Email  |   +31 20 – 210 31 38  |    DE    |    EN

Contractenrecht

blokje-maak-1-1.png

Matigen van een boete in een contract

Inhoudsopgave

De rechter kan een contractuele boete matigen indien toepassing daarvan tot een buitensporig en onaanvaardbaar resultaat leidt volgens artikel 6:94 lid 1 BW. Het matigen van een boete in een contract vindt plaats wanneer de billijkheid dit klaarblijkelijk eist, waarbij de rechter kijkt naar de verhouding tussen werkelijke schade en boetehoogte, de aard van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval.

Een boetebeding verplicht u tot betaling van een geldsom wanneer u tekortschiet in uw contractuele verplichtingen. Deze clausules komen regelmatig voor in zakelijke contracten, arbeidsovereenkomsten en algemene voorwaarden. Binnen het Nederlandse contractenrecht beschikt de rechter over de bevoegdheid om boetes te verlagen als de omstandigheden daarom vragen. Deze matigingsbevoegdheid beschermt partijen tegen onevenredig hoge financiële consequenties bij contractbreuk.

De gemiddelde waarde van zakelijke contracten in Nederland rechtvaardigt nauwkeurige aandacht voor boetebedingen. Bij commerciële transacties kunnen boetes oplopen tot tienduizenden euro’s, waardoor matiging cruciaal wordt voor financiële continuïteit van ondernemingen.

Wat is een boetebeding precies?

Een boetebeding is een contractuele bepaling waarbij partijen vooraf een geldbedrag of andere prestatie vaststellen die verschuldigd wordt bij niet-nakoming van verplichtingen. Het boetebeding heeft een accessoir karakter, wat betekent dat het boetebeding het lot van de hoofdverbintenis volgt, tenzij partijen anders overeenkomen. 

Het accessoire karakter houdt in dat bij rechtmatige niet-nakoming geen boete verschuldigd is. Binnen 14 dagen na schriftelijke ingebrekestelling moet de schuldenaar alsnog presteren, anders kan de schuldeiser de boete opeisen. Boetebedingen dienen meerdere doelen: zij fixeren vooraf de schadevergoeding, vermijden langdurige bewijsprocedures over de exacte schadeomvang en fungeren als prikkel tot contractnakoming.

Daarnaast onderscheidt het recht tussen eigenlijke en oneigenlijke boetebedingen. Bij een eigenlijk boetebeding verbindt u zich tot twee prestaties: de hoofdprestatie én de boete bij niet-nakoming. Een oneigenlijk boetebeding daarentegen verplicht u tot een prestatie zonder dat u zich tot de andere prestatie heeft verplicht. Beide varianten zijn vatbaar voor matiging door de rechter volgens jurisprudentie van de Hoge Raad.

Hoe matigt de rechter een contractuele boete?

Matigen van een boete in een contract kan door de rechter (zowel in een bodemprocedure als in een kort geding). De rechter hanteert de maatstaf uit artikel 6:94 lid 1 BW: matiging is mogelijk wanneer de billijkheid dit klaarblijkelijk eist. Deze terughoudende formulering betekent dat rechters pas ingrijpen bij buitensporige resultaten. Het arrest Intrahof/Bart Smit uit 2000 concretiseerde deze maatstaf door te eisen dat toepassing van het boetebeding moet leiden tot een onaanvaardbaar resultaat.

Bij de beoordeling weegt de rechter de volgende factoren mee:

  • De verhouding tussen werkelijke schade en boetehoogte
  • De aard van de overeenkomst (zakelijk versus particulier)
  • De inhoud en strekking van het boetebeding
  • De omstandigheden waaronder het beding wordt ingeroepen
  • De financiële positie van de schuldenaar
  • De mate van verwijtbaarheid van de tekortkoming

Bijvoorbeeld: een softwarebedrijf uit Amsterdam had een boetebeding van € 40.000 opgenomen voor databreuk, terwijl de daadwerkelijk geleden schade slechts € 2.000 bedroeg. De Rechtbank Amsterdam matigde de boete tot € 8.000, omdat de enorme wanverhouding leidde tot een buitensporig resultaat ondanks het legitieme belang bij geheimhouding.

