Geschil over VERZEKERINGSVOORWAARDEN
Het zijn procedures waar u als ondernemer liever niet in verzeild raakt: een geschil over verzekeringsvoorwaarden. Oftewel, wel of geen dekking onder de bestaande polis bij een onverwachte bedrijfsschade. De uitleg en reikwijdte van verzekeringsvoorwaarden is een vaak terugkerend thema bij bedrijven uit de maakindustrie, zo ook in een recent arrest van de Hoge Raad van 9 juni 2017. Een exploitant van een bandstaalfabriek zag zich geconfronteerd met een serieuze bedrijfsschade. Wegens de achterliggende oorzaak van de schade (ontwerpfout) meent de exploitant aanspraak te maken op een vergoeding door de verzekeraar; laatstgenoemde meent van niet. In deze bijdrage zal ik als advocaat contractenrecht de kern van de discussie toelichten. Ik sluit af met tip voor de praktijk.
ADVOCAAT OVER VERZEKERINGSVOORWAARDEN
Een ondernemer uit de maakindustrie exploiteert een fabriek waarin bandstaal wordt verzinkt (‘Exploitant’). Onderdeel van de productielijn is een voor een zinkbad geplaatste inductieoven die uit vier ovenkasten bestaat. Exploitant heeft een zogenoemde machineschadeverzekering en een bijbehorende bedrijfsschadeverzekering afgesloten bij haar verzekeraar. De verzekeringsvoorwaarden bepalen (onder meer) het volgende:
Artikel 2.1:
“Verzekerd wordt tegen iedere plotselinge en onvoorziene materiële beschadiging aan de verzekerde zaak ontstaan door onverschillig welke oorzaak, ongeacht of de beschadiging is veroorzaakt door een eigen gebrek of eigen bederf of uit de aard en de natuur van de verzekerde zaak zelf onmiddellijk is voortgesproten”.
Artikel 3.9:
Van de verzekering is (zijn) uitgesloten: (…)
“slijtage, roest, corrosie, oxidatie e.d. van enig deel van de verzekerde zaak of enig ander geleidelijk bederf, een en ander veroorzaakt door of als natuurlijk gevolg van de gewone werking of het normale gebruik van de verzekerde zaak. Deze uitsluiting strekt zich alleen uit tot dat onderdeel (die onderdelen) van de verzekerde zaak dat (die) direct aan de hiervoor genoemde invloeden heeft (hebben) blootgestaan en is derhalve niet van toepassing op de materiële schade die daarvan het gevolg is.”
Op een zeker moment heeft een lekkage plaatsgehad in de inductieoven. Uit een daartoe opgesteld deskundigenrapport is gebleken dat: “(1) zich scheurvorming voordoet in de inductieoven die het gevolg is van scheurspanningscorrosie en (2) deze scheurspanningscorrosie enkel ontstaat indien gelijktijdig sprake is van een materiaal dat gevoelig is voor dergelijke corrosie, spanningen en een medium dat corrosie teweegbrengt”.
De Exploitant vordert op grond van de verzekeringsvoorwaarden vergoeding van de geleden schade. De verzekeraar heeft – in weerlegging op de gevorderde schadevergoeding door de Exploitant – als verweer onder meer aangevoerd dat de schade niet onder de dekking valt. In de opvatting van de verzekeraar is de schade – kort en zakelijk weergegeven – het gevolg van een geleidelijk proces, waardoor niet kan worden uitgegaan van een plotselinge en onvoorzien optredende materiële beschadiging (art. 2.1 van de verzekeringsvoorwaarden) en de gevorderde (als gevolg van corrosie ontstane) schade van dekking is uitgesloten (art. 3.9 van de verzekeringsvoorwaarden). In deze kwestie staat de uitleg van de hiervoor aangehaalde artikelen (en de samenhang daartussen) centraal.
Civiele procedure over VERZEKERINGSVOORWAARDEN
Het gerechtshof is in de civiele procedure over verzekeringsvoorwaarden – met betrekking tot de samenhang van beide artikelen – van opvatting dat de bewoordingen van de verschillende artikelen in onderliggende samenhang moeten worden bekeken. Het gerechtshof meent dat artikel 2.1 verzoekt dekking te verlenen voor de keerzijde van de (uitgesloten) situatie, namelijk het geval dat de schade – de corrosie – door iets anders is veroorzaakt dan door de gewone werking of het normale gebruik van de verzekerde zaak.
De verzekeraar heeft een andere lezing van de artikelen en gaat in cassatie. Volgens de verzekeraar moeten beide artikelen als afzonderlijke voorwaarden worden gezien. De Hoge Raad gaat hierin mee:
“Art. 2.1 verzekeringsvoorwaarden, dat bepaalt dat verzekerd is “iedere plotselinge en onvoorziene materiële beschadiging aan de verzekerde zaak”, behelst de (primaire) omschrijving van de dekking van de verzekering. Het oordeel van het hof dat de bewoordingen “plotselinge en onvoorziene materiële beschadiging” niet als een afzonderlijke voorwaarde voor dekking moeten worden gezien, is dan ook niet zonder meer begrijpelijk. Dat oordeel kan niet worden gedragen door art. 3.9 verzekeringsvoorwaarden, dat van dekking uitsluit corrosie die is veroorzaakt door de gewone werking of het normale gebruik van de verzekerde zaak. Daaruit volgt nog niet dat corrosie die een andere oorzaak heeft dan de in de uitsluiting genoemde, onder de (hiervoor weergegeven) omschrijving van de dekking van art. 2.1 valt en dat daarom geen afzonderlijke betekenis toekomt aan de bewoordingen “plotseling en onvoorzien”. Dat volgt evenmin uit de door het hof in aanmerking genomen omstandigheid dat niet ervoor is gekozen corrosie in art. 3.9 geheel van dekking uit te sluiten.”
GESCHIL OVER de dekking van een verzekering
Dit arrest toont eens temeer aan dat verzekeringspolissen– zonder dat u zich ervan bewust bent – weleens minder dekking kunnen bieden dan u meent. Als advocaat verzekeringsrecht word ik vaker benaderd bij een geschil over de dekking van een zekering. Het (nog eens) nauwkeurig lezen van uw bestaande polis en het stellen van vragen bij onduidelijkheden (die u dan vervolgens weer schriftelijk vastlegt) draagt bij aan de zekerheid die u zoekt.
Wanneer de verzekeringsvoorwaarden complex zijn vergt dat extra aandacht. In deze zaak is te zien dat gerechtshof en Hoge Raad anders kunnen denken over de (samenhang tussen) verzekeringsvoorwaarden. Dit betekent nog meer dat wanneer u uw polis niet begrijpt, u actief om opheldering vraagt en zo nodig andere afspraken sluit. In dit specifieke geval bestaat de kans dat (na terugverwijzing) de verzekeraar aan het langste eind trekt.
Advocaat gespecialiseerd in verzekeringsrecht
Wij helpen u graag bij het inzichtelijk maken van risico’s, afhandelen van geschillen en het bereiken van succes. We hebben ervaring met uiteenlopende ondernemingen in de maakindustrie, waaronder leveranciers, importeurs, distributeurs en handelsagenten. De specialisten van MAAK Advocaten gaan duurzame relaties aan met hun opdrachtgevers en leveren topkwaliteit. Heeft u verdere vragen, aarzel niet om eens met een advocaat gespecialiseerd in verzekeringsrecht van MAAK contact op te nemen onder mail@maakadvocaten.nl of telefonisch naar 020 210 31 38.