Email  |   +31 20 – 210 31 38  |    DE    |    EN

Verbintenissenrecht

blokje-maak-1-1.png

Transportrecht en vervoer

Transportrecht omvat alle juridische regelgeving rond het vervoer van goederen en personen via weg, water, spoor en lucht. Dit rechtsgebied regelt aansprakelijkheid, vervoersovereenkomsten, expeditie, opslag en de rechten van alle partijen in de logistieke keten volgens het Burgerlijk Wetboek en internationale verdragen zoals het CMR-verdrag.

Het Nederlandse transportrecht vormt de juridische ruggengraat van één van de belangrijkste economische sectoren. Met Rotterdam als grootste Europese haven en een strategische ligging speelt Nederland een cruciale rol in internationale handel. Transportondernemingen, expediteurs en verladers hebben dagelijks te maken met complexe juridische vraagstukken die snel moeten worden opgelost om stilstand te voorkomen. Ladingschade, contractbreuk of aansprakelijkheidskwesties kunnen binnen enkele uren leiden tot aanzienlijke financiële schade.

De sector kenmerkt zich door een dynamisch karakter waarin contracten vaak onder tijdsdruk worden gesloten. Daarom is kennis van de juridische kaders essentieel. Dit artikel biedt u inzicht in de belangrijkste aspecten van transportrecht, van vervoersovereenkomsten tot aansprakelijkheid en van expeditie tot internationale regelgeving.

Welke rechtsgebieden vallen onder transportrecht?

Transportrecht bestaat uit meerdere juridische disciplines: vervoersrecht (wegvervoer, binnenvaart, zeevaart, luchtvaart), expeditierecht, opslagrecht, douanerecht en aansprakelijkheidsrecht. Elk vervoersmodaliteit kent eigen wettelijke kaders zoals het CMR-verdrag voor wegvervoer en het Verdrag van Montreal voor luchtvervoer.

Wegvervoer valt onder het CMR-verdrag (Convention relative au contrat de transport international de Marchandises par Route), dat de aansprakelijkheid van vervoerders regelt. Dit verdrag geldt automatisch bij internationaal wegvervoer en beperkt de aansprakelijkheid tot maximaal 8,33 SDR per kilogram beschadigde of vermiste lading. Daarnaast spelen de Algemene Vervoersvoorwaarden (AVC) een rol bij binnenlands vervoer.

Binnenvaart wordt geregeld door het CMNI-verdrag, terwijl zeevaart onder internationale verdragen zoals de Hague-Visby Rules valt. Luchtvervoer kent het Verdrag van Montreal als juridisch kader. Iedere modaliteit heeft specifieke regels voor aansprakelijkheid, verzekering en geschilbeslechting.

Expeditierecht regelt de positie van de expediteur die namens de opdrachtgever vervoersopdrachten regelt. De Nederlandse Expeditievoorwaarden (FENEX) bepalen meestal de juridische verhoudingen. Douanerecht speelt een cruciale rol bij grensoverschrijdend transport, met strikte regels voor aangifteplicht en productregelgeving volgens het Douanewetboek van de Unie.

Aansprakelijkheidsrecht bepaalt wie verantwoordelijk is voor schade tijdens transport. Verschil bestaat tussen contractuele aansprakelijkheid (tussen partijen met een overeenkomst) en buitencontractuele aansprakelijkheid (zoals verkeersongevallen). Verzekeringsrecht vormt een belangrijk aanvullend rechtsgebied, aangezien transportverzekeringen vaak complexe clausules bevatten over dekking en uitsluitingen.

Hoe werkt een vervoersovereenkomst juridisch?

Een vervoersovereenkomst ontstaat wanneer een vervoerder zich verbindt goederen of personen te vervoeren tegen betaling. Volgens artikel 8:1100 BW en artikel 8:1690 BW voor goederenvervoer ontstaat deze overeenkomst zodra beide partijen overeenstemming bereiken over vervoer, lading en prijs.

Bij goederenvervoer moet de vervoerder de goederen binnen 8 dagen onbeschadigd afleveren op de overeengekomen bestemming. De afzender heeft verplichtingen zoals correcte aanlevering, juiste documentatie en tijdige informatie over gevaarlijke stoffen. Een vrachtbrief of elektronisch verzendformulier dient als bewijs van de vervoersovereenkomst.

