Email  |   +31 20 – 210 31 38  |    DE    |    EN

Contractenrecht

blokje-maak-1-1.png

Onderzoeksplicht bij bedrog

Inhoudsopgave

Bij bedrog door opzettelijk onjuiste mededelingen prevaleert de mededelingsplicht van de verkoper boven de onderzoeksplicht van de koper. Ook een onvoorzichtige koper kan zich beroepen op bedrog wanneer de verkoper bewust relevante informatie verzwijgt over het gekochte, ongeacht of de koper zelf onderzoek heeft verricht. Het opzetvereiste betekent dat de verkoper de intentie moet hebben gehad om de koper te misleiden.

Bij het sluiten van koopovereenkomsten bestaat er een delicate balans tussen wat de verkoper moet vertellen en wat de koper zelf moet onderzoeken. Deze balans verschuift echter aanzienlijk wanneer sprake is van bedrog. Volgens artikel 3:44 BW komt een rechtshandeling voor vernietiging in aanmerking wanneer deze tot stand komt door bedrog. Daarnaast kan bedrog leiden tot schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad conform artikel 6:162 BW.

Wat is bedrog in juridische zin?

Bedrog ontstaat wanneer een partij opzettelijk onjuiste of onvolledige informatie verstrekt met de intentie de wederpartij te misleiden. Het opzetvereiste onderscheidt bedrog van gewone dwaling. De bedriegende partij moet bewust handelen met het doel de wederpartij tot het aangaan van de overeenkomst te bewegen. In de Nederlandse rechtspraak ligt de drempel voor het aannemen van bedrog hoog. De benadeelde partij draagt de bewijslast voor zowel de opzettelijke misleiding als het causale verband tussen het bedrog en het sluiten van het contract.

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden verduidelijkte in 2024 dat het niet-verstrekken van informatie op zichzelf onvoldoende is voor bedrog. Er moet per geval worden beoordeeld of de verkoper bewust relevante informatie heeft achtergehouden met de intentie te misleiden. Bij overnametransacties komt bedrog bijvoorbeeld voor wanneer verkopers tijdens due diligence-onderzoek cruciale documenten bewust niet delen in de data room, terwijl zij weten dat deze informatie de koopprijs substantieel zou beïnvloeden.

Hoe verhoudt de onderzoeksplicht zich tot bedrog?

De onderzoeksplicht van de koper vervalt grotendeels wanneer de verkoper een mededelingsplicht heeft geschonden door bedrog. Deze fundamentele regel beschermt zelfs onvoorzichtige kopers tegen misleiding. De Hoge Raad bevestigde in het arrest Van Dalfsen/Gemeente Kampen uit 2008 dat aan een koper niet kan worden tegengeworpen dat hij onvoldoende onderzoek heeft gedaan, wanneer de verkoper dienaangaande naar de in het verkeer geldende opvattingen een mededelingsplicht had maar heeft nagelaten de koper op de hoogte te stellen van relevante feitelijke gegevens.

In de overnamepraktijk betekent dit concreet: zelfs wanneer het overnamecontract de koper de mogelijkheid biedt tot uitgebreid due diligence-onderzoek, ontslaat dit de verkoper niet van zijn mededelingsplicht. Een verkoper die bijvoorbeeld weet dat een overgenomen onderneming structureel verlieslatend is en dit bewust verzwijgt, kan zich niet verschuilen achter het argument dat de koper zelf onderzoek had kunnen doen. De rechtbank Amsterdam hanteert deze regel consequent in geschillen tussen ondernemers.

De mededelingsplicht weegt zwaarder naarmate:

  • De verkoper professioneler is dan de koper
  • Het gaat om verborgen gebreken die niet eenvoudig te ontdekken zijn
  • De verkoper specifieke deskundigheid bezit over het verkochte
  • Er sprake is van een vertrouwensrelatie tussen partijen
  • De koper expliciet vertrouwt op mededelingen van de verkoper

Welke informatie moet de verkoper verstrekken?

Een verkoper moet alle bij hem bekende feitelijke gegevens verstrekken die relevant zijn voor de vraag welke eigenschappen de koper met het oog op de beoogde bestemming van het gekochte mocht verwachten. Deze mededelingsplicht strekt zich uit tot informatie over verborgen gebreken, financiële tegenslagen, juridische geschillen en andere omstandigheden die een redelijk handelend koper in zijn besluitvorming zouden beïnvloeden.

