Meteen naar de inhoud

Boete en het concurrentie­beding

Boete en het concurrentiebeding

Zaken die té complex zijn lenen zich niet voor een kort geding. Binnen het bestek van deze spoedprocedure wordt door een zogeheten voorzieningenrechter vooruitgelopen op het mogelijk te verwachten oordeel van een bodemrechter. Tóch is er ook veel mogelijk in kort geding, ook wanneer het gaat over de schending van een concurrentiebeding. De boete en het concurrentiebeding zijn in veel commerciële overeenkomsten met elkaar verbonden. Wordt een concurrentiebeding geschonden, dan wordt dat vaak gesanctioneerd met een boete. Onze advocaat contractenrecht geeft meer inzichten over deze thematiek.

Hoe ver gaat een boete bij de schending van een CONCURRENTIEBEDING?

Ook in het kort geding kunt u een contractuele boete vorderen wanneer u van mening bent dat een concurrentiebeding wordt overtreden. Dit is bijvoorbeeld zo wanneer u naast het zakelijke contract ook voor de concurrent aan de slag gaat, of na een beëindiging van de overeenkomst niet de post-contractuele periode van 1 jaar elkaar niet beconcurrerend in acht neemt. Vaak is er dan geschil over de wijze waarop het concurrentiebeding moet worden uitgelegd. Voor wie mocht u/uw bedrijf niet in zee gaan en onder welke voorwaarden?

SPOEDEISEND BELANG bij een GELDVORDERING?

Het spoedeisend belang bij een geldvordering is niet altijd even makkelijk te construeren. Toch is het spoedeisend belang een belangrijke eis om een voorlopige voorziening toegewezen te krijgen door de kort geding rechter (ook wel de voorzieningenrechter). Deze discussie kan in kort geding worden gevoerd. Wanneer een gevorderde voorzieningen strekt tot betaling van een geldsom (zoals de boete bij een concurrentiebeding) is daarvoor in kort geding wel slechts pas plaats als “het bestaan en de omvang van de vordering voldoende aannemelijk zijn en uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is”. Wanneer er bijvoorbeeld al geruime tijd aanspraak wordt gemaakt op een boetebedrag is het doorgaans niet redelijk dat daarvoor een bodemprocedure moet worden afgewacht. Op dergelijke wijze wordt dan het criterium voor spoedeisend belang ingekleurd.

De UITLEG van een CONCURRENTIEBEDING IN KORT GEDING

Bij de uitleg van een beding in een overeenkomst dient de Haviltexmaatstaf te worden toegepast. In gevallen waarin het gaat om een commerciële transactie tussen zakelijke partijen, komt bijzonder – zij het niet zonder meer beslissend – gewicht toe aan de taalkundige betekenis van de door hen gekozen formuleringen, met name wanneer partijen met bijstand van deskundige adviseurs hebben onderhandeld over de precieze formulering van de overeenkomst (HR 19 januari 2007, NJ 2007/575). Maar ook indien bij de uitleg van een overeenkomst, of een beding daaruit, groot gewicht toekomt aan de taalkundige betekenis van de gekozen bewoordingen, kunnen de overige omstandigheden van het geval meebrengen dat een andere dan de taalkundige betekenis aan de bepalingen van de overeenkomst (of aan dat beding) moet worden gehecht. Beslissend blijft immers de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen, en hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. (HR 5 april 2013, NJ 2013/214).

Bij de uitleg van het onderhavige relatiebeding komt groot gewicht toe aan de taalkundige betekenis van de gekozen bewoordingen. Het gaat immers om een zakelijke overeenkomst tussen twee professionele partijen.

Wanneer de zaak op dergelijke wijze te beoordelen valt en er een contractuele boete geldt, ligt deze in principe voor toewijzing gereed, al dan niet als voorschot.

MATIGING van een CONTRACTUELE BOETE DOOR de rechter

Op grond van artikel 6:94 lid 1 BW kan de rechter op verzoek van de schuldenaar indien de billijkheid dit klaarblijkelijk vereist de bedongen boete matigen. Bij de matiging van een contractuele boete door de rechter wordt altijd een bepaalde terughoudend betracht. Matiging mag alleen plaatsvinden als onverkorte toepassing van een boetebeding in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt. Daarbij zal niet alleen moeten worden gelet op de verhouding tussen de werkelijke schade en hoogte van de boete, maar ook op de aard van de overeenkomst, de inhoud en de strekking van het beding en de omstandigheden waaronder het is ingeroepen. (HR 27 april 2007, LJN AZ6638, NJ 2007/262 (Intrahof/Bart Smit)).

Deze leer kan ertoe leiden dat de voorzieningenrechter aanleiding ziet om, met toepassing van deze maatstaf, en gelet op de omstandigheden van het geval, de omvang van het verbeurde boetebedrag te matigen. Dat kan dus in kort geding.

Bij de matiging wordt mede gekeken of er bij de getroffen partij sprake is geweest van enige serieus te nemen inkomstenderving of van anderszins door haar geleden schade als gevolg van de schending van het relatiebeding. Verder wordt ook gekeken hoe ruim de bepaling is opgesteld en/of er specifiek over is onderhandeld. Daarbij wordt ook mede in aanmerking of de inbreukmakende partij een veel kleiner omzetvolume, klantenbestand en aantal werknemers heeft. Indachtig deze lijn was de inbreukmakende partij dan bij het sluiten van de overeenkomst tussen partijen niet of nauwelijks in de positie verkeerde om een ruime werkingsomvang van het beding ter discussie te stellen, al aangenomen dat zij deze heeft opgemerkt. Ten slotte speelt ook de vraag hoe adequaat er is opgetreden toen de boete ontstond. Dit zijn enkele voorbeelden, maar kunnen goed in kort geding worden betoogd.

Advocaat gespecialiseerd in boetes en het concurrentiebeding

Bent u op zoek naar een advocaat gespecialiseerd in boetes en het concurrentiebeding? Maakt u aanspraak op een contractuele boete en wenst u deze in te stellen, bijvoorbeeld naast een verbod om de onderneming te beconcurreren, neem dan eens contact met ons op. We hebben veel accurate kennis over dit onderwerp en helpen u graag verder.

T:  +31 (0)20 – 210 31 38
E-Mail: mail@maakadvocaten.nl
Contactpersoon| Remko Roosjen (advocaat contractenrecht)  

Remko Roosjen

Remko Roosjen

Als partner van MAAK en advocaat commercial law geeft Remko leiding aan aan het team Commerciële Geschillen en Contractenrecht. Remko is een gespecialiseerde advocaat contractenrecht en heeft een ruime ervaring in het voeren van procedures, waaronder voor de civiele rechter, in arbitrage en mediation. Remko is verbonden aan de specialisatievereniging voor Distributie, Franchise en Agentuur en doceert regelmatig over het snijvlak van commerciële contracten en productregelgeving. Lees meer over Remko op zijn persoonlijk profiel of op LinkedIn .