Bovendien moet u als schuldenaar expliciet om matiging verzoeken. De rechter matigt een boete niet ambtshalve, waardoor u actief moet procederen om dit rechtsmiddel te benutten.

Welke rol speelt de verhouding tussen schade en boete?

De wanverhouding tussen werkelijke schade en boetehoogte vormt het belangrijkste criterium voor het matigen van een boete in een contract. Wanneer de boete significant hoger uitvalt dan de geleden schade, kan dit wijzen op een buitensporig resultaat dat matiging rechtvaardigt volgens vaste rechtspraak (ook in kort gedingen over boetes).

De Hoge Raad bepaalde in 2000 dat een enorme wanverhouding op zichzelf voldoende kan zijn voor matiging. Dit betekent echter niet dat elke discrepantie automatisch leidt tot verlaging. De rechter beoordeelt of het verschil zodanig excessief is dat toepassing onaanvaardbaar wordt. Vervolgens weegt de rechter ook het punitieve en preventieve karakter van de boete mee.

Boetebedingen dienen namelijk niet uitsluitend ter compensatie van schade. Tevens fungeren zij als prikkel tot nakoming en afschrikking tegen toekomstige contractbreuk. Een boete van 10% op de koopsom bij vastgoedtransacties is gebruikelijk, ook al blijft de werkelijke schade vaak beperkt tot enkele duizenden euro’s aan dubbele lasten. Desondanks accepteren rechters deze standaardboete regelmatig omdat partijen bij contractsluiting bewust dit risico hebben aanvaard.

In 75% van de gevallen waarin ondernemers om matiging verzoeken, speelt de schade-boeteverhouding een doorslaggevende rol. Rechters hanteren geen vaste rekenformule maar beoordelen per geval of de verhouding aanvaardbaar blijft binnen de contractuele context.

Waarom maakt het verschil of u particulier of ondernemer bent bij een boete?

De hoedanigheid waarin u handelt beïnvloedt de matigingsbeoordeling aanzienlijk. Particulieren genieten meer bescherming omdat zij doorgaans minder onderhandelingsmacht hebben en commerciële risico’s minder goed kunnen inschatten. Rechters tonen grotere bereidheid om boetes te matigen wanneer particulieren betrokken zijn.

Voor particulieren geldt specifieke bescherming omdat:

  • Zij vaak met standaardcontracten werken zonder onderhandelingsruimte
  • Hun financiële positie kwetsbaarder is dan die van ondernemingen
  • Boetes van 10% op woningkoopsommen aanzienlijke bedragen vertegenwoordigen
  • Zij minder juridische expertise hebben om consequenties te overzien

Bijvoorbeeld: een particulier uit Amsterdam kocht een woning van € 422.400 maar kreeg de financiering niet rond. De boete van € 42.240 zou hem in ernstige financiële problemen brengen. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden matigde de boete tot € 15.000, waarbij het hof rekende met de bijstandssituatie van de koper en het gebrek aan onwil tot nakoming.

Ondernemers daarentegen worden geacht commerciële risico’s professioneel te managen. Rechters houden bij zakelijke contracten meer vast aan de contractsvrijheid en het principe dat partijen aan hun woord moeten worden gehouden. Dit betekent echter niet dat ondernemers geen beroep kunnen doen op het matigen van een boete in een contract, maar de drempel ligt hoger.

Wilt u zekerheid over uw juridische positie bij een boetebeding? Onze gespecialiseerde advocaten in Amsterdam analyseren uw situatie en adviseren over de beste strategie voor matiging of naleving van contractuele verplichtingen.

