Ga naar de inhoud

Contractenrecht

blokje-maak

Goodwill bij het einde van een agentuur­overeenkomst

Inhoudsopgave

Goodwill kan van toepassing zijn bij een handelsagentuurovereenkomst. Het verwijst naar een vergoeding voor de agent na beëindiging van de samenwerking, als compensatie voor door hem aangebrachte klanten of versterkte klantrelaties. Deze vergoeding, ook wel klantenvergoeding genoemd, erkent het blijvende voordeel dat de principaal behoudt door deze relaties.

Klantenvergoeding bij beëindiging van een agentuurovereenkomst: juridische kaders en praktijkinzichten

Bij het beëindigen van een agentuurovereenkomst komt de klantenvergoeding – ook wel goodwillvergoeding genoemd – vaak ter sprake. Deze vergoeding compenseert de handelsagent voor het aanbrengen van nieuwe klanten of het versterken van bestaande relaties. Het gaat hier om klanten die de principaal ook ná afloop van de overeenkomst voordeel opleveren. Artikel 7:442 BW vormt hiervoor de juridische basis en vindt zijn oorsprong in de Europese Agentuurrichtlijn (86/653/EEG).

Wanneer heeft een handelsagent recht op klantenvergoeding?

Onze advocaten voor agentuurrecht krijgen vaker de vraag wanneer een goodwill vergoeding is verschuldigd. Een handelsagent kan alleen aanspraak maken op een klantenvergoeding als hij aan drie cumulatieve voorwaarden voldoet.

  1. Nieuwe of uitgebreide klantrelaties
    De agent heeft nieuwe klanten aangebracht of de samenwerking met bestaande klanten aanzienlijk uitgebreid.
  2. Voordeel voor de principaal
    Deze relaties leveren de principaal ook na het einde van de overeenkomst aantoonbare voordelen op. Uit cijfers blijkt dat bij 42% van de beëindigde agentuurrelaties het klantbehoud hoger ligt dan verwacht, wat deze voorwaarde extra relevant maakt.
  3. Billijkheid
    De vergoeding moet in verhouding staan tot het verlies aan provisie van de agent. De rechter beoordeelt dit op basis van alle omstandigheden van het geval.

De agent moet zelf onderbouwen dat hij aan deze voorwaarden voldoet. Hij moet dus duidelijk maken dat de principaal na de beëindiging nog structureel profijt trekt uit de aangebrachte of versterkte relaties.

Hoe stel je de hoogte van de klantenvergoeding vast?

De Hoge Raad gaf in 2017 (ECLI:NL:HR:2017:935) aan dat dit proces uit drie stappen bestaat:

  1. Bepaling van het voordeel
    De eerste stap bestaat uit het vaststellen van de voordelen die de principaal behaalt dankzij de door de agent aangebrachte of versterkte klantrelaties.
  2. Billijkheidscorrectie
    Daarna bekijkt men of dit bedrag billijk is. Hierbij kijkt men onder andere naar gemiste provisie, marktomstandigheden en de duur van de samenwerking.
  3. Maximering
    Tot slot controleert men of het bedrag onder het wettelijk maximum blijft. Dat maximum komt overeen met één jaarbeloning, berekend als het gemiddelde over de laatste vijf jaar of, bij kortere overeenkomsten, over de volledige looptijd.

Voorbeeld uit de praktijk voor goodwillbereking handelsagent

Een treffende zaak betreft het conflict tussen reisagent Prijsvrij en touroperator Corendon over een tussen partijen gesloten agentuurovereenkomst. Prijsvrij eiste €471.961 aan klantenvergoeding na het beëindigen van hun samenwerking. Volgens Prijsvrij herhaalde 25% van de klanten hun boekingen bij Corendon. Toch vond het gerechtshof dat Prijsvrij onvoldoende bewijs leverde voor structureel voordeel aan Corendon’s zijde. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel. Volgens het arrest moet de agent aantonen dat de principaal blijvend voordeel kan behalen uit de door hem geïnitieerde relaties.

Wat is de verjaringstermijn voor goodwill?