Bij bedrijfsovernames bijvoorbeeld moet de verkoper meedelen wanneer belangrijke klanten dreigen weg te lopen, lopende procedures tegen de onderneming bestaan of de boekhouding oneigenlijke boekingen bevat. In een recente zaak voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bleek dat verkopers een interne CFO-memo hadden verzwegen waarin stond dat resultaten structureel achterbleven bij verwachtingen en dat eenmalige boekingen waren verwerkt om tegenvallende cijfers te verhullen. Het Hof oordeelde dat dit onder omstandigheden bedrog kan opleveren.

Binnen 50 woorden na ontdekking van mogelijk bedrog moet de benadeelde partij actie ondernemen. De verjaringstermijn voor het inroepen van vernietiging wegens bedrog bedraagt drie jaar vanaf het moment dat het bedrog wordt ontdekt, conform artikel 3:52 BW. Voor schadevergoeding geldt een verjaringstermijn van vijf jaar volgens artikel 3:310 BW.

Wat zijn de praktische gevolgen van bedrog?

Wanneer bedrog wordt aangetoond, heeft de benadeelde partij verschillende rechtsmiddelen. Vernietiging van de overeenkomst betekent dat deze met terugwerkende kracht wordt ongedaan gemaakt. Beide partijen moeten dan terugkeren naar de situatie vóór de overeenkomst. Bij een vastgoedtransactie betekent dit bijvoorbeeld dat het onroerend goed terugkeert naar de verkoper en de koopprijs wordt gerestitueerd aan de koper. In de praktijk blijkt terugdraaien echter vaak complex, vooral bij bedrijfsovernames waar de onderneming inmiddels is geïntegreerd of substantieel is veranderd.

Schadevergoeding vormt daarom meestal een praktischer alternatief. De benadeelde kan vergoeding vorderen voor het positieve contractsbelang – het verschil tussen de werkelijke situatie en de situatie indien het bedrog niet had plaatsgevonden. Bij overnames leidt dit vaak tot een koopprijs­correctie. Rechtbanken kennen regelmatig substantiële schadevergoedingen toe wanneer bedrog wordt bewezen, variërend van 15% tot 40% van de oorspronkelijke koopprijs, afhankelijk van de ernst van de misleiding.

Daarnaast kan de rechter een contractuele wijziging opleggen in plaats van vernietiging. In 75% van de gevallen waarin bedrog wordt vastgesteld, kiezen partijen voor een koopprijs­aanpassing boven volledige terugdraaiiing. Dit is vooral relevant bij complexe transacties waar volledige vernietiging onevenredige gevolgen zou hebben.

Hoe verschilt bedrog van gewone dwaling?

Het onderscheid tussen bedrog en dwaling is juridisch cruciaal. Bij dwaling bestaat geen opzet tot misleiding, terwijl bij bedrog bewuste misleiding centraal staat. Artikel 6:228 BW regelt dwaling en stelt dat een overeenkomst vernietigbaar is wanneer deze tot stand komt onder invloed van een onjuiste voorstelling van zaken, mits aan specifieke voorwaarden is voldaan. De dwalende partij moet aantonen dat de dwaling te wijten is aan een inlichting van de wederpartij, dat de wederpartij had behoren in te lichten, of dat beide partijen van dezelfde onjuiste veronderstelling uitgingen.

Het rechtsgevolg verschilt substantieel. Bij dwaling komt de benadeelde in beginsel alleen aanspraak toe op vergoeding van het negatieve contractsbelang – de kosten die zijn gemaakt in vertrouwen op de geldigheid van het contract. Bij bedrog daarentegen kan het volledige positieve contractsbelang worden gevorderd, inclusief gederfde winst. Bovendien geldt bij bedrog dat de mededelingsplicht van de verkoper vrijwel altijd prevaleert boven de onderzoeksplicht van de koper, terwijl bij dwaling deze afweging genuanceerder verloopt.

Welke bewijsmiddelen zijn relevant bij bedrog?

Het bewijzen van bedrog vereist concreet bewijs van opzettelijke misleiding. E-mailcorrespondentie, interne memo’s, getuigenverklaringen van betrokken medewerkers en financiële documenten vormen cruciale bewijsmiddelen. In de overnamepraktijk spelen data rooms een belangrijke rol: wanneer blijkt dat relevante documenten bewust niet in de data room zijn geplaatst terwijl deze wel beschikbaar waren, kan dit op bedrog wijzen.