Hoe beïnvloeden contractonderhandelingen de matiging van een boete?

De mate waarin partijen hebben onderhandeld over het boetebeding weegt mee in de matigingsbeoordeling. Wanneer partijen expliciet over de boetehoogte hebben gediscussieerd en deze bewust hebben vastgesteld, gaat de rechter eerder uit van evenwichtige belangen. Daarentegen wijst het gebruik van standaardvoorwaarden zonder onderhandelingsruimte op ongelijkwaardige posities.

Het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch overwoog in 2023 dat bij particuliere woningaankoop:

  • Partijen gewoonlijk niet onderhandelen over de standaard 10% boete
  • Deze boete automatisch uit de NVM-modelovereenkomst voortvloeit
  • De koper deze bepaling vaak accepteert zonder juridische begeleiding
  • Dit gebrek aan onderhandeling matiging eerder rechtvaardigt

Bij zakelijke contracten verwacht de rechter dat ondernemers zich laten bijstaan door juridische adviseurs. Hierdoor geldt het argument van onvoldoende onderhandelingsruimte minder sterk. Toch blijft ruimte voor matiging wanneer de boete excessief uitvalt in verhouding tot het commerciële belang.

Bovendien beschermt artikel 6:248 lid 2 BW tegen onredelijk bezwarende bedingen. Wanneer een boetebeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, kan de rechter de werking ervan beperken zonder formele matiging via artikel 6:94 BW. Deze dubbele bescherming biedt extra waarborgen tegen onevenredig hoge boetes.

Welke procedures gelden voor het opeisen van boetes?

Voordat u een contractuele boete kunt opeisen, moet u de schuldenaar formeel in gebreke stellen. Deze ingebrekestelling vormt een wettelijke vereiste die de schuldenaar een laatste kans geeft om alsnog te presteren. De standaard NVM-koopovereenkomst stelt een termijn van acht dagen, maar deze kan contractueel variëren.

Uw ingebrekestelling moet aan specifieke eisen voldoen

  • Schriftelijke verzending per aangetekende post of deurwaarder
  • Precieze omschrijving van de tekortkoming
  • Concrete termijn waarbinnen alsnog moet worden gepresteerd
  • Vermelding dat bij uitblijven nakoming ontbinding of boete volgt
  • Voorbehoud van recht op schadevergoeding boven de boete

Na afloop van de termijn beschikt u over twee opties. U kunt nakoming eisen met dagboete of u kunt ontbinden met opeisbare boete. Bij nakoming bedraagt de dagboete vaak 3% van het contractbedrag per dag vertraging, met een maximum van de totale contractsom. Bij ontbinding wordt doorgaans een eenmalige boete van 10% verschuldigd.

Bijvoorbeeld: Proximedia sloot een vierjarig contract met maandelijkse betalingen. Na tekortschieten van de opdrachtgever stuurde Proximedia binnen acht dagen een ingebrekestelling. Vervolgens ontbond Proximedia het contract en vorderde 40% van de resterende contractwaarde als beëindigingsvergoeding. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden kwalificeerde deze vergoeding als boetebeding en oordeelde dat matiging niet gerechtvaardig was omdat de boete lager bleef dan de te verwachten schade.

Hoe verhoudt de boete zich tot schadevergoeding?

De verhouding tussen boete en schadevergoeding is complex binnen het Nederlandse contractenrecht. In principe fixeert een boetebeding vooraf de schadevergoeding, waardoor u niet meer hoeft te bewijzen welke schade u precies heeft geleden. Deze bewijslastverlichting rechtvaardigt vaak een hoger bedrag dan de uiteindelijk geleden schade.