De verjaringstermijn voor een klantenvergoeding door de handelsagent, oftewel een vergoeding tot goodwill, bedraagt vijf jaar. Dit is geënt op artikel 3:307 BW. Belangrijk is dat de handelsagent wel uiterlijk één jaar na het beëindigen van de agentuurovereenkomst aanspraak maakt op deze vergoeding. Dit bepaalt artikel 7:442 lid 3 BW. Gebeurt dit niet, dan vervalt het recht:

Artikel 7:442 BW

  • 1. Ongeacht het recht om schadevergoeding te vorderen, heeft de handelsagent bij het einde van de agentuurovereenkomst recht op een vergoeding, klantenvergoeding, voor zover:
    • a.hij de principaal nieuwe klanten heeft aangebracht of de overeenkomsten met de bestaande klanten aanmerkelijk heeft uitgebreid en de overeenkomsten met deze klanten de principaal nog aanzienlijke voordelen opleveren, en
    • b.de betaling van deze vergoeding billijk is, gelet op alle omstandigheden, in het bijzonder op de verloren provisie uit de overeenkomsten met deze klanten.
  • 2. Het bedrag van de vergoeding is niet hoger dan dat van de beloning van één jaar, berekend naar het gemiddelde van de laatste vijf jaren of, indien de overeenkomst korter heeft geduurd, naar het gemiddelde van de gehele duur daarvan.
  • 3. Het recht op vergoeding vervalt, indien de handelsagent de principaal niet uiterlijk een jaar na het einde van de overeenkomst heeft medegedeeld dat hij vergoeding verlangt.
  • 4. De vergoeding is niet verschuldigd, indien de overeenkomst is beëindigd:
    • a.door de principaal onder omstandigheden die de handelsagent ingevolge artikel 439 lid 3 schadeplichtig maken;
    • b.door de handelsagent, tenzij deze beëindiging wordt gerechtvaardigd door omstandigheden die de principaal kunnen worden toegerekend, of wordt gerechtvaardigd door leeftijd, invaliditeit of ziekte van de handelsagent, op grond waarvan redelijkerwijs niet meer van hem kan worden gevergd dat hij zijn werkzaamheden voortzet;
    • c.door de handelsagent die, overeenkomstig een afspraak met de principaal, zijn rechten en verplichtingen uit hoofde van de agentuurovereenkomst aan een derde overdraagt.

In de praktijk gaat dit in circa 38% van de gevallen mis, wat leidt tot verlies van aanspraken.

Advocatenkantoor gespecialiseerd in klantenvergoedingen

Een klantenvergoeding ontvangen vereist meer dan enkel beëindiging van de samenwerking. De agent moet actief en zorgvuldig bewijzen dat hij aan alle voorwaarden voldoet. Beide partijen doen er goed aan om afspraken expliciet vast te leggen, en ook bij het opstellen van een agentuurovereenkomst na te denken over deze componenten. Door tijdig juridisch advies in te winnen, verklein je de kans op conflicten en vergroot je je onderhandelingspositie. Bij de schending van een agentuurovereenkomst door de handelsagent is het overigens nog maar de vraag of goodwill in beeld komt.

Heeft u een juridische vraag, dan kunnen onze advocaten in Amsterdam u van dienst zijn. Uw belang staat bij ons te allen tijde voorop en we zoeken graag naar praktische oplossingen en snel resultaat. Neem contact op met onze specialist contractenrecht in Amsterdam en ontdek uw mogelijkheden. Wanneer u juridisch advies wilt inwinnen, dan biedt ons kantoor daartoe mogelijkheden. Wij zijn in heel Nederland actief en bieden ook support bij internationale vraagstukken. We hebben een sterk team van advocaten met als specialisatie contractenrecht. Onze advocaat commercial law Remko Roosjen geeft leiding aan dit team. Bent u op zoek naar andere praktijkgebieden, dan kunnen onze advocaten in Amsterdam u mogelijk ook ondersteunen of aan een geschikte partner doorverwijzen.

+31 (0)20 – 210 31 38
mail@maakadvocaten.nl

De informatie op deze pagina vormt geen juridisch advies. Er wordt geen aansprakelijkheid geaccepteerd.
Voor advies, neem contact op met ons kantoor.

NIEUWS & ARTIKELEN