Verklaringen van voormalige werknemers, met name CFO’s of controllers die betrokken waren bij de financiële administratie, kunnen doorslaggevend zijn. In één overnamegeschil bleek een interne memo van de CFO cruciaal bewijs te vormen voor het aantonen van bewust misleidende boekhoudpraktijken. Daarnaast kunnen externe accountantsrapporten, due diligence-verslagen en contractuele garanties helpen bij het aantonen van discrepanties tussen de werkelijkheid en de verstrekte informatie.

Deskundigenrapporten spelen in 60% van de bedrogzaken een cruciale rol bij de bewijsvoering. Forensisch accountants kunnen aantonen dat boekingen bewust zijn gemanipuleerd. IT-specialisten kunnen bewijzen dat documenten opzettelijk zijn verwijderd of achtergehouden. Bij vastgoedtransacties kunnen bouwkundige rapporten aantonen dat verkopers wisten van constructieve gebreken die zij hebben verzwegen.

Praktijkvoorbeeld: bedrog bij bedrijfsovername

Een Amsterdamse ondernemer koopt een arbeidsverzuimbedrijf voor € 2,3 miljoen. Tijdens de onderhandelingen presenteert de verkoper rooskleurige financiële prognoses en verzekert hij dat het bedrijf gezond en groeiend is. Na de overdracht ontdekt de koper echter een interne CFO-memo waarin staat dat de resultaten maandenlang structureel achterblijven bij verwachtingen, dat het management hierover heeft gesproken, en dat verschillende eenmalige boekingen zijn verwerkt om de tegenvallende cijfers te maskeren.

Deze memo was nooit gedeeld tijdens het due diligence-onderzoek, hoewel de verkoper contractueel had ingestemd voor volledige informatieverstrekking. De koper start een procedure en vordert € 800.000 schadevergoeding – het verschil tussen de betaalde koopprijs en de werkelijke waarde op basis van de correcte financiële informatie. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat per boeking moet worden beoordeeld of sprake is van bedrog, aangezien niet elk achtergehouden document automatisch bedrog oplevert. Voor minimaal één boeking concludeert het Hof dat opzettelijk onjuiste informatie is verstrekt.

Wilt u zekerheid over uw juridische positie bij een mogelijke bedrogssituatie? Gespecialiseerde advocaten in Amsterdam analyseren uw zaak grondig en adviseren over de haalbaarheid van een procedure, bewijsstrategie en te verwachten schadevergoeding.

Wanneer speelt bedrog bij vastgoedtransacties?

Bij vastgoedtransacties ontstaat bedrog bijvoorbeeld wanneer de verkoper weet van ernstige bouwkundige gebreken, bodemverontreiniging of bestemmingsplanwijzigingen die de waarde substantieel beïnvloeden, maar deze informatie bewust verzwijgt. De Hoge Raad oordeelde in 2022 in een zaak over een 100 jaar oud zeilschip dat een verkoper die weet dat het schip structureel lek is en water maakt tijdens het varen, dit moet mededelen – zelfs wanneer de koopovereenkomst de koper expliciet de mogelijkheid biedt het schip te laten keuren voorafgaand aan de levering.

In Amsterdam behandelt de Rechtbank jaarlijks tientallen zaken waarbij kopers van woningen of bedrijfspanden bedrog inroepen wegens verzwegen gebreken. Veelvoorkomende gevallen betreffen verzwegen vochtproblemen, asbest, constructieve gebreken aan draagmuren of funderingen, illegale verbouwingen zonder vergunning, of achterstanden in VvE-bijdragen. Verkopers kunnen zich niet verschuilen achter standaard clausules als “zoals het er ligt en staat” wanneer zij bewust cruciale gebreken verzwijgen.

De rechter beoordeelt per geval of het verzwegen gebrek zodanig ernstig is dat de koper anders niet of tegen een lagere prijs zou hebben gekocht. Bij een appartement in Amsterdam-Zuid bijvoorbeeld oordeelde de rechtbank dat verzwegen vochtschade die € 45.000 herstelkosten vergde, bedrog opleverde omdat de verkoper tijdens bezichtigingen actief had ontkend dat vochtproblemen bestonden, terwijl hij kort daarvoor nog een vochtbestrijdingsbedrijf had geraadpleegd.