Drie scenario’s zijn mogelijk:

  1. Boete als volledig schadevergoeding: Partijen spreken af dat de boete de enige vergoeding vormt
  2. Boete als minimum: De schuldeiser kan daarnaast hogere werkelijke schade vorderen
  3. Boete naast volledige schade: Zowel boete als integrale schadevergoeding zijn verschuldigd

De NVM-koopovereenkomst bepaalt expliciet dat naast de boete aanvullende schadevergoeding gevorderd kan worden indien de werkelijke schade hoger uitvalt. Dit beschermt de schuldeiser tegen onderwaardering bij contractsluiting. Desondanks moet u als schuldeiser deze meerschade wel degelijk bewijzen, terwijl de boete zonder bewijslast verschuldigd is.

Bij het matigen van een boete in een contract houdt de rechter rekening met deze verhoudingen. Wanneer de boete puur punitief is en geen compensatoir element bevat, weegt dit zwaarder mee voor matiging. Omgekeerd, als de boete een realistische inschatting van moeilijk te kwantificeren schade vormt, zal de rechter terughoudender zijn met verlaging.

In zakelijke verhoudingen worden boetes vaak gekoppeld aan concrete schadeposten. Een IT-leverancier bedingt bijvoorbeeld € 5.000 boete per dag vertraging, terwijl zijn werkelijke kosten voor noodreparaties en alternatieve leveranciers liggen tussen € 3.000 en € 7.000 per dag. Deze realistische verhouding maakt matiging minder waarschijnlijk.

Wat zijn oneigenlijke boetebedingen?

Oneigenlijke boetebedingen verplichten u tot een prestatie voor het geval u een andere prestatie niet verricht, zonder dat u zich tot die andere prestatie heeft verplicht. Dit onderscheidt zich van eigenlijke boetebedingen waarbij beide prestaties verschuldigd zijn, zij het niet tegelijk.

De Hoge Raad bepaalde in de arresten Ohra/Epon en Subat/X dat ook oneigenlijke boetebedingen voor matiging vatbaar zijn. Dit gebeurt via analoge toepassing van artikel 6:94 BW, omdat de economische realiteit vergelijkbaar is met eigenlijke boetebedingen. Bovendien beschermt deze jurisprudentie tegen omzeiling van matigingsregels door slimme contractformuleringen.

Bijvoorbeeld: een non-concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst bepaalt dat de werknemer € 50.000 betaalt als hij binnen twee jaar bij een concurrent gaat werken. Formeel verplicht de arbeidsovereenkomst de werknemer niet om géén concurrent te worden, maar legt een financiële last op als hij dat wel doet. Toch kwalificeerde de Kantonrechter Amsterdam dit als oneigenlijk boetebeding en matigde de boete tot € 15.000 wegens de beperkte werkelijke schade.

Ook opzeggingsvergoedingen of beëindigingsvergoedingen vallen vaak onder oneigenlijke boetebedingen. Wanneer een duurcontract een vergoeding bij vroegtijdige beëindiging stipuleert, kan de rechter deze als boete aanmerken en matigen indien de omstandigheden dit rechtvaardigen.

Waarom is terughoudendheid bij matiging belangrijk?

De rechter moet terughoudend omgaan met zijn matigingsbevoegdheid om de contractsvrijheid en rechtszekerheid te waarborgen. Partijen moeten erop kunnen vertrouwen dat hun afspraken worden gehandhaafd. Het te gemakkelijk matigen van een boete in een contract ondermijnt de preventieve functie van boetebedingen en stimuleert contractbreuk.

Terughoudendheid dient meerdere belangen

  • Contractsvrijheid: partijen bepalen zelf hun contractvoorwaarden
  • Rechtszekerheid: voorspelbaarheid van juridische consequenties
  • Preventieve werking: boetes houden partijen aan hun woord
  • Efficiëntie: voorkomt eindeloze schadeberekeningen achteraf
  • Commerciële realiteit: ondernemers accepteren bewust risico’s

Het arrest Intrahof/Bart Smit benadrukt dat pas bij buitensporige en onaanvaardbare resultaten ingegrepen mag worden. Deze strenge maatstaf voorkomt dat rechters op basis van subjectieve billijkheidsoordelen contracten herschrijven. Tevens respecteert deze benadering de professionele inschatting van partijen over hun eigen belangen.