Algemene voorwaarden spelen een belangrijke rol. Vervoerders hanteren vaak standaardvoorwaarden zoals de AVC of FENEX-voorwaarden die aansprakelijkheid beperken. Deze voorwaarden moeten volgens artikel 6:233 BW duidelijk zijn overeengekomen en mogen geen onredelijk bezwarende clausules bevatten volgens de regels voor algemene voorwaarden.

Praktijkvoorbeeld: Een transportbedrijf uit Rotterdam accepteert een opdracht voor het vervoeren van 15.000 kg electronica naar Duitsland voor € 2.500. Tijdens het transport ontstaat brand door een technisch defect aan de vrachtwagen, waardoor de lading volledig verloren gaat. De waarde bedraagt € 180.000. Op basis van het CMR-verdrag is de aansprakelijkheid echter beperkt tot maximaal 8,33 SDR per kilogram, wat neerkomt op ongeveer € 140.000. De verlader had een aanvullende transportverzekering moeten afsluiten.

Vervoersopdrachten kunnen worden uitbesteed aan ondervervoerders. De hoofdvervoerder blijft echter aansprakelijk tegenover de opdrachtgever. Bij identiteitsfraude op digitale vervoersplatforms ontstaan juridische problemen wanneer een ondervervoerder met valse identiteit verdwijnt met waardevolle lading.

Wat is het verschil tussen vervoerder en expediteur?

Een vervoerder voert het fysieke transport uit en draagt risico voor de lading, terwijl een expediteur namens de opdrachtgever vervoersopdrachten organiseert zonder zelf te vervoeren. Expediteurs hebben volgens artikel 8:60 BW een zorgplicht maar beperktere aansprakelijkheid dan vervoerders.

Vervoerders zijn aansprakelijk voor schade vanaf het moment van inontvangstneming tot aflevering. Deze aansprakelijkheid is sterk gereguleerd in internationale verdragen. Een vervoerder kan zich slechts onder strikte voorwaarden exonereren, bijvoorbeeld bij overmacht of gebreken aan de lading zelf.

Expediteurs organiseren transportketens, selecteren vervoerders en regelen douaneformaliteiten. Zij treden op als tussenpersoon en krijgen volgens de FENEX-voorwaarden meestal een lagere aansprakelijkheid dan vervoerders. De Nederlandse Expeditievoorwaarden beperken aansprakelijkheid tot 2 SDR per kilogram of maximaal € 3.500 per gebeurtenis, tenzij bijzondere afspraken gelden.

Douane-expediteurs hebben een specifieke rol bij grensoverschrijdend transport. Zij verzorgen de douaneaangifte en zijn verantwoordelijk voor correcte informatie. Bij onjuiste aangifte kunnen zowel de expediteur als de opdrachtgever aansprakelijk zijn voor douaneschulden en boetes volgens de Algemene douanewet.

Opslagbedrijven vormen een derde categorie. Zij bewaren goederen en hebben een bewaarnemer-plicht volgens artikel 7:600 BW. Deze plicht omvat zorgvuldige bewaring, administratie en afgifte alleen aan de rechthebbende. Retentierecht kan ontstaan wanneer opslagkosten niet worden betaald.

Welke aansprakelijkheidsregels gelden bij ladingschade?

Bij ladingschade hangt aansprakelijkheid af van het vervoersmodaliteit en toepasselijke verdrag. Het CMR-verdrag voor wegvervoer kent strikte aansprakelijkheid met beperkte exoneratiemogelijkheden en een maximumvergoeding van 8,33 SDR per kilogram beschadigde lading volgens artikel 23 CMR.

Vervoerders dragen het bewijsrisico. Zij moeten aantonen dat schade ontstond door een van de limitatieve exoneratiegronden: handeling van de rechthebbende, gebrek aan de goederen zelf, overmacht of bijzondere gevaren bij bepaalde goederensoorten. Deze bewijslast ligt zwaar, waardoor vervoerders in 75% van de schadegevallen aansprakelijk blijven.

Termijnen zijn cruciaal. Schade moet binnen 7 dagen na aflevering schriftelijk worden gemeld aan de vervoerder. Bij vertraging geldt een termijn van 21 dagen. Zonder tijdige melding vervalt vaak het recht op schadevergoeding, tenzij de vervoerder te kwader trouw handelde.

Onderverzekering vormt een veelvoorkomend probleem. Omdat de CMR-aansprakelijkheid beperkt is, blijft een aanzienlijk deel van de schade vaak ongedekt. Verladers kunnen aanvullende transportverzekering afsluiten om het verschil tussen werkelijke waarde en CMR-vergoeding te dekken. Premies bedragen meestal tussen 0,1% en 0,5% van de ladingwaarde.