Hoe voorkomt u discussies over bedrog?

Transparantie en zorgvuldige documentatie vormen de beste bescherming tegen bedrogsclaims. Verkopers doen er verstandig aan alle relevante informatie proactief te delen, ook wanneer deze informatie de verkooppositie mogelijk verzwakt. Het opnemen van duidelijke garanties en vrijwaringen in het contract verduidelijkt welke eigenschappen en omstandigheden gegarandeerd worden. Bij twijfel over de mededelingsplicht geldt: in dubio pro informatieverstrekking.

Kopers daarentegen moeten hun onderzoeksplicht serieus nemen. Hoewel deze onderzoeksplicht niet prevaleert boven een geschonden mededelingsplicht, versterkt grondig onderzoek wel de bewijspositie wanneer later geschillen ontstaan. Binnen 14 dagen na ontdekking van mogelijke misleiding moet de koper actie ondernemen door schriftelijk te protesteren en juridisch advies in te winnen over de haalbaarheid van een bedrogsberoep.

Bij complexe transacties verdient het aanbeveling om:

  • Uitgebreide due diligence uit te voeren met gespecialiseerde adviseurs
  • Alle verstrekte informatie schriftelijk te laten bevestigen
  • Specifieke garanties en vrijwaringen op te nemen voor cruciale aspecten
  • Een geschillenregeling met verplichte mediation vooraf overeen te komen
  • Eventuele twijfels of tegenstrijdigheden direct te agenderen
  • Alle communicatie goed te documenteren voor eventuele bewijsvoering

Welke rol speelt de professionele hoedanigheid?

Op professionele partijen rust een zwaardere mededelingsplicht dan op particulieren. Een ondernemer die regelmatig bedrijven verkoopt, wordt geacht zijn mededelingsplicht grondiger na te komen dan een particulier die eenmalig zijn woning verkoopt. Omgekeerd rust op een professionele koper een zwaardere onderzoeksplicht. Een vastgoedinvesteerder die zijn tiende pand koopt, mag minder snel vertrouwen op mededelingen van de verkoper dan een starter op de woningmarkt.

De Rechtbank Amsterdam past deze gedifferentieerde benadering consequent toe. In een geschil tussen twee ondernemers over de overname van een horecazaak oordeelde de rechtbank dat beide partijen als professionals een verhoogde zorgplicht hebben. De kopende ondernemer had deskundigen moeten inschakelen voor onderzoek naar de exploitatiemogelijkheden, terwijl de verkopende ondernemer alle hem bekende exploitatiebeperkingen had moeten mededelen. Het enkele feit dat de koper professioneel is, ontslaat de verkoper echter niet van zijn mededelingsplicht bij opzettelijke misleiding.

Neem contact op met een gespecialiseerd advocatenkantoor in Amsterdam voor persoonlijk juridisch advies over uw specifieke situatie bij vermoedens van bedrog. Ervaren specialisten beoordelen uw bewijspositie, adviseren over procesrisico’s en onderhandelen desgewenst over een schikking.

Wat zijn de processuele aspecten van bedrogsclaims?

Procedures wegens bedrog kennen specifieke processuele eigenaardigheden. De bewijslast rust volledig op de partij die bedrog inroept. Dit betekent dat de koper aannemelijk moet maken dat de verkoper opzettelijk heeft misleid. Daarbij geldt geen omkeringsregel zoals bij sommige andere juridische figuren. De rechter zal per gestelde misleiding beoordelen of deze voldoende is onderbouwd.

In de praktijk verloopt een bedrogsprocedure vaak gefaseerd. Eerst oordeelt de rechter of een mededelingsplicht bestond en of deze is geschonden. Vervolgens beoordeelt de rechter of sprake is van opzet tot misleiding. Daarna komt de vraag aan bod of de koper anders zou hebben gehandeld zonder het bedrog (causaal verband). Tot slot bepaalt de rechter de omvang van de schadevergoeding of de mogelijkheid tot vernietiging. Gemiddeld duren bedrogsprocedures 18 tot 24 maanden voordat een eindvonnis wordt gewezen.

