Recalls van consumentenproducten komen regelmatig voor, variërend van speelgoed en elektronica tot voedsel en auto’s. Een bekend voorbeeld van een vrijwillige recall was de grootschalige terugroepactie van Samsung’s Galaxy Note 7 smartphones in 2016, toen batterijfouten tot brandgevaar leidden – Samsung haalde op eigen initiatief wereldwijd miljoenen toestellen terug. Dergelijke vrijwillige acties tonen daadkracht, al leiden ze tot hoge kosten. Recent in Nederland zien we wekelijks veiligheidswaarschuwingen: bijvoorbeeld in mei 2025 heeft speelgoedfabrikant GRIMM’s een houten pincet (onderdeel van een speelgoedset) teruggeroepen wegens verstikkingsgevaar – een rubberen koord kon losschieten waardoor een klein onderdeel vrijkwam. In de publieke waarschuwing riep GRIMM’s consumenten op het product niet meer te gebruiken en kosteloos te retourneren, en bood het een vervangend veilig product aan. De NVWA publiceerde deze waarschuwing op haar site en het product verscheen in het Europese Safety Gate (RAPEX) meldsysteem, zodat ook andere landen gewaarschuwd werden.
Een voorbeeld van een verplichte (afgedwongen) recall is uitzonderlijk, maar jurisprudentie laat zien dat het voorkomt. In een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam (voorzieningenrechter) van 11 mei 2017 is een door de NVWA opgelegde recall tijdelijk geschorst. In die zaak had de NVWA via een besluit de ondernemer verplicht tot een terugroepactie, maar de rechter oordeelde in kort geding dat de grondslag en motivering nader onderzocht moesten worden, waardoor de recall verplichting werd uitgesteld. Deze zaak (ECLI\:NL\:RBROT:2017:3571) illustreert dat een NVWA-bevel tot recall voor de rechter toetsbaar is – de NVWA moet kunnen aantonen dat aan de wettelijke criteria is voldaan (ernstig en onmiddellijk gevaar, proportionaliteit van de maatregel, etc.). Uiteindelijk dienen dit soort procedures zelden om de recall tegen te houden (de veiligheid gaat voor), maar ze kunnen gaan over detailpunten zoals de inhoud van de waarschuwing of de reikwijdte van de terugroepactie. Over het algemeen is de trend dat het aantal recalls stijgt, mede door strengere regelgeving en beter toezicht. Zo nam in de jaren 2010 het aantal terugroepacties toe door verscherpte normen en de toestroom van producten uit landen met soms lagere veiligheidsstandaarden.
Jurisprudentie over aansprakelijkheid en recalls
Nederlandse civiele uitspraken specifiek over recalls zijn schaars, omdat een recall vaak juist bedoeld is om aansprakelijkheidskwesties vóór te zijn. Wel is in productaansprakelijkheidszaken een uitgevoerde (of nagelaten) recall soms een factor. Bijvoorbeeld: als een producent naliet een bekend gevaar tijdig te melden of een recall te doen, kan dat bij een schadeclaim wegens een ondeugdelijk product worden gezien als verzwaring van zijn schuld. Andersom kan een voortvarende recall wellicht reputatieschade beperken, maar het blijft geen vrijwaring voor aansprakelijkheid. In bestuursrechtelijke zin zijn er uitspraken over boetes voor het niet voldoen aan meldplichten. Zo bevestigde de Rechtbank Rotterdam (ECLI\:NL\:RBROT:2021:6494) een boete die de NVWA aan een bedrijf had opgelegd wegens het te laat melden van een gevaarlijk product – elke schakel die wist of had moeten weten van het risico droeg meldplicht, en nalatigheid daarop werd beboet.
Advocatenkantoor gespecialiseerd in product recalls
Tot slot zij opgemerkt dat producenten er goed aan doen vooraf een terugroepactieplan en verzekering te hebben. Dit plan bevat interne procedures (wie beslist, hoe te communiceren) en checklists die overeenkomen met bovengenoemd stappenplan. Zo’n voorbereiding, gecombineerd met kennis van de wettelijke verplichtingen, zorgt dat men bij een incident snel en correct kan handelen – in het belang van consumentenveiligheid én ter beperking van juridische risico’s.