Statistiek: Onderzoek toont aan dat ongeveer 60% van de transportschades wordt veroorzaakt door onvoldoende verpakking of stuwen, 25% door verkeersongevallen en 15% door diefstal of vandalisme. Preventieve maatregelen zoals GPS-tracking en adequate verpakking reduceren het schadebedrag met gemiddeld 40%.

Bij multimodaal transport (combinatie van vervoersmodaliteiten) geldt het toepasselijke verdrag voor de fase waarin schade ontstond. Bewijs van het exacte moment van schade is daarom essentieel. Expediteurs die multimodale vervoersopdrachten organiseren, kunnen in hun algemene voorwaarden uniforme regels opnemen.

Hoe regelt u vervoersovereenkomsten met internationale partijen?

Internationale vervoerscontracten vereisen heldere afspraken over toepasselijk recht, bevoegde rechter en vervoersvoorwaarden. Het CMR-verdrag geldt automatisch bij grensoverschrijdend wegvervoer tussen verdragslanden, maar aanvullende contractuele afspraken over bijvoorbeeld betaling en termijnen blijven essentieel.

Incoterms bepalen wie verantwoordelijk is voor transport, verzekering en risico-overgang. Bij EXW (Ex Works) draagt de koper alle risico vanaf het ophalen, terwijl bij DDP (Delivered Duty Paid) de verkoper verantwoordelijk blijft tot levering op bestemming. Circa 85% van de internationale handelstransacties gebruikt Incoterms om misverstanden te voorkomen.

Keuze voor toepasselijk recht beïnvloedt juridische positie. Partijen kunnen kiezen voor Nederlands recht, maar bij ontbreken van rechtskeuze bepaalt het Rome I-verdrag welk recht van toepassing is. Dit verdrag koppelt de overeenkomst meestal aan het land waar de dienstverlener zijn hoofdvestiging heeft.

Forumkeuze regelt welke rechter bevoegd is bij geschillen. Bedrijven kiezen vaak voor arbitrage via gespecialiseerde instanties zoals de Raad van Arbitrage voor de Transportbedrijven. Arbitrage biedt snelheid, vertrouwelijkheid en enforcement via het New York Verdrag in meer dan 160 landen.

Betalingsvoorwaarden verdienen extra aandacht. Vooruitbetaling of bankgaranties beschermen tegen wanbetaling. Documentaire kredieten via banken bieden zekerheid dat betaling plaatsvindt zodra transportdocumenten worden overgelegd. Deze methode wordt gebruikt bij ongeveer 15% van de internationale handelstransacties met onbekende partijen.

Sanctierecht speelt een toenemende rol. Europese en Amerikaanse sancties tegen bepaalde landen verbieden vaak transport van specifieke goederen. Overtreding leidt tot strafrechtelijke vervolging en hoge boetes. Vervoerders moeten vooraf verifiëren of lading, bestemming en betrokkenen niet onder sanctieregimes vallen.

Wat zijn uw rechten en plichten als opdrachtgever?

Opdrachtgevers hebben een informatieplicht over aard, gewicht en gevaren van de lading volgens artikel 8:1102 BW en artikel 11 CMR. Onjuiste informatie leidt tot aansprakelijkheid voor schade aan vervoermiddel, andere ladingen of personen, ongeacht algemene voorwaarden.

Tijdige aanlevering is essentieel. Vertraging in het aanbieden van lading kan leiden tot wachtgeld of annuleringskosten. Veel vervoerscontracten rekenen € 50 tot € 150 per uur wachttijd na een gratis periode van 2 uur. Bij definitieve annulering binnen 24 uur voor geplande lading bedraagt de schadevergoeding vaak 50% van de overeengekomen vrachtprijs.

Juiste documentatie voorkomt douaneproblemen. De opdrachtgever moet CMR-vrachtbrief, facturen, certificaten en eventuele importvergunningen aanleveren. Fouten leiden tot vertragingen aan de grens en mogelijk tot douaneboetes die de opdrachtgever moet betalen.

Betalingsplicht ontstaat zodra de vervoerder de opdracht correct uitvoert, ongeacht of de ontvanger de goederen accepteert. Betaaltermijnen variëren maar bedragen meestal 14 tot 30 dagen. Bij wanbetaling kunnen vervoerders hun retentierecht uitoefenen en de goederen vasthouden tot betaling.