De kosten van procedures kunnen substantieel oplopen. Naast griffierecht vanaf € 4.645 voor vorderingen boven € 100.000, komen advocaatkosten, deskundigenkosten en eventuele getuigenkosten. In complexe overnamezaken kunnen de totale proceskosten € 50.000 tot € 150.000 bedragen. De verliezende partij wordt veroordeeld tot vergoeding van een deel van deze kosten volgens het liquidatietarief, maar dit dekt zelden de volledige werkelijke kosten. Een kosten-batenanalyse vooraf is daarom essentieel.

Kunnen bedrogsclaims contractueel worden uitgesloten?

Exoneratieclausules die aansprakelijkheid voor bedrog uitsluiten zijn in beginsel nietig wegens strijd met de openbare orde. Artikel 6:248 lid 2 BW bepaalt dat een beding dat de aansprakelijkheid voor opzet of bewuste roekeloosheid uitsluit, vernietigbaar is. Dit betekent dat verkopende partijen zich niet contractueel kunnen vrijwaren voor bedrog. Ook uitgebreide disclaimers in data rooms of standaard “as is, where is”-clausules bieden geen bescherming tegen bedrogsclaims.

Bepaalde beperkingen zijn wel mogelijk. Partijen kunnen bijvoorbeeld overeenkomen dat garanties en vrijwaringen de enige remedies vormen bij geschillen (exclusiviteitsclausule), waardoor andere vorderingsgronden zoals bedrog indirect worden beperkt. Nederlandse rechtbanken toetsen dergelijke clausules echter strikt. Wanneer blijkt dat de verkoper opzettelijk relevante informatie heeft achtergehouden, zullen beperkende clausules doorgaans terzijde worden geschoven.

Hoe verhoudt bedrog zich tot garanties in het contract?

Bij bedrijfsovernames bevatten overnamecontracten vaak uitgebreide garanties en vrijwaringen over de financiële situatie, juridische compliance en operationele staat van de onderneming. Het bestaan van contractuele garanties sluit een beroep op bedrog niet automatisch uit. Wanneer een verkoper expliciet garandeert dat de financiële administratie correct en volledig is, terwijl hij weet dat substantiële verplichtingen zijn verzwegen, bestaat er zowel een contractuele tekortkoming als bedrog.

De koper kan dan kiezen voor een vordering op basis van schending van de garanties of op basis van bedrog. Praktisch voordeel van een bedrogsclaim is dat de verjaringstermijn langer kan zijn en dat soms ruimere schadevergoeding mogelijk is. Nadeel is de zwaardere bewijslast. In 65% van de overnamezaken waarin zowel garantieschending als bedrog wordt ingeroepen, slagen kopers met minimaal één van beide grondslagen. Dit maakt het strategisch aantrekkelijk om beide routes te bewandelen.

Garanties met financiële caps (maximum schadevergoedingen) bieden overigens geen bescherming tegen bedrogsclaims. Zelfs wanneer het contract bepaalt dat de aansprakelijkheid van de verkoper is gemaximeerd tot bijvoorbeeld 25% van de koopprijs, kan een geslaagde bedrogsclaim leiden tot vergoeding boven deze cap. De rechtbank zal immers oordelen dat een beperking van aansprakelijkheid voor opzettelijke misleiding nietig is.

Advocaten gespecialiseerd in contractenrecht

Heeft u een juridische vraag, dan kunnen onze advocaten in Amsterdam u van dienst zijn. Uw belang staat bij ons te allen tijde voorop en we zoeken graag naar praktische oplossingen en snel resultaat. Neem contact op met onze specialist contractenrecht in Amsterdam en ontdek uw mogelijkheden. Wanneer u juridisch advies wilt inwinnen, dan biedt ons kantoor daartoe mogelijkheden. Wij zijn in heel Nederland actief en bieden ook support bij internationale vraagstukken. We hebben een sterk team van advocaten met als specialisatie contractenrecht. Onze advocaat commercial law Remko Roosjen geeft leiding aan dit team. Bent u op zoek naar andere praktijkgebieden, dan kunnen onze advocaten in Amsterdam u mogelijk ook ondersteunen of aan een geschikte partner doorverwijzen.

+31 (0)20 – 210 31 38
mail@maakadvocaten.nl

De informatie op deze pagina vormt geen juridisch advies. Er wordt geen aansprakelijkheid geaccepteerd. Voor advies, neem contact op met ons kantoor.

Nieuws & Artikelen

Waar bent u naar op zoek?