Wanneer mag overgegaan worden tot het ontbinden van een overeenkomst? Waaraan toetst een rechter, en hoe verzet u zich tegen een ontbinding van een overeenkomst als u aan de andere kant staat? De rechtspraak over de remedie ontbinding is levendig en recent heeft de Hoge Raad een nieuw arrest over ontbinding gewezen. De Hoge Raad bepaalt de strekking van het wettelijk artikel over ontbinding zo – en dat is de essentie van het nieuwe arrest – dat slechts een tekortkoming van ‘voldoende gewicht’ recht geeft op (gehele of gedeeltelijke) ontbinding van een overeenkomst.
Wat moet u als ondernemer nu van dat arrest onthouden? Als advocaat contractenrecht voorzie ik u van wat meer achtergrondinformatie over deze ontwikkeling in de rechtspraak.
ONTBINDEN VAN EEN CONTRACT
Tot de kern teruggebracht: een huurder van een sociale huurwoning verhuurt onder aan een hulpbehoevend gezin. De algemene voorwaarden sociale woonruimte verboden onderverhuur. De advocaat vordert in kort geding namens verhuurder kort gezegd ontruiming van de woning, omdat de huurder – door dit aan een hulpbehoevend gezin onder te verhuren – “zodanig is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst dat ontbinding van de huurovereenkomst is gerechtvaardigd”.
Wettelijk regeling over ONTBINDING
De wet schrijft (als hoofdregel) voor dat iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen geeft aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij (en dit is de uitzondering op de hoofdregel) de tekortkoming deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt.
VOORZIENINGENRECHTER LEGT HOGE RAAD PREJUDICIËLE VRAGEN VOOR OVER ONTBINDING
De hiervoor bedoelde formulering in combinatie met rechtspraak leidt tot zogeheten ‘prejudiciële vragen in de situatie van de onderverhuur. Een prejudiciële vraag is een rechtsvraag van een rechter aan een hoger gerecht (bijvoorbeeld van de Hoge Raad), betreffende de uitleg van een rechtsregel. Hangende de behandeling van die vraag bij de hogere rechter, wordt de procedure voor de lagere rechter geschorst. Dit gebeurde hier en is interessant omdat er veel geschreven is over ontbinding. Dit was de voornaamste vraag:
“Dient artikel 6:265 lid 1 BW letterlijk te worden uitgelegd in die zin dat iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid geeft om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij het maken van een uitzondering hierop gerechtvaardigd is aan de hand van de in de wet genoemde gezichtspunten? Zo niet, hoe dient deze bepaling dan te worden uitgelegd?
(NB. de andere vraag zag op een specifieke huurvraag: “Is er aanleiding bijzondere eisen te stellen ten aanzien van ontbinding van een overeenkomst van huur en verhuur van sociale woonruimte, ervan uitgaande dat zulke woonruimte schaars is?” Dit werd ontkennend beantwoord, omdat het wettelijk artikel genoeg handvatten biedt).
Civiele procedure bij DE ONTBINDING VAN EEN OVEREENKOMST
De Hoge Raad onderschrijft de uitzonderingsgrond (dus kort gezegd: iedere tekortkoming bij een overeenkomst is vatbaar voor ontbinding, tenzij de tekortkoming de ontbinding niet rechtvaardigt). De Hoge Raad ziet de strekking van het wettelijk artikel over ontbinding zo – en dat is de essentie van het nieuwe arrest – dat slechts een tekortkoming van ‘voldoende gewicht’ recht geeft op (gehele of gedeeltelijke) ontbinding van een overeenkomst. Verder is belangrijk de uitzondering op het ‘niet mogen ontbinden’ niet slechts in uitzonderlijke situaties toegepast kan worden. Hoofdregel en uitzondering op de regel moeten samen worden toegepast, waarbij de omstandigheden van het geval een rol spelen.
Ontbinding bij voldoende gewicht
Het arrest is wat mij betreft in lijn met eerdere (vaste) rechtspraak op het terrein van de ontbinding. Er dient aan de hand van de omstandigheden van het voorliggende geval een afweging te worden gemaakt of de tekortkoming van ‘voldoende gewicht’ is om te mogen ontbinden. Dit geeft wel een verdere invulling en plaatst hoofd- en uitzonderingsregel in perspectief. Het arrest reikt verder dan alleen huur en is daarom ook van betekenis op bijvoorbeeld een koopovereenkomst ontbinden, of het ontbinden van een distributieovereenkomst. Wanneer we kijken naar internationale koopovereenkomsten, is het leggen van ‘voldoende gewicht’ in de schaal, zoals de Hoge Raad dit formuleert, een mildere variant dan onder het Weens Koopverdrag (ontbinding bij een ‘wezenlijke tekortkoming’). Desalniettemin, betekent de gegeven maatstaf dat ontbinding aan een omstandigheden-van-het-geval-toets is onderworpen en de tenzij-bepaling nadrukkelijk geen clausule is waar pas bij wijze van een uitzonderlijke situatie aan toe kan worden gekomen.
ADVOCAAT GESPECIALISEERD IN de ontbinding VAN OVEREENKOMSTEN
Wij helpen u graag bij het bereiken van succes. We hebben ervaring met uiteenlopende zaken over het beëindigen van overeenkomsten en kunnen u adviseren over het ontbinden van een overeenkomst, of wanneer u daarmee geconfronteerd wordt. Onze advocaat contractenrecht is als advocaat gespecialiseerd in de ontbinding van overeenkomsten voor u bereikbaar onder 020 210 31 38 of onder mail@maakavocaten.nl