Wilt u zekerheid over uw rechten en verplichtingen in vervoersovereenkomsten? Gespecialiseerde advocaten analyseren uw contracten en adviseren over optimale voorwaarden die uw belangen beschermen bij zowel binnenlands als internationaal transport.

Verzekeringskeuzes liggen bij de opdrachtgever, tenzij anders overeengekomen. De beperkte CMR-aansprakelijkheid maakt aanvullende verzekering noodzakelijk bij waardevolle ladingen. Transportverzekeraars dekken meestal tot de volledige handelswaarde, met premies afhankelijk van goederentype, route en beveiligingsmaatregelen.

Hoe werkt geschilbeslechting in transportzaken?

Transportgeschillen kunnen worden voorgelegd aan de gewone rechter, arbitrage of mediation. Arbitrage via de Raad van Arbitrage voor de Transportbedrijven biedt snelle beslechting binnen 6 maanden met bindende uitspraak, terwijl rechtbankprocedures 12 tot 18 maanden duren.

Arbitrage kent belangrijke voordelen. Arbiters hebben vaak specialistische kennis van transportrecht en de praktijk. Procedures verlopen vertrouwelijk, wat reputatieschade voorkomt. Uitspraken zijn internationaal executeerbaar via het New York Verdrag uit 1958, waardoor enforcement in meer dan 160 landen mogelijk is.

Mediation biedt een sneller en goedkoper alternatief. Een onafhankelijke mediator begeleidt partijen naar een onderling akkoord. Deze methode slaagt in ongeveer 70% van de gevallen en kost gemiddeld € 2.000 tot € 5.000, tegenover € 15.000 tot € 50.000 voor arbitrage of rechtbankprocedures.

Conservatoir beslag vormt een belangrijk rechtsmiddel bij wanbetaling of vluchtgevaar. Crediteuren kunnen via de kantonrechter beslag leggen op vrachtwagens, trailers of goederen. Dit beslag dient als zekerheid totdat de hoofdzaak is beslist. Griffierecht bedraagt vanaf € 127 voor een conservatoir beslagverzoek.

Executoriale titels zoals vonnissen of arbitrale uitspraken kunnen worden ten uitvoer gelegd via de deurwaarder. Bij grensoverschrijdende executie binnen de EU geldt de Europese Executieverordening, waardoor Nederlandse vonnissen direct executeerbaar zijn in andere EU-landen zonder tussenkomst van buitenlandse rechters.

Verjaring treedt op na één jaar volgens artikel 32 CMR voor wegvervoer. Deze korte termijn vereist snelle actie bij schade of wanbetaling. Voor andere rechtsgebieden binnen transport gelden vaak langere termijnen van 5 jaar volgens artikel 3:306 BW, maar specifieke verdragen kunnen afwijken.

Welke rol speelt douanerecht bij transport?

Douanerecht regelt invoer, uitvoer en doorvoer van goederen via EU-grenzen volgens het Douanewetboek van de Unie (DWU). Vervoerders en expediteurs hebben aangifteplicht en zijn medeverantwoordelijk voor correcte douaneformaliteiten, met boetes tot € 100.000 bij overtredingen volgens de Algemene douanewet.

Douaneaangifte moet elektronisch via de EMCS (Excise Movement and Control System) of NCTS (New Computerised Transit System). Deze systemen registreren goederen tijdens grensoverschrijding. Incomplete of onjuiste aangiftes leiden tot controles, vertragingen en mogelijk tot strafrechtelijke vervolging wegens smokkel.

Douanewaarde bepaalt de verschuldigde invoerrechten. Deze waarde omvat productprijs, transportkosten tot de EU-grens en verzekering. Bij opeenvolgende verkopen geldt de transactiewaarde van de eerste verkoop aan een EU-importeur als douanewaarde volgens jurisprudentie van het Hof van Justitie.

AEO-status (Authorised Economic Operator) biedt voordelen zoals verminderde fysieke controles, snellere douaneprocedures en lagere zekerheidsstellingen. Deze status vereist een betrouwbaar trackrecord, adequate administratie en voldoende financiële solvabiliteit. Ongeveer 15.000 Nederlandse bedrijven hebben AEO-certificering.