In commerciële verhoudingen tussen ervaren ondernemers weegt de terughoudendheid het zwaarst. Beide partijen beschikken over juridische expertise en onderhandelingsmacht. Hierdoor accepteren zij bewust het risico van boetebedingen als onderdeel van hun commerciële strategie. Rechterlijke interventie verstoort dit evenwicht.

Desondanks blijft ruimte voor correctie bij evident excessieve boetes. Wanneer een boete van € 100.000 wordt opgelegd voor een tekortkoming die € 500 schade veroorzaakt, zonder objectieve rechtvaardiging, grijpt de rechter in. Deze uitzonderlijke gevallen bevestigen echter de hoofdregel van terughoudendheid.

Hoe verhouden redelijkheid en billijkheid zich tot matiging?

Artikel 6:248 lid 2 BW biedt een alternatieve route naast de formele matiging van artikel 6:94 BW. Deze bepaling stelt dat partijen zich jegens elkaar moeten gedragen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Een boetebeding dat naar deze maatstaven onaanvaardbaar is, kan buiten toepassing blijven zonder formele matigingsprocedure.

De arresten Intrahof / Bart Smit, Royal Sun/Polygram en Ampatil/Weggelaar tonen aan dat:

  • Redelijkheid en billijkheid beperkende werking hebben op boetebedingen
  • Deze beperkende werking naast matigingsbevoegdheid bestaat
  • Beide instrumenten spaarzaam moeten worden toegepast
  • Rechtszekerheid en contractsvrijheid vooropstaan

Het verschil tussen beide routes ligt in de toepassingsvoorwaarden. Het matigen van een boete in een contract via artikel 6:94 BW vereist dat de billijkheid dit klaarblijkelijk eist, terwijl artikel 6:248 lid 2 BW vraagt of het beding in de gegeven omstandigheden onaanvaardbaar is. Beide maatstaven overlappen maar zijn niet identiek.

Bijvoorbeeld: een leverancier bedong 50% boete op de orderwaarde bij annulering binnen 24 uur voor levering. De afnemer annuleerde wegens faillissement van zijn grootste klant. De rechter oordeelde dat strikte toepassing van de boete naar redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar was gezien de overmachtsituatie. Dit leidde tot gedeeltelijke buitenapplicatie van het boetebeding zonder formele matiging.

Neem contact op met ons advocatenkantoor in Amsterdam voor persoonlijk juridisch advies over uw specifieke situatie met contractuele boetes. Onze expertise in contractenrecht helpt u de juiste strategie te bepalen.

Welke praktische stappen onderneemt u bij een boetekwestie?

Wanneer u geconfronteerd wordt met een boetebeding, doorloopt u een strategisch stappenplan. Allereerst analyseert u de exacte contractbepalingen en verificeert u of correct in gebreke is gesteld. Vervolgens beoordeelt u of de boete proportioneel is en of gronden voor matiging aanwezig zijn.

Uw praktische checklist omvat:

  1. Contractanalyse: Bestudeer de precieze bewoordingen van het boetebeding
  2. Ingebrekestelling: Controleer of correcte procedure is gevolgd
  3. Schadevaststelling: Inventariseer werkelijke schade van de schuldeiser
  4. Verwijtbaarheidstoets: Bepaal mate van toerekenbare tekortkoming
  5. Financiële impact: Bereken consequenties voor uw onderneming
  6. Onderhandelingspotentieel: Verken mogelijkheden voor minnelijke schikking
  7. Juridische procedure: Overweeg formeel matigingsverzoek bij rechter

Bij een geschil over een boete van € 25.000 startte een Amsterdamse ondernemer eerst onderhandelingen. Hij presenteerde bewijsstukken van de beperkte schade (€ 3.000) en zijn eigen inspanningen om de tekortkoming te beperken. Na weigering van de schuldeiser om te schikken, spande hij een kort geding aan waarin hij subsidiair om matiging verzocht. De Voorzieningenrechter matigde voorlopig tot € 8.000, waarna partijen definitief schikte op € 10.000.

Documentatie speelt een cruciale rol in matigingsprocedures. Verzamel bewijsmateriaal over de werkelijke schade, uw financiële positie, de onderhandelingsgeschiedenis en alle relevante omstandigheden. Deze documentatie onderbouwt uw matigingsverzoek en verhoogt uw slagingskans aanzienlijk.

Hoe ontwikkelt de rechtspraak zich rond boetebedingen?

De Nederlandse jurisprudentie toont een genuanceerde ontwikkeling in de beoordeling van boetebedingen. Rechters hanteren steeds verfijnder criteria die recht doen aan zowel contractsvrijheid als billijkheid. Recent zien advocaten een toenemende aandacht voor de financiële positie van schuldenaren en de economische context waarin tekortkomingen plaatsvinden.

Opvallende trends in recente rechtspraak:

  • Grotere bereidheid tot matiging bij particulieren in financiële problemen
  • Strengere toetsing van coöperatie tussen partijen vóór ontbinding
  • Meer aandacht voor onervarenheid als verzachtende omstandigheid
  • Nuancering van toegestane boetepercentages per branche
  • Erkenning van COVID-19 impact als bijzondere omstandigheid

Het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch oordeelde in 2023 dat gebrek aan coöperatie van de schuldeiser bij het oplossen van financieringsproblemen meewoog in de matigingsbeoordeling. Toen een verkoper weigerde een tweede taxateur toe te laten, beschouwde het hof dit als factor die matiging rechtvaardigde. Deze ontwikkeling benadrukt de redelijkheid en billijkheid in de uitvoeringsfase van contracten.

Daarnaast erkennen rechters steeds vaker dat boetes een afschrikwekkend karakter moeten behouden om functioneel te blijven. Het te vergaand matigen van een boete in een contract ondermijnt deze functie. Het Gerechtshof Amsterdam hanteert bij zakelijke contracten doorgaans een minimum van 30-40% van de oorspronkelijke boete, tenzij uitzonderlijke omstandigheden anders rechtvaardigen.

De komende jaren verwachten juridisch adviseurs verdere verfijning van matigingscriteria, met specifieke aandacht voor digitale contracten, internationale dimensies en innovatieve bedrijfsmodellen. Deze ontwikkelingen vereisen voortdurende monitoring van rechtspraak en wetgeving door ondernemers en hun juridische adviseurs.

Advocaten gespecialiseerd in contractuele boetes

Heeft u een juridische vraag, dan kunnen onze advocaten in Amsterdam u van dienst zijn. Uw belang staat bij ons te allen tijde voorop en we zoeken graag naar praktische oplossingen en snel resultaat. Neem contact op met onze specialist contractenrecht in Amsterdam en ontdek uw mogelijkheden. Wanneer u juridisch advies wilt inwinnen, dan biedt ons kantoor daartoe mogelijkheden. Wij zijn in heel Nederland actief en bieden ook support bij internationale vraagstukken. We hebben een sterk team van advocaten met als specialisatie contractenrecht. Onze advocaat commercial law Remko Roosjen geeft leiding aan dit team. Bent u op zoek naar andere praktijkgebieden, dan kunnen onze advocaten in Amsterdam u mogelijk ook ondersteunen of aan een geschikte partner doorverwijzen.

+31 (0)20 – 210 31 38
mail@maakadvocaten.nl

De informatie op deze pagina vormt geen juridisch advies. Er wordt geen aansprakelijkheid geaccepteerd. Voor advies, neem contact op met ons kantoor.

Nieuws & Artikelen

Waar bent u naar op zoek?