Sanctierecht raakt douane direct. Goederen bestemd voor gesanctioneerde landen of personen worden tegengehouden. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) handhaaft deze regels streng, met boetes vanaf € 25.000 voor eerste overtredingen en strafrechtelijke vervolging bij recidive.

Productregelgeving zoals REACH, CE-markering en voedselveiligheidseisen moet worden nageleefd. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert importgoederen op naleving. Niet-conforme producten worden geweigerd of vernietigd, met alle kosten voor rekening van de importeur.

Hoe beïnvloedt technologie het transportrecht?

Digitalisering verandert transportrecht door elektronische vrachtbrieven, blockchain voor documentstromen en GPS-tracking voor aansprakelijkheidsbewijs. Het e-CMR protocol maakt sinds 2008 digitale vrachtbrieven juridisch gelijkwaardig aan papieren documenten volgens aanvullende protocollen bij het CMR-verdrag.

Elektronische vrachtbrieven versnellen administratie en verminderen fouten. Chauffeurs scannen QR-codes bij laden en lossen, waardoor real-time informatie beschikbaar komt. Ongeveer 40% van de Europese transporteurs gebruikt inmiddels e-CMR, met besparingen van € 6 tot € 12 per zending.

Blockchain-technologie biedt transparantie in logistieke ketens. Smart contracts automatiseren betalingen zodra voorwaarden zijn vervuld, zoals aflevering op locatie. Dit verkleint het risico op wanbetaling en geschillen. Pilotprojecten in Rotterdam tonen efficiëntiewinsten van 30% bij containeroverslag.

GPS-tracking levert bewijsmateriaal bij geschillen over vertraging of route-afwijkingen. Telematica-systemen registreren locatie, snelheid, rij- en rusttijden. Deze data zijn bruikbaar in juridische procedures als objectief bewijs, maar privacy-wetgeving (AVG) stelt eisen aan dataverwerking en bewaartermijnen.

Digitale platforms voor spotvracht creëren nieuwe juridische vraagstukken. Identiteitsfraude komt voor wanneer malafide partijen zich voordoen als betrouwbare vervoerders. Platformoperators hebben een zorgplicht om gebruikers te verifiëren. Bij schade door fraude kunnen zij medeverantwoordelijk zijn als verificatie onvoldoende was.

Cybersecurity wordt cruciaal. Ransomware-aanvallen op transportsystemen leiden tot stilstand en miljoenenverliezen. Bedrijven moeten volgens de AVG passende technische maatregelen treffen. Bij datalekken geldt meldplicht binnen 72 uur aan de Autoriteit Persoonsgegevens, met boetes tot € 20 miljoen of 4% van de jaaromzet.

Wat zijn arbeidsrechtelijke aspecten in transport?

Transportbedrijven hebben te maken met specifieke arbeidsrechtelijke regels zoals rij- en rusttijden volgens Verordening (EG) 561/2006, tachograafplicht en ketenaansprakelijkheid voor lonen bij inzet van buitenlandse chauffeurs volgens de Wet aanpak schijnconstructies.

Rij- en rusttijden zijn streng gereguleerd. Chauffeurs mogen maximaal 9 uur per dag rijden (tweemaal per week 10 uur), met verplichte pauzes van 45 minuten na 4,5 uur rijden. Wekelijks mag maximaal 56 uur worden gereden, met een maximum van 90 uur per twee weken. Overtredingen leiden tot boetes vanaf € 190 per chauffeur.

Cabotage-regels beperken binnenlands vervoer door buitenlandse vervoerders. Na grensoverschrijdend vervoer zijn maximaal 3 cabotageritten toegestaan binnen 7 dagen. Overtreding leidt tot boetes van € 4.500 per rit en mogelijk intrekking van de vervoersvergunning.

Gedetacheerde werknemers moeten volgens de Detacheringsrichtlijn het minimumloon en arbeidsvoorwaarden van het ontvangende land krijgen. Nederlandse transportbedrijven die buitenlandse chauffeurs inzetten, zijn aansprakelijk voor naleving. De Inspectie SZW handhaaft dit met boetes tot € 12.000 per gedetacheerde werknemer.

ZZP-chauffeurs vormen een risicogebied. De Wet DBA en jurisprudentie stellen strenge eisen aan echte zelfstandigheid. Bij schijnzelfstandigheid is sprake van een dienstverband met alle arbeidsrechtelijke en fiscale consequenties. Naheffingen van loonheffing en premies kunnen oplopen tot 50% van de gefactureerde bedragen over meerdere jaren.

Neem contact op met gespecialiseerde advocaten voor advies over arbeidsrechtelijke compliance, optimalisering van arbeidscontracten en begeleiding bij inspecties door de ILT of Inspectie SZW in uw transportonderneming.

Collectieve arbeidsovereenkomsten zoals de CAO Beroepsgoederenvervoer bepalen arbeidsvoorwaarden voor circa 60.000 werknemers. Deze CAO regelt lonen, onregelmatigheidstoeslag, vakantiedagen en pensioenopbouw. Niet-naleving leidt tot claims van vakbonden en individuele werknemers.

Welke milieu- en veiligheidsregels gelden voor transport?

Transportbedrijven moeten voldoen aan emissienormen (Euro 6), vergunningseisen voor gevaarlijke stoffen volgens de ADR-regelgeving en milieuzoneregelingen in stedelijke gebieden. Overtredingen leiden tot exploitatieverboden, boetes en strafrechtelijke aansprakelijkheid volgens de Wet economische delicten.

ADR-regels (Accord européen relatif au transport international des marchandises Dangereuses par Route) stellen strenge eisen aan vervoer van gevaarlijke stoffen. Chauffeurs moeten een ADR-certificaat hebben, voertuigen speciale uitrusting en signalering, en routes moeten tunnels met restricties vermijden. Boetes bij overtredingen starten vanaf € 450.

Emissiereductie wordt afgedwongen via milieuzones. Steden zoals Amsterdam, Rotterdam en Utrecht verbieden toegang voor vrachtwagens onder Euro 4 of Euro 5. Vanaf 2025 gelden in diverse steden alleen nog Euro 6-normen. Handhaving gebeurt via camera’s met automatische kentekenherkenning, met boetes van € 250 per overtreding.

Zero Emission Zones komen er vanaf 2025 in meerdere stadscentra. Deze zones zijn alleen toegankelijk voor elektrische of waterstofvoertuigen. Logistieke dienstverleners moeten investeren in emissievrije voertuigen of samenwerken met gespecialiseerde stadsdistributeurs.

BRZO-regelgeving (Besluit Risico’s Zware Ongevallen) geldt voor opslag en overslag van grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen. Bedrijven moeten veiligheidsrapporten opstellen, externe veiligheidsplannen hebben en incidenten melden aan de ILT. Niet-naleving leidt tot exploitatieverbod en boetes tot € 100.000.

Afvaltransport vereist specifieke vergunningen volgens de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA). Deze verordening, herzien in 2024, richt zich op circulaire economie binnen Europese grenzen en is streng voor afvaltransport naar niet-EU-landen. Illegaal afvaltransport is een milieudelict met gevangenisstraffen tot 6 jaar.

Het transportrecht vormt een complex en dynamisch juridisch kader dat essentieel is voor de Nederlandse economie. Van vervoersovereenkomsten tot aansprakelijkheid, van douaneformaliteiten tot arbeidsrecht – elk aspect vereist specialistische kennis en up-to-date begrip van wet- en regelgeving. Bedrijven die actief zijn in transport en logistiek hebben baat bij proactief juridisch advies om risico’s te minimaliseren, geschillen te voorkomen en te voldoen aan alle wettelijke verplichtingen. Snel schakelen bij juridische problemen voorkomt stilstand en beperkt schade, wat in deze sector van cruciaal belang is voor continuïteit en winstgevendheid.

Onze ervaren advocaten hebben een sterke reputatie in het commerciële contractenrecht. Zo stellen wij diverse samenwerkingsovereenkomsten op, waaronder koop-,franchise-, distributie– en agentuurcontracten. Ook adviseren we over wanprestaties, de onrechtmatige daad en andere verbintenisrechtelijke onderwerpen. Bij conflicten treden onze specialisten procesrecht op in civiele procedures bij de civiele rechter, of in arbitragezaken.  

Heeft u een juridische vraag, Neem contact op met onze specialist verbintenissenrecht in Amsterdam en laat u informeren over uw zaak.

Bent u op zoek naar andere praktijkgebieden, dan kunnen onze advocaten in Amsterdam u mogelijk ook ondersteunen of aan een geschikte partner doorverwijzen.

+31 (0)20 – 210 31 38
mail@maakadvocaten.nl

De informatie op deze pagina vormt geen juridisch advies. Er wordt geen aansprakelijkheid geaccepteerd. Voor advies, neem contact op met ons kantoor.

Waar bent u naar